Rita May (1975)
De naam van Dorsey William “Billy” Burnette III zal in een ooit te schrijven Grote Definitieve Rockencyclopedie wel een paar keer langs komen. Het meest zichtbaar voor het grote publiek is Billy van 1987 tot 1995, als hij lid is van Fleetwood Mac. Dylanfans kennen hem van de drie weken in februari 2003 dat hij gitarist Charlie Sexton vervangt in Dylans band, tijdens de elf concerten in Australië en Nieuw-Zeeland. Daarna speelt hij jaren in de band van een ander legende, John Fogerty. Maar echt onsterfelijk is hij dankzij het lied dat door zijn vader Dorsey en zijn oom Johnny Burnette, de oprichters van The Rock and Roll Trio, wordt geschreven: “Rock Billy Boogie”. Dorsey en zijn broer Johnny worden rond dezelfde tijd in 1953 vader. Johnny noemt zijn zoontje Rocky, Dorsey kiest voor de naam Billy en samen schrijven ze een liedje over hun nieuwe geluk. Het wordt een populaire, veelvuldig gecoverde song, die gaandeweg, ook door de manier waarop Johnny Burnette het zingt, “Rockabilly Boogie” wordt genoemd – en daar komt de genreaanduiding rockabilly vandaan.
De jonge Billy krijgt aldus de rock and roll met paplepel binnen, zingt al op zijn zevende op een single van Rick Nelson ("Hey Daddy (I'm Gonna Tell Santa On You”), 1960), speelt op ontelbare platen mee en heeft ook nog een kleine twintig soloplaten op zijn naam.
Gesprekstof genoeg, al met al, voor de opnames van de podcast StageLeft in 2015. Burnette is een onderhoudend verteller, met oog ook voor de kleine absurditeiten. Of hij een soort Grote Gemene Deler heeft leren onderscheiden, bij al die grote artiesten met wie hij gewerkt heeft, wil de interviewer weten. “Ja, dat is wel gek,” antwoordt Burnette, “de écht groten hebben allemaal het sterrenbeeld Tweelingen. Bob is Tweelingen, Stevie Nicks, John Fogerty… dus dan weet je ook nooit wat je kunt verwachten.” Met dat laatste doelt Burnette op de anekdote die hij zojuist heeft verteld over zijn tourervaring met Dylan:
Ter voorbereiding had ik in anderhalve maand tijd ongeveer 120 songs geleerd. Maar we kregen de setlist altijd pas zo’n twintig minuten van te voren, en daar stonden dan altijd weer een stuk of vijf nieuwe songs op, die ik dan ontzettend snel nog even moest leren. Dus dat was nogal uitdagend. En het was allemaal anders dan op de plaat. Hij veranderde de toonsoort elke avond weer. Want vandaag klonk het weer beter in déze toonsoort. Het was een woeste rit, maar ik heb er echt van genoten.
De interviewer wil nog wel meer horen over Dylan, maar heel veel heeft Burnette niet te bieden:
Hij is nogal op zichzelf. Maar we hebben wel veel gepraat over mijn vader en mijn oom. Hij was een fan van sommige dingen die ze hebben gedaan. En hij was een fan van Rick Nelson (de gebroeders Burnette hebben veel met Nelson gewerkt en ook een paar van zijn hits geschreven). Ik had hem al eens eerder ontmoet, in de jaren 70, en toen vertelde hij me al dat hij zich realiseerde dat mijn vaders song “Tall Oak Tree” de allereerste ecologische song was. Ik heb toen meteen mijn vader opgebeld: ‘Hee pa, ik heb net Bob Dylan ontmoet…’ Dat is leuk, hoor.
En dan verzwijgen zowel Billy als Dylan nog, uit onwetendheid of uit discretie, dat Dylan een van de meest gecoverde liedjes van pa Burnette en oom Burnette, “Bertha Lou” uit 1957, liefdevol heeft gestolen en heeft omgekat tot “Rita May”.
Dylan kort #1254 (inhaalslag)
Met dank aan een griepje was ik even een paar dagen afwezig. Tijd voor een inhaalslag.
100 tracks: Eerder schreef ik (hier) over de aangekondigde 100 tracks op Trouble In Mind en hoe ik als matige teller maar niet op de 100 uitkwam. Nu blijk ik ook nog een matige lezer te zijn, dat "Ye Shall Be Changed" op Trouble No More afkomstig is van The Bootleg Series vol. 1 - 3 was helemaal niet tot mij doorgedrongen en dat terwijl het toch echt duidelijk in de aankondiging van Trouble No More staat: "With the exception of 'Ye Shall Be Changed,' released in 1991 on The Bootleg Series, Vol. 1-3), none of the tracks on Trouble No More have been previously released." Verder is het wat vreemd dat ik in mijn eerste bericht die radio commercial gemakshalve niet als 'echte track' dacht te moeten laten meetellen, maar over het hoofd zag dat Trouble No More ook nog twee "band introductions" bevat (cd 6 track 7 en cd 8 track 11), ook nauwelijks 'echte tracks' te noemen (al wil ik ze niet missen).
