I Threw It All Away - door Jochen

I Threw It All Away (1969)

“Dat lied heeft altijd iets gehad, een eenvoud, een onverschrokken soort eenvoud. Maar tegelijkertijd is het zo… zo krachtig. Ik ben altijd laaiend afgunstig geweest op dat lied.”

Aldus Nick Cave op de vraag of er een song bestaat waarvan hij zou willen dat hij het zelf had geschreven. Een fan had wel kunnen raden dat Cave “I Threw It All Away” zou noemen. Al ruim twintig jaar gaat het verhaal rond dat hij in elke stad waar hij komt een exemplaar van Dylans Nashville Skyline koopt, en de bron van dat verhaal is Cave zelf, in een interview met Andy Gill voor het blad Q, mei ’95:
Ik blijf telkens maar weer een en hetzelfde album kopen; ik heb zó ontzettend veel versies van Nashville Skyline – ik heb van Dylan zo langzamerhand wel … weet ik veel, zoveel als nodig is.

En als de Australiër in 1997 wordt gevraagd om de muziek bij de film To Have And To Hold te verzorgen, verschijnt er een Original Soundtrack met twintig originele composities en één cover: “I Threw It All Away”, gezongen door de legendarische Scott Walker.
De voormalige zanger van de gotische punkband The Birthday Party, die vanaf de jaren 80 vrijwel jaarlijks hoogstaande soloplaten uitbrengt, is een doorgewinterde Dylanfan. In zijn recente bundeling The Sick Bag Song, een verzameling gedachten, gedichten en schetsen die hij gedurende zijn vele vlieguren op de kotszakjes noteert, vinden we ook de poëtische weergave van de eerste en enige ontmoeting met zijn held (Glastonbury, 1998) terug:

Then slowly, extending from his sleeve,
A cold, white, satin hand took mine. 
Hey, I like what you do, he said to me. 
I like what you do, too, I replied. I nearly died. 
Then his hand retracted up his sleeve,
And Bob Dylan turned and took his leave,
Disappearing back into the rain.



In een interview bekent hij volledig starstruck te zijn geweest, hoewel hij het ook hier wat geromantiseerd navertelt:
Het stortregende en ik stond in de deuropening van mijn trailer op het artiestenterrein terwijl het water almaar verder steeg, het stroomde mijn trailer al in. Er klonk een luide donderklap, ik keek op en zag een man in een windjack met capuchon in een klein bootje naar me toe roeien, het terrein over. Het water stond inmiddels tot aan mijn knieën. De man meert zijn bootje aan en reikt me zijn hand, waaraan een lange duimnagel zit. Zijn hand in de mijne voelt zacht en koud aan, maar wel hartelijk. De man, het is Bob Dylan, zegt iets als “ik vind je werk goed,” en voordat ik iets kan terugzeggen, keert hij de boot en roeit hij weer terug naar zijn eigen trailer.

Hartverwarmende kleine anekdote, hoewel het decor, zoals we op de foto kunnen zien, iets minder apocalyptisch is. Maar Dylans goedkeuring aan Cave’s werk is geloofwaardig. Vermoedelijk is de bard zeer gecharmeerd van diens album Murder Ballads (1996), waarop eigenzinnige versies staan van “Stagger Lee” en “Henry Lee”, twee eeuwenoude folksongs die ook bij Dylan op een voetstuk staan, alsmede een duistere, onheilszwangere interpretatie van Dylans eigen “Death Is Not The End”. De overige zeven nummers, waaronder de wereldhit “Where The Wild Roses Grow”, vertellen allemaal over macabere, sinistere moordpartijen en slachtingen.
Het bewonderde “I Threw It All Away” is natuurlijk verre van luguber of bloederig, maar behalve die “onverschrokken eenvoud” zal de sombere lading Cave hebben geraakt. Toch wordt de seismische schok die Nashville Skyline bij verschijnen teweegbrengt niet door deze kenmerken veroorzaakt, maar vooral door Dylans stem, een croonende, gladde countrytenor, door het countrygehalte van de muziek en door het enorme contrast met zijn voorgaande platen. In Dylans catalogus springen die drie etiketten er nog steeds uit, maar de ontsteltenis onder de fans is zo langzamerhand wel verdampt. Het kroonjuweel van de plaat, “Lay Lady Lay”, blijft hoog scoren in favorietenlijstjes en hitoverzichten, albumsluiter “Tonight I’ll Be Staying Here With You” dringt dankzij bewerkingen van topartiesten als Johnny Cash, Jeff Beck en Ben E. King door tot de canon en ook “I Threw It All Away” heeft niet de minste pleitbezorgers; behalve Nick Cave ook een Elvis Costello en een George Harrison, bijvoorbeeld.

