Just Like Tom Thumb's Blues (1965) - door Jochen

De U.S. Route 61 is een 2300 km lange highway die grofweg de Mississippi volgt. Hij wordt de Blues Highway genoemd en verbindt het noorden, Dylan’s geboorteplaats Duluth, met New Orleans in het zuiden. Onderweg doorsnijdt de snelweg nogal wat mythische plaatsen. Elvis’ Memphis bijvoorbeeld, het St. Louis van Chuck Berry, Muddy Waters’ hometown Rolling Fork, de crossroads waar Robert Johnson zijn ziel aan de duivel verkocht en nog zo wat.

In 1965 bekeert Dylan zich radicaal tot electrische rockmuziek, zweert de akoestische folk af en grijpt terug naar de blues. Hij maakt er meteen ook een punt van; zijn nieuwe plaat moet en zal Highway 61 Revisited heten. De marketingjongens van Columbia Records vinden dat maar niks, maar worden uiteindelijk, naar eindeloos gekissebis, teruggefloten door de bovenste etage: let him call it whatever the hell he wants to call it. De plaat slaat in als een bom, staat nummer 4 in Rolling Stone’s lijst van 500 Beste Albums Aller Tijden en het openingsnummer Like A Rolling Stone zelfs op 1 in Rolling Stone’s lijst van 500 Beste Songs Aller Tijden.

Indertijd verdronk Just Like Tom Thumb’s Blues een beetje in het geweld van al die prachtige liedjes eromheen, maar langzamerhand kwam de song dan toch bovendrijven. Terecht. De basis is kaal en simpel. Drie akkoorden, een doordeweeks bluesschemaatje, zes coupletten, géén refrein. Maar de verpakking is dan des te fraaier. Twee piano’s, een tingel-tangel en een electrische Hohner pianet, een doorslenterende ritmesectie en een lome gitaar bouwen een melodieuze, onwereldse achtergrond voor de kaleidoscopische tekst. Die tekst is gefundenes Fressen voor de Dylan-exegeten. Tal van halve verwijzingen, vage referenties en name-dropping openen de poort naar enthousiaste interpretaties. De titel komt misschien van Rimbauds La Bohème (“Stargazing Tom Thumb, I sowed rhymes along my way”), in de Rue Morgue liet Edgar Allen Poe twee vrouwen sterven, Housing Project Hill komt uit Kerouacs Desolation Angels, met enig hineininterpretieren kun je de Zeven Hoofdzonden ontwaren en überhaupt lijkt de hele tekst een lyrisch afgietsel van Malcolm Lowry’s Under The Volcano. Inhoudelijke verwijzingen naar die novelle zijn ook wel te vinden, maar vooral de sfeer is identiek. De neergang van de verteller, ontheemd, hallucinerend en verloren (weliswaar niet in Juarez, maar eveneens in Mexico), die door de alcoholnevelen heen lucide blijft – juist, Just Like Tom Thumb’s Blues.
     
In de studio heeft Dylan enorm geworsteld met die sfeer. 2 Augustus 1965 is een enorm arbeidzame én productieve dag (ook de definitieve versies van Ballad of A Thin Man, Queen Jane Approximately en Highway 61 Revisited worden die dag opgenomen), maar het leeuwendeel van de opnamedag gaat naar Tom Thumb. Pas met de zestiende take (!) lukt het de muzikanten om dat gevoel van onthechting en eenzaamheid ook in de muziek te vangen. Met die wetenschap is de paradoxe interpretatie verleidelijk: de dichter verwoordt hier zijn afmattende gezwoeg met mislukkende takes in de studio. Negativity don’t pull you through, My fingers are all in a knot / I don’t have the strength / To get up and take another shot, she takes your voice, You must pick up one or the other / Though neither of them are to be what they claim – ach, ik ga maar weer de stad in, ik geloof dat ik er genoeg van heb.
We moeten tot februari 2015 wachten voor een waardevollere tip van de sluier. Dylan ontvangt de MusiCares Person Of The Year Award uit handen van oud-president Jimmy Carter, en verrast met een lange acceptatiespeech – uitgeschreven en wel, in toon en inhoud onmiskenbaar de auteur van Chronicles. Net als in zijn autobiografie belijdt Dylan zijn diepe, diepe liefde voor muziek, of liever: voor songs en ware artiesten. Hij noemt namen, citeert tekstfragmenten en benoemt de invloed die sommige artiesten en liedjes op zijn werk hebben gehad – met de bescheidenheid die we ook al kennen uit Chronicles voegt hij eraan toe dat ieder ander ook Blowin’ In The Wind, of Highway 61 Revisited of Boots Of Spanish Leather had kunnen schrijven, als je zo vaak, zo intensief als Bob naar Big Bill Broonzy, John Henry of Robert Johnson geluisterd had.  En als laatste voorbeeld citeert hij Deep Elm Blues (“When you go down to Deep Ellum keep your money in your socks / Women on Deep Ellum put you on the rocks”).
“Zing dat lied een tijd lang,” zegt Dylan, “en je zou zomaar zoiets kunnen verzinnen als When you're lost in the rain in Juarez and it's Easter time too / And your gravity’s down and negativity don't pull you through / Don’t put on any airs / When you’re down on Rue Morgue Avenue / They got some hungry women there / And they really make a mess outta you. Al deze songs zijn met elkaar verbonden. Laat je niet voor de gek houden. Ik opende alleen maar een andere deur op een andere manier. Het is hetzelfde, op een andere manier.“