Enfin, het begon allemaal, een paar berichten geleden, met de vraag of Trouble In Mind al dan niet precies 100 tracks bevat. Het antwoord is in ieder geval "nee", al ben ik zo langzamerhand kwijt waar de teller dan wel op staat. Ergens tussen de 98 en 102, denk ik (maar niet op 100...) [met dank aan Floater en Gerbrand voor de briefkaarten]
Thomas Verbogt - Ik begon te schrijven toen ik drie was is een veertig minuten durende documentaire. Niet alleen is Verbogt een groot schrijver, ook komt in een groot aantal van zijn boeken Bob Dylan voorbij. In de documentaire - zeer toepasselijk - is te zien hoe op de kamer van de jonge Thomas Verbogt Blonde On Blonde leunt tegen de poten van een tafel. De documentaire kan hier bekeken worden. [met dank aan Peter]
Trouble No More, het dertiende deel van The Bootleg Series moet nog verschijnen en Rolling Stone kijkt al weer naar de toekomst, naar The Bootleg Series vol. 14, zie hier. [met dank aan Gerbrand]
Oor over Trouble No More, zie hier.
100 tracks: Eerder schreef ik (hier) over de aangekondigde 100 tracks op Trouble In Mind en hoe ik als matige teller maar niet op de 100 uitkwam. Nu blijk ik ook nog een matige lezer te zijn, dat "Ye Shall Be Changed" op Trouble No More afkomstig is van The Bootleg Series vol. 1 - 3 was helemaal niet tot mij doorgedrongen en dat terwijl het toch echt duidelijk in de aankondiging van Trouble No More staat: "With the exception of 'Ye Shall Be Changed,' released in 1991 on The Bootleg Series, Vol. 1-3), none of the tracks on Trouble No More have been previously released." Verder is het wat vreemd dat ik in mijn eerste bericht die radio commercial gemakshalve niet als 'echte track' dacht te moeten laten meetellen, maar over het hoofd zag dat Trouble No More ook nog twee "band introductions" bevat (cd 6 track 7 en cd 8 track 11), ook nauwelijks 'echte tracks' te noemen (al wil ik ze niet missen).
Enfin, het begon allemaal, een paar berichten geleden, met de vraag of Trouble In Mind al dan niet precies 100 tracks bevat. Het antwoord is in ieder geval "nee", al ben ik zo langzamerhand kwijt waar de teller dan wel op staat. Ergens tussen de 98 en 102, denk ik (maar niet op 100...) [met dank aan Floater en Gerbrand voor de briefkaarten]
Thomas Verbogt - Ik begon te schrijven toen ik drie was is een veertig minuten durende documentaire. Niet alleen is Verbogt een groot schrijver, ook komt in een groot aantal van zijn boeken Bob Dylan voorbij. In de documentaire - zeer toepasselijk - is te zien hoe op de kamer van de jonge Thomas Verbogt Blonde On Blonde leunt tegen de poten van een tafel. De documentaire kan hier bekeken worden. [met dank aan Peter]
Trouble No More, het dertiende deel van The Bootleg Series moet nog verschijnen en Rolling Stone kijkt al weer naar de toekomst, naar The Bootleg Series vol. 14, zie hier. [met dank aan Gerbrand]
Oor over Trouble No More, zie hier.
Trouble No More - enkele losse gedachten / aanvullingen
Gisteren plaatste ik een link naar die ene track van Trouble No More die inmiddels is vrijgegeven: "When You Gonna Wake Up", maar ik vergat er bij te melden dat deze opname niet van een concert in Oslo is, zoals bij de video op youtube staat, maar van een concert in Drammen.
Michael Shannon heeft blijkbaar nogal een belangrijke rol in de film Trouble No More, midden op de filmposter staan alleen Bob Dylan en Michael Shannon vermeld (zie de afbeelding hieronder).
"Slow Train": Het was me bij het bekijken van de tracklist van de deluxe editie van Trouble No More niet opgevallen, het is dat Rob me er op wees anders had ik het misschien nog steeds niet gezien: maar liefst zes van de acht cd's in de deluxe editie van Trouble No More beginnen met "Slow Train". Dat is geen toeval. [met dank aan Rob]
100 tracks: Her en der lees ik dat Trouble No More 100 tracks bevat. Het staat zelfs op Bob Dylans officiële website: "sential Dylan Anthology Premieres 100 Previously Unreleased Live and Studio Recordings including 14 Unreleased Songs".
Maar als ik ga tellen kom ik uit op 102 tracks. Dan kun je je afvragen of die radio commercial (cd 4 track 5) als een 'echte' track gezien kan worden, maar dan kom ik nog uit op 101 tracks + een radio commercial.
