Dag Tom,
Dat was een goede vraag, die je stelde op je blog. Waar zit de overgang van gemiddelde liefhebber naar notoire fan?
Ik schaar mezelf maar onder het kopje "notoir". Al laat ik het woord "fan" dat je erachter zet wel weer weg. Een fan is voor mij iemand die alles mooi vindt, of goed vindt. Kritiekloos zit voor mij opgesloten in het woord "fan". En kritiekloos ben ik zelden als het over Dylan gaat. Natuurlijk, soms is een track meesterlijk, helemaal goed. Maar juist de net niet helemaal gelukte dingen zijn het boeiendst. Denk ik dan. En misschien is dat denken dan wel weer wat me "notoir" maakt.
Dylan is, met wat jazzmuzikanten, de enige muzikant waar ik naar luister en waar ik op reageer, in mn hoofd. Tussen mij en de muziek van Dylan is interactie. Gemopper over keuzes, of de manier van zingen, bewondering als de man tijdens een verder leuk maar niet bijzonder concert een nummer plots laat leven, of nieuw leven geeft.
Maar goed, misschien hebben gemiddelde liefhebbers dat ook wel hoor, die interactie.
De overgang zit, voor mij dan, bij het concert dat Dylan gaf in 1996 in Utrecht. Dat was een grote belevenis. Maar ik werd er nog niet notoir door. Dat gebeurde toen ik ergens op het internet een concert dat hij gaf in Stanhope, ergens in 2000 oid, kon downloaden. Dat downloaden was niet bijzonder maar het horen van dat, en vele concerten daarna, deed me realiseren dat de regulier verkrijgbare opnames van Dylan alleen maar momentopnames zijn. De echte kracht van Dylan zit in zijn live uitvoeringen. Die de ene avond goed, en dan weer mediocre zijn. Dat steeds verschuiven, dat niet voldoen aan verwachtingen, het spelen met teksten, het veranderen, inslikken, het mentaal jennen van zijn band en misschien het publiek, dat alles zorgt ervoor dat de liedjes die je al kent elke keer weer anders zijn, een nieuwe betekenis krijgen. Dat besef, dat maakte mij tot "notoir".
groeten
Ton
Geen opmerkingen:
Een reactie posten