Na het verschijnen van de plaat wordt het liedje wel opgepikt door een paar artiesten van naam; Nina Simone (1969), Judy Collins (1966) en vooral Gordon Lightfoot (1965) wagen zich er met succes aan. Heel veel navolging vinden zij echter niet. Nu, vijftig jaar later, behoort de song zeker niet tot de pak ‘m beet dertig meest-gecoverde liedjes van Dylan. De versies van Frankie Miller (1973) en Bryan Ferry (2007) zijn heel aardig, maar de mooiste wordt in 2004 op het album Fresh Horses gezet door blueszanger/gitarist Jim Byrnes.
Geboren in St. Louis, aan de Highway 61, zoals het hoort.


When you’re lost in the rain in Juarez
And it’s Eastertime too
And your gravity fails
And negativity don’t pull you through
Don’t put on any airs
When you’re down on Rue Morgue Avenue
They got some hungry women there
And they really make a mess outta you

Now if you see Saint Annie
Please tell her thanks a lot
I cannot move
My fingers are all in a knot
I don’t have the strength
To get up and take another shot
And my best friend, my doctor
Won’t even say what it is I’ve got

Sweet Melinda
The peasants call her the goddess of gloom
She speaks good English
And she invites you up into her room
And you’re so kind
And careful not to go to her too soon
And she takes your voice
And leaves you howling at the moon

Up on Housing Project Hill
It’s either fortune or fame
You must pick up one or the other
Though neither of them are to be what they claim
If you’re lookin’ to get silly
You better go back to from where you came
Because the cops don’t need you
And man they expect the same

Now all the authorities
They just stand around and boast
How they blackmailed the sergeant-at-arms
Into leaving his post
And picking up Angel who
Just arrived here from the coast
Who looked so fine at first
But left looking just like a ghost

I started out on burgundy
But soon hit the harder stuff
Everybody said they’d stand behind me
When the game got rough
But the joke was on me
There was nobody even there to call my bluff
I’m going back to New York City
I do believe I’ve had enough

3 opmerkingen:

herman zei

Goed stuk. De uitvoering van Jim Byrnes kende ik niet, maar vind ik mooi nu ik hem hoor. Mij spreekt de versie van Ramblin' Jack Elliott (op I'm not there) erg aan. Groet, herman

jochen zei

Dank je Herman.
Ja, Ramblin'Jack staat ook hoog bij mij. In het mapje met Tom Thumb's die mijn toets der kritiek hebben doorstaan, staan er nu 21:
Bryan Ferry
Cliff Eberhardt
Dave's True Story
Frankie Miller
Geoff Baker
Gordon Lightfoot
Henry Kaiser's Obsequious Cheeselog
Jim Byrnes
Linda Ronstadt
Lisa Hannigan
Medicine Head
Ramblin' Jack Elliott
Sir Douglas Quintet
String Cheese Incident
Tad & Fingerpain
Teddy Morgan & The Pistolas
The Handsome Family
Tom Russell
Townes Van Zandt
Wendy Saddington & The Copperwine
West (1968)
Geen Grateful Dead - het getuigt vast van weinig respect, maar hun versie irriteren me altijd.
Groeten,
Jochen

Anoniem zei

Laten we vooral ook Nina Simone niet vergeten... mooie ingetogen versie.

M&A