Zie ik iets over het hoofd? Is een van die 101 tracks op Trouble No More al eens eerder officieel uitgebracht? Kan ik niet meer rekenen? (Antwoorden op een briefkaart)
Live In San Diego (zie afbeelding hieronder) is een 2 cd bonus-uitgave voor iedereen die Trouble No More bestelt via Bob Dylans website. Voor de lijst met de songs die Bob Dylan tijdens dit concert speelde, zie hier.
Trouble No More - vervolg
Enkele aanvullingen op de aankondiging van Trouble No More - The Bootleg Series vol. 13 /1979 - 1981:
De live-versie van "When You Gonna Wake Up" van 9 juli 1981 kan al beluisterd worden, zie hier. Deze opname staat op de eerste cd van Trouble No More.
Een impressie van de dvd bij deze boxset staat op Facebook en kan hier bekeken worden.
Bert wees mij er op dat er informatie over de film Trouble No More te vinden is op IMDb, zie hier. In het lijstje onder "cast" één grote verrassing: Michael Shannon in de rol "The Preacher". [met dank aan Bert]
De live-versie van "When You Gonna Wake Up" van 9 juli 1981 kan al beluisterd worden, zie hier. Deze opname staat op de eerste cd van Trouble No More.
Een impressie van de dvd bij deze boxset staat op Facebook en kan hier bekeken worden.
Bert wees mij er op dat er informatie over de film Trouble No More te vinden is op IMDb, zie hier. In het lijstje onder "cast" één grote verrassing: Michael Shannon in de rol "The Preacher". [met dank aan Bert]
Trouble No More - The Bootleg Series vol. 13 / 1979 - 1981
Op 3 november verschijnt Trouble No More - The Bootleg Series vol. 13 / 1979 - 1981. Trouble No More is een box met 8 cd's en 1 dvd. De cd's bevatten concertopnamen uit de jaren 1979 - 1981 (cd 1 en 2), (studio-)outtakes van de albums Slow Train Coming, Saved en Shot Of Love (cd 3 en 4), opnamen van concerten in Toronto op 18 en 19 april 1980 (cd's 5 en 6) en concertopnamen van het concert in Londen op 27 juni 1981 (cd's 7 en 8).
De dvd bevat de film Trouble No More en enkele extra's, waaronder versies van "Ain't Gonna Go To Hell For Anybody" en "Slow Train".
Wie deze 9 schijven tellende editie van Trouble No More bestelt via Bob Dylans website krijgt een 2 cd bonus-set met opnamen van Bob Dylans concert in San Diego op 28 november 1979.
Naast deze luxe editie verschijnt er een 2 cd of 4 elpee tellende editie van Trouble No More. Deze 2 cd of 4 elpee tellende editie bevat de songs van de eerste twee cd's van de luxe editie.
De tracklist:
Disc 1: Live
1. Slow Train (Nov. 16, 1979)
2. Gotta Serve Somebody (Nov. 15, 1979)
3. I Believe in You (May 16, 1980)
4. When You Gonna Wake Up? (July 9, 1981)
5. When He Returns (Dec. 5, 1979)
6. Man Gave Names to All the Animals (Jan. 16, 1980)
7. Precious Angel (Nov. 16, 1979)
8. Covenant Woman (Nov. 20, 1979)
9. Gonna Change My Way of Thinking (Jan. 31, 1980)
10. Do Right to Me Baby (Do Unto Others) (Jan. 28, 1980)
11. Solid Rock (Nov. 27, 1979)
12. What Can I Do for You? (Nov. 27, 1979)
13. Saved (Jan. 12, 1980)
14. In the Garden (Jan. 27, 1980)
Disc 2: Live
1. Slow Train (June 29, 1981)
2. Ain’t Gonna Go to Hell for Anybody (Unreleased song – Apr. 24, 1980)
3. Gotta Serve Somebody (July 15, 1981)
4. Ain’t No Man Righteous, No Not One (Unreleased song – Nov. 16, 1979)
5. Saving Grace (Nov. 6, 1979)
6. Blessed Is the Name (Unreleased song – Nov. 20, 1979)
7. Solid Rock (Oct. 23, 1981)
8. Are You Ready? (Apr. 30, 1980)
9. Pressing On (Nov. 6, 1979)
10. Shot of Love (July 25, 1981)
11. Dead Man, Dead Man (June 21, 1981)
12. Watered-Down Love (June 12, 1981)
13. In the Summertime (Oct. 21, 1981)
14. The Groom’s Still Waiting at the Altar (Nov. 13, 1980)
15. Caribbean Wind (Nov. 12, 1980)
16. Every Grain of Sand (Nov. 21, 1981)
Disc 3: Rare and Unreleased
1. Slow Train (Soundcheck – Oct. 5, 1978)
2. Do Right to Me Baby (Do Unto Others) (Soundcheck – Dec. 7, 1978)