Sec beschouwd is het lied tekstueel weinig verheffend. Het is een, binnen de countrytraditie, dertien-in-een-dozijn jeremiade van een kwijnende verteller, die zichzelf bitter verwijt dat hij door zijn eigen wangedrag de liefde van zijn leven heeft verloren. Thematiek en woordkeus zijn niet wezenlijk anders dan bij het halve repertoire van Dylans oude helden Hank Williams of George Jones. Eén flard van Dylans poëtische brille vlamt op in de regels Once I had mountains in the palm of my hand / And rivers that ran through ev’ry day, maar overheersend is het enorme contrast met de teksten van songs als “Visions Of Johanna” en “All Along The Watchtower” – en dat contrast, dat Flowers In The Dirt-effect, draagt onbedoeld bij aan de aantrekkingskracht. Behalve die onverschrokken eenvoud springt natuurlijk ook de mentale omslag in het oog; geen giftige verwijten, geen snerende trap na, maar een gebroken, deemoedige ik-persoon die de hand in eigen boezem steekt – het is beslist een nieuwe Dylan.
Het sterkste punt echter is de muziek. Het akkoordenschema speelt een aantrekkelijk spel met de verwachtingen van de luisteraar en dreigt een paar keer de melodie over de kop te laten slaan. Na de conventionele begeleiding onder de eerste twee regels slaat Dylan de muzikant bij But I was cruel plotseling af naar A majeur (waar je de A mineur verwacht) en neemt vervolgens via D mineur en ook nog een E mineur een volstrekt ongebruikelijke omweg terug naar het startpunt. Die route is bijna een garantie voor valse uitglijders in de melodie, maar Dylan klaart de klus schijnbaar moeiteloos. Een vergelijkbare kunstgreep haalt de meester in de brug uit, in het verraderlijke Love is all there is. Verraderlijk, omdat de middle-eight in een voor de hand liggend bluesschema onverdraaglijk zoet geweest zou zijn. Déze muzikale omlijsting geeft het echter juist de welkome hoekigheid.

Uitvoeringen te over, uiteraard – het is immers een prachtige Dylansong. Elvis Costello’s versie is een hoogtepunt van zijn coversalbum Kojak Variety (1995). Madeleine Peyroux produceert vaker schitterende, jazzy interpretaties van Dylans werk en haar “I Threw It All Away” op Standing On The Rooftop is eveneens een voltreffer (2011, waarop overigens ook een ijzingwekkende “Love In Vain” staat, van Dylans grote held Robert Johnson). En usual suspect Jimmy LaFave heeft zowel de blues als de country in zijn genen, en bewijst dat op Trail (1999).
De mooiste covers zijn echter geïnjecteerd met soul. Een van de fraaiste in die categorie komt van The Bo-Keys, een reünie-achtige band uit Memphis die het lovenswaardige streven heeft de legendarische Memphis-sound te restaureren voor de 21ste eeuw. Dat lukt aanstekelijk goed, zoals ook bij de cover van “I Threw It All Away” op Heartaches By The Number (2016).
De meest onweerstaanbare is een stuk ouder. Cher heeft de nodige Dylanmissers op haar geweten, maar in 1969 klopt alles. De Californische met Armeense roots is weliswaar een van de meest succesvolle artiesten uit de popgeschiedenis – ze is bijvoorbeeld de enige artiest die in zes (!) opeenvolgende decennia een nummer-1 hit scoort -  maar eind jaren zestig beleeft haar carrière een eerste dipje. Voor de doorstart neemt ze de fameuze producer Jerry Wexler in de arm en onderwerpt ze zich aan zijn regime in de legendarische Muscle Shoals Sound Studio in Alabama. Dezelfde producer en dezelfde studio (en dezelfde co-producer Barry Beckett op de toetsen) die Dylan tien jaar later aan zijn bestklinkende album Slow Train Coming zullen helpen, dus.
Chers 3614 Jackson Highway is eveneens een klein meesterwerkje, maar commercieel helaas een flop. Elf uitstekende covers, sprankelend, soulvol gearrangeerd en een voortreffelijk zingende Cher. Wexler is een grote Dylanfan en Cher ook, dus het verbaast niet dat drie van de elf songs van de great white wonder zijn. Wel verbazend is dat alle drie songs van het recente Nashville Skyline zijn geplukt (ook nog “Lay Lady Lay” en “Tonight I’ll Be Staying Here With You”) en nog verbazender is de meeslepende impuls die het toch al zo melancholieke origineel krijgt van Becketts piano en van de Muscle Shoals Horrns, de blazerssectie. Hoogstens een Dusty Springfield had het nog overtroffen, vermoedelijk.

I Threw It All Away

I once held her in my arms
She said she would always stay
But I was cruel
I treated her like a fool
I threw it all away

Once I had mountains in the palm of my hand
And rivers that ran through ev’ry day
I must have been mad
I never knew what I had
Until I threw it all away

Love is all there is, it makes the world go ’round
Love and only love, it can’t be denied
No matter what you think about it
You just won’t be able to do without it
Take a tip from one who’s tried

So if you find someone that gives you all of her love
Take it to your heart, don’t let it stray
For one thing that’s certain
You will surely be a-hurtin’
If you throw it all away