3. Help Me Understand (Unreleased song – Oct. 5, 1978)
4. Gonna Change My Way of Thinking (Rehearsal – Oct. 2, 1979)
5. Gotta Serve Somebody (Outtake – May 4, 1979)
6. When He Returns (Outtake – May 4, 1979)
7. Ain’t No Man Righteous, No Not One (Unreleased song – May 1, 1979)
8. Trouble in Mind (Outtake – April 30, 1979)
9. Ye Shall Be Changed (Outtake – May 2, 1979)
10. Covenant Woman (Outtake –February 11, 1980)
11. Stand by Faith (Unreleased song – Sept. 26, 1979)
12. I Will Love Him (Unreleased song – Apr. 19, 1980)
13. Jesus Is the One (Unreleased song – Jul. 17, 1981)
14. City of Gold (Unreleased song – Nov. 22, 1980)
15. Thief on the Cross (Unreleased song – Nov. 10, 1981)
16. Pressing On (Outtake – Feb. 13, 1980)
Disc 4: Rare and Unreleased
1. Slow Train (Rehearsal – Oct. 2, 1979)
2. Gotta Serve Somebody (Rehearsal – Oct. 9, 1979)
3. Making a Liar Out of Me (Unreleased song – Sept. 26, 1980)
4. Yonder Comes Sin (Unreleased song – Oct. 1, 1980)
5. Radio Spot January 1980, Portland, OR show
6. Cover Down, Pray Through (Unreleased song – May 1, 1980)
7. Rise Again (Unreleased song – Oct. 16, 1980)
8. Ain’t Gonna Go to Hell for Anybody (Unreleased song – Dec. 2, 1980)
9. The Groom’s Still Waiting at the Altar (Outtake – May 1, 1981)
10. Caribbean Wind (Rehearsal – Sept. 23, 1980)
11. You Changed My Life (Outtake – April 23, 1981)
12. Shot of Love (Outtake – March 25, 1981)
13. Watered-Down Love (Outtake – May 15, 1981)
14. Dead Man, Dead Man (Outtake – April 24, 1981)
15. Every Grain of Sand (Rehearsal – Sept. 26, 1980)
Disc 5 – Live in Toronto 1980
1. Gotta Serve Somebody (April 18, 1980)
2. I Believe In You (April 18, 1980)
3. Covenant Woman (April 19, 1980)
4. When You Gonna Wake Up? (April 18, 1980)
5. When He Returns (April 20, 1980)
6. Ain’t Gonna Go To Hell For Anybody (Unreleased song – April 18, 1980)
7. Cover Down, Pray Through (Unreleased song – April 19, 1980)
8. Man Gave Names To All The Animals (April 19, 1980)
9. Precious Angel (April 19, 1980)
Disc 6 – Live in Toronto 1980
1. Slow Train (April 18, 1980)
2. Do Right To Me Baby (Do Unto Others) (April 20, 1980)
3. Solid Rock (April 20, 1980)
4. Saving Grace (April 18, 1980)
5. What Can I Do For You? (April 19, 1980)
6. In The Garden (April 20, 1980)
7. Band Introductions (April 19, 1980)
8. Are You Ready? (April 19, 1980)
9. Pressing On (April 18, 1980)
Disc 7 – Live in Earl’s Court, London – June 27, 1981
1. Gotta Serve Somebody
2. I Believe In You
3. Like A Rolling Stone
4. Man Gave Names To All The Animals
5. Maggie’s Farm
6. I Don’t Believe You
7. Dead Man, Dead Man
8. Girl From The North Country
9. Ballad Of A Thin Man
Disc 8 – Live in Earl’s Court – London – June 27, 1981
1. Slow Train
2. Let’s Begin
3. Lenny Bruce
4. Mr. Tambourine Man
5. Solid Rock
6. Just Like A Woman
7. Watered-Down Love
8. Forever Young
9. When You Gonna Wake Up
10. In The Garden
11. Band Introductions
12. Blowin’ In The Wind
13. It’s All Over Now, Baby Blue
14. Knockin’ On Heaven’s Door
Disc 9: Bonus DVD
Trouble No More – A Musical Film
DVD EXTRAS:
Shot of Love
Cover Down, Pray Through
Jesus Met the Woman at the Well (Alternate version)
Ain’t Gonna Go to Hell for Anybody (Complete version)
Precious Angel (Complete version)
Slow Train (Complete version)
De dvd bevat de film Trouble No More en enkele extra's, waaronder versies van "Ain't Gonna Go To Hell For Anybody" en "Slow Train".
Wie deze 9 schijven tellende editie van Trouble No More bestelt via Bob Dylans website krijgt een 2 cd bonus-set met opnamen van Bob Dylans concert in San Diego op 28 november 1979.
Naast deze luxe editie verschijnt er een 2 cd of 4 elpee tellende editie van Trouble No More. Deze 2 cd of 4 elpee tellende editie bevat de songs van de eerste twee cd's van de luxe editie.
De tracklist:
Disc 1: Live
1. Slow Train (Nov. 16, 1979)
2. Gotta Serve Somebody (Nov. 15, 1979)
3. I Believe in You (May 16, 1980)
4. When You Gonna Wake Up? (July 9, 1981)
5. When He Returns (Dec. 5, 1979)
6. Man Gave Names to All the Animals (Jan. 16, 1980)
7. Precious Angel (Nov. 16, 1979)
8. Covenant Woman (Nov. 20, 1979)
9. Gonna Change My Way of Thinking (Jan. 31, 1980)
10. Do Right to Me Baby (Do Unto Others) (Jan. 28, 1980)
11. Solid Rock (Nov. 27, 1979)
12. What Can I Do for You? (Nov. 27, 1979)
13. Saved (Jan. 12, 1980)
14. In the Garden (Jan. 27, 1980)
Disc 2: Live
1. Slow Train (June 29, 1981)
2. Ain’t Gonna Go to Hell for Anybody (Unreleased song – Apr. 24, 1980)
3. Gotta Serve Somebody (July 15, 1981)
4. Ain’t No Man Righteous, No Not One (Unreleased song – Nov. 16, 1979)
5. Saving Grace (Nov. 6, 1979)
6. Blessed Is the Name (Unreleased song – Nov. 20, 1979)
7. Solid Rock (Oct. 23, 1981)
8. Are You Ready? (Apr. 30, 1980)
9. Pressing On (Nov. 6, 1979)
10. Shot of Love (July 25, 1981)
11. Dead Man, Dead Man (June 21, 1981)
12. Watered-Down Love (June 12, 1981)
13. In the Summertime (Oct. 21, 1981)
14. The Groom’s Still Waiting at the Altar (Nov. 13, 1980)
15. Caribbean Wind (Nov. 12, 1980)
16. Every Grain of Sand (Nov. 21, 1981)
Disc 3: Rare and Unreleased
1. Slow Train (Soundcheck – Oct. 5, 1978)
2. Do Right to Me Baby (Do Unto Others) (Soundcheck – Dec. 7, 1978)
3. Help Me Understand (Unreleased song – Oct. 5, 1978)
4. Gonna Change My Way of Thinking (Rehearsal – Oct. 2, 1979)
5. Gotta Serve Somebody (Outtake – May 4, 1979)
6. When He Returns (Outtake – May 4, 1979)
7. Ain’t No Man Righteous, No Not One (Unreleased song – May 1, 1979)
8. Trouble in Mind (Outtake – April 30, 1979)
9. Ye Shall Be Changed (Outtake – May 2, 1979)
10. Covenant Woman (Outtake –February 11, 1980)
11. Stand by Faith (Unreleased song – Sept. 26, 1979)
12. I Will Love Him (Unreleased song – Apr. 19, 1980)
13. Jesus Is the One (Unreleased song – Jul. 17, 1981)
14. City of Gold (Unreleased song – Nov. 22, 1980)
15. Thief on the Cross (Unreleased song – Nov. 10, 1981)
16. Pressing On (Outtake – Feb. 13, 1980)
Disc 4: Rare and Unreleased
1. Slow Train (Rehearsal – Oct. 2, 1979)
2. Gotta Serve Somebody (Rehearsal – Oct. 9, 1979)
3. Making a Liar Out of Me (Unreleased song – Sept. 26, 1980)
4. Yonder Comes Sin (Unreleased song – Oct. 1, 1980)
5. Radio Spot January 1980, Portland, OR show
6. Cover Down, Pray Through (Unreleased song – May 1, 1980)
7. Rise Again (Unreleased song – Oct. 16, 1980)
8. Ain’t Gonna Go to Hell for Anybody (Unreleased song – Dec. 2, 1980)
9. The Groom’s Still Waiting at the Altar (Outtake – May 1, 1981)
10. Caribbean Wind (Rehearsal – Sept. 23, 1980)
11. You Changed My Life (Outtake – April 23, 1981)
12. Shot of Love (Outtake – March 25, 1981)
13. Watered-Down Love (Outtake – May 15, 1981)
14. Dead Man, Dead Man (Outtake – April 24, 1981)
15. Every Grain of Sand (Rehearsal – Sept. 26, 1980)
Disc 5 – Live in Toronto 1980
1. Gotta Serve Somebody (April 18, 1980)
2. I Believe In You (April 18, 1980)
3. Covenant Woman (April 19, 1980)
4. When You Gonna Wake Up? (April 18, 1980)
5. When He Returns (April 20, 1980)
6. Ain’t Gonna Go To Hell For Anybody (Unreleased song – April 18, 1980)
7. Cover Down, Pray Through (Unreleased song – April 19, 1980)
8. Man Gave Names To All The Animals (April 19, 1980)
9. Precious Angel (April 19, 1980)
Disc 6 – Live in Toronto 1980
1. Slow Train (April 18, 1980)
2. Do Right To Me Baby (Do Unto Others) (April 20, 1980)
3. Solid Rock (April 20, 1980)
4. Saving Grace (April 18, 1980)
5. What Can I Do For You? (April 19, 1980)
6. In The Garden (April 20, 1980)
7. Band Introductions (April 19, 1980)
8. Are You Ready? (April 19, 1980)
9. Pressing On (April 18, 1980)
Disc 7 – Live in Earl’s Court, London – June 27, 1981
1. Gotta Serve Somebody
2. I Believe In You
3. Like A Rolling Stone
4. Man Gave Names To All The Animals
5. Maggie’s Farm
6. I Don’t Believe You
7. Dead Man, Dead Man
8. Girl From The North Country
9. Ballad Of A Thin Man
Disc 8 – Live in Earl’s Court – London – June 27, 1981
1. Slow Train
2. Let’s Begin
3. Lenny Bruce
4. Mr. Tambourine Man
5. Solid Rock
6. Just Like A Woman
7. Watered-Down Love
8. Forever Young
9. When You Gonna Wake Up
10. In The Garden
11. Band Introductions
12. Blowin’ In The Wind
13. It’s All Over Now, Baby Blue
14. Knockin’ On Heaven’s Door
Disc 9: Bonus DVD
Trouble No More – A Musical Film
DVD EXTRAS:
Shot of Love
Cover Down, Pray Through
Jesus Met the Woman at the Well (Alternate version)
Ain’t Gonna Go to Hell for Anybody (Complete version)
Precious Angel (Complete version)
Slow Train (Complete version)
Twintig jaar Time Out Of Mind - door Floater
Beste Tom,
Twintig jaar Time Out Of Mind
Geen eenvoudige zaak om deze plaat op de juiste waarde te schatten. Dit is het album dat OK Computer in 1998 afhield van een (verdiende?) Grammy voor “Album of the Year”. Al direct na verschijning werd het door de (pop)journalistiek vrijwel unaniem bestempeld als Bob Dylans wederopstanding, de zoveelste. Voor mij was de voorganger World Gone Wrong minstens zo goed, zo niet beter, ook al stonden daar louter covers op. ‘Nobody Sings Dylan Like Dylan’ was ooit de slogan van Columbia. Ik zou daar aan willen toevoegen: ‘Nobody Covers Others Like Dylan’ en het materiaal op die plaat (WGW) vind ik over het algemeen gewoon sterker dan het materiaal op Time Out Of Mind (TOOM). Eigenlijk heb ik vanaf het begin ook moeite gehad met de sound, en dan met name de sound van de TOOM-cd. De vinyl-versie heb ik vijf jaar geleden pas voor het eerst beluisterd. Daar kom ik zo dadelijk op.
Het heeft me eveneens altijd de nodige moeite gekost om Time Out Of Mind van begin tot het eind te beluisteren. Dit heeft enerzijds met de lengte van het album te maken, maar (voor mij) ook met de sterk wisselende kwaliteit van de songs. Mijn favorieten zijn "Love Sick", "Standing In The Doorway", "Tryin’ To Get To Heaven" en "Not Dark Yet". Een lichtelijke aversie heb ik altijd gehad tegen "Million Miles", "‘Til I Fell In Love With You" en "Cold Irons Bound". Voor mij is "Highlands" een beetje een apart geval. Omdat het nummer zo lang duurt heb ik eigenlijk zelden echt zin om er naar te luisteren, maar als het eenmaal op staat vind ik het zeker geen vervelend nummer. "Dirt Road Blues", "Make You Feel My Love" en "Can’t Wait" heb ik altijd als ‘fillers’ beschouwd. Het zijn zeker geen hoogstandjes, maar ze zijn eigenlijk op ieder goed album wel nodig om even op verhaal te komen.
Sinds ik TOOM in 2012 voor het eerst op vinyl heb beluisterd bevalt het album me prima, beter eigenlijk dan ooit tevoren. De warmere klank op vinyl heeft veel van mijn oorspronkelijke bezwaren t.a.v. de productie weggenomen. Misschien is het ook een goede wijn die moet rijpen en na twintig jaar eindelijk op smaak is. Tijdens de her-beluistering op vinyl heb ik Tell Tale Signs (TTS) er ook even bij gepakt (eveneens vinyl), omdat hier veel outtakes van TOOM op te vinden zijn. Met de koptelefoon op heb ik naar "Red River Shore", "Can't Wait", "Marchin' To The City" en de tweede versie van "Mississippi" geluisterd. Ook deze nummers klinken erg warm op vinyl. Bovendien kun je op deze nummers goed horen hoe de nummers moeten hebben geklonken toen ze in de studio werden opgenomen, dus voordat ze gemixt werden.
Ik heb altijd gedacht dat Lanois verantwoordelijk is geweest voor de sound van deze plaat, het blikkerige vervormde geluid. Onlangs las ik dat het geluid van de harmonica op "Tryin' To Get To Heaven" na de opname door sound engineer Mark Howard op verzoek van Dylan door een "distortion box" is gehaald. Kennelijk heeft Dylan zelf bewust naar de blikkerige sound gezocht. Is de plaat hierdoor beter geworden? Voor mij niet. Ik zou heel graag dit album in zijn geheel willen beluisteren zoals het oorspronkelijk live in de studio is opgenomen. TTS licht hierbij een tip van de sluier op.
Na het beluisteren van de nummers van TOOM (inclusief de outtakes op TTS) stel ik mijn ideale versie van TOOM samen. Tot mijn eigen verbazing behoren ook "Cold Irons Bound", "Million Miles" en "Make You Feel My Love" hiertoe. Met name deze nummers klinken fantastisch op vinyl en ze zorgen uiteindelijk ook voor de juiste balans. Hetzelfde geldt voor "Dirt Road Blues".
Mijn ideale vinyl-versie:
Love Sick
Mississippi (de tweede versie op Tell Tale Signs)
Standing In The Doorway
Million Miles
Tryin' To Get To Heaven
Marchin' To The City
Not Dark Yet
Cold Irons Bound
Make You Feel My Love
Dirt Road Blues
Can't Wait (Tell Tale Signs)
Red River Shore
Ik vraag me af hoe TOOM zou zijn ontvangen als bovenstaande versies erop hadden gestaan. Dan was dit naar mijn mening een waar meesterwerk geweest, beslist beter ook dan OK Computer...
Groet,
Floater
Twintig jaar Time Out Of Mind
Geen eenvoudige zaak om deze plaat op de juiste waarde te schatten. Dit is het album dat OK Computer in 1998 afhield van een (verdiende?) Grammy voor “Album of the Year”. Al direct na verschijning werd het door de (pop)journalistiek vrijwel unaniem bestempeld als Bob Dylans wederopstanding, de zoveelste. Voor mij was de voorganger World Gone Wrong minstens zo goed, zo niet beter, ook al stonden daar louter covers op. ‘Nobody Sings Dylan Like Dylan’ was ooit de slogan van Columbia. Ik zou daar aan willen toevoegen: ‘Nobody Covers Others Like Dylan’ en het materiaal op die plaat (WGW) vind ik over het algemeen gewoon sterker dan het materiaal op Time Out Of Mind (TOOM). Eigenlijk heb ik vanaf het begin ook moeite gehad met de sound, en dan met name de sound van de TOOM-cd. De vinyl-versie heb ik vijf jaar geleden pas voor het eerst beluisterd. Daar kom ik zo dadelijk op.
Het heeft me eveneens altijd de nodige moeite gekost om Time Out Of Mind van begin tot het eind te beluisteren. Dit heeft enerzijds met de lengte van het album te maken, maar (voor mij) ook met de sterk wisselende kwaliteit van de songs. Mijn favorieten zijn "Love Sick", "Standing In The Doorway", "Tryin’ To Get To Heaven" en "Not Dark Yet". Een lichtelijke aversie heb ik altijd gehad tegen "Million Miles", "‘Til I Fell In Love With You" en "Cold Irons Bound". Voor mij is "Highlands" een beetje een apart geval. Omdat het nummer zo lang duurt heb ik eigenlijk zelden echt zin om er naar te luisteren, maar als het eenmaal op staat vind ik het zeker geen vervelend nummer. "Dirt Road Blues", "Make You Feel My Love" en "Can’t Wait" heb ik altijd als ‘fillers’ beschouwd. Het zijn zeker geen hoogstandjes, maar ze zijn eigenlijk op ieder goed album wel nodig om even op verhaal te komen.
Sinds ik TOOM in 2012 voor het eerst op vinyl heb beluisterd bevalt het album me prima, beter eigenlijk dan ooit tevoren. De warmere klank op vinyl heeft veel van mijn oorspronkelijke bezwaren t.a.v. de productie weggenomen. Misschien is het ook een goede wijn die moet rijpen en na twintig jaar eindelijk op smaak is. Tijdens de her-beluistering op vinyl heb ik Tell Tale Signs (TTS) er ook even bij gepakt (eveneens vinyl), omdat hier veel outtakes van TOOM op te vinden zijn. Met de koptelefoon op heb ik naar "Red River Shore", "Can't Wait", "Marchin' To The City" en de tweede versie van "Mississippi" geluisterd. Ook deze nummers klinken erg warm op vinyl. Bovendien kun je op deze nummers goed horen hoe de nummers moeten hebben geklonken toen ze in de studio werden opgenomen, dus voordat ze gemixt werden.
Ik heb altijd gedacht dat Lanois verantwoordelijk is geweest voor de sound van deze plaat, het blikkerige vervormde geluid. Onlangs las ik dat het geluid van de harmonica op "Tryin' To Get To Heaven" na de opname door sound engineer Mark Howard op verzoek van Dylan door een "distortion box" is gehaald. Kennelijk heeft Dylan zelf bewust naar de blikkerige sound gezocht. Is de plaat hierdoor beter geworden? Voor mij niet. Ik zou heel graag dit album in zijn geheel willen beluisteren zoals het oorspronkelijk live in de studio is opgenomen. TTS licht hierbij een tip van de sluier op.
Na het beluisteren van de nummers van TOOM (inclusief de outtakes op TTS) stel ik mijn ideale versie van TOOM samen. Tot mijn eigen verbazing behoren ook "Cold Irons Bound", "Million Miles" en "Make You Feel My Love" hiertoe. Met name deze nummers klinken fantastisch op vinyl en ze zorgen uiteindelijk ook voor de juiste balans. Hetzelfde geldt voor "Dirt Road Blues".
Mijn ideale vinyl-versie:
Love Sick
Mississippi (de tweede versie op Tell Tale Signs)
Standing In The Doorway
Million Miles
Tryin' To Get To Heaven
Marchin' To The City
Not Dark Yet
Cold Irons Bound
Make You Feel My Love
Dirt Road Blues
Can't Wait (Tell Tale Signs)
Red River Shore
Ik vraag me af hoe TOOM zou zijn ontvangen als bovenstaande versies erop hadden gestaan. Dan was dit naar mijn mening een waar meesterwerk geweest, beslist beter ook dan OK Computer...
Groet,
Floater
Dylan kort #1253
The Bootleg Series vol. 13: Het lijkt er op dat het bedrijf Rare Cool Stuff Unltd. wederom betrokken is bij de vormgeving van een Bob Dylan-release. Twee "gelekte" afbeeldingen die mogelijk gebruikt gaan worden voor The Bootleg Series vol. 13 staan op de Facebook-pagina van Rare Cool Stuff Unltd. Het gaat om een bewerkte versie van de tekening die de hoes van Slow Train Coming siert en de woorden "Are You Ready...?" Heel spectaculair is dat allemaal nog niet, maar het geeft wel een mogelijke eerste indruk. Zie hier en hier.
Meer Rare Cool Stuff: Op de website van Rare Cool Stuff Unltd. staat onder andere een interview (in vier delen) met fotograaf John Scheele. Scheele maakte de foto's van Bob Dylan en The Band die gebruikt werden voor de hoes van The Basement Tapes en The Basement Tapes Complete. Deel 1 en 2 staan hier, deel 3 en 4 staan hier.
"Leren schrijven met Bob Dylan" op De Laatste Vuurtorenwachter, zie hier. [met dank aan Flor]
Love Sick (1997) - door Jochen
Love Sick (1997)
Een beetje tenenkrommend kunnen ze ook wel eens zijn, maar vaker nog raken ze je tóch, de reclameminiatuurtjes waarvoor Dylan zich in de eenentwintigste eeuw af en toe leent. De Pepsi-commercial is gelikt, zoet en weinig subtiel, maar geeft eigenlijk een reuze respectvolle en leuke upgrade aan “Forever Young”, met dank ook aan Will.i.am. De sobere Applereclame voor de iPod en iTunes uit 2006 (met “Someday Baby”) is aanstekelijk en stijlvol, en het filmpje waarin Dylan in een Cadillac Escalade door een leeg landschap rijdt, bevestigt wel de woorden van Liz Ventura, de verantwoordelijke marketing directeur van Cadillac: “We hebben geprobeerd om alle respect te hebben voor het feit dat hij een legende is.” Dat lukt mede omdat de bard, net als in die andere reclames, niets kwalitatiefs over het aan te prijzen product zegt. En omdat Pepsi, Cadillac en Apple net als Dylan true Americans zijn – met enige tolerantie en verdringing van al te kritische gedachten zou je Dylans aanbeveling van waarachtigheid kunnen verdenken.
Misschien omdat de meester meer praat, wordt dat al iets moeilijker bij de IBM reclame. Maar daar boeien dan wel weer de woorden van de pratende computer Watson, die beweert dat hij alle songs van Dylan heeft geanalyseerd.
“Je belangrijkste thema’s zijn,” concludeert Watson, “Tijd Verstrijkt en Liefde Vervaagt (Time Passes and Love Fades).”
“That sounds about right, dat klopt wel zo ongeveer,” antwoordt Dylan geamuseerd. Watsons claim klopt inderdaad wel zo ongeveer. IBM woordvoerster Laurie Freedman meldt officieel dat de onderzoekers echt 320 songs van Dylan in Watson hebben ingevoerd en diens analyse heeft daadwerkelijk de genoemde thema’s eruit gedestilleerd. Watsons vermogen tot “persoonlijkheidsanalyse, toonanalyse en trefwoordherkenning” heeft geholpen om de data beter te begrijpen. Weliswaar niet alle songs dus, maar toch ruim de helft.
De waardering voor zijn commerciële uitstapjes is echter allesbehalve kamerbreed. Dat hij 1996 de Bank Of Montreal toestond “The Times They Are A-Changin’”
te gebruiken, was al niet lekker gevallen, maar kon tenminste nog onder het veilige kopje ‘Ironie’ worden gerubriceerd. Dat lukt minder gemakkelijk bij de eerste keer dat Dylan ook lijfelijk figureert in een productaanprijzing, voor Victoria’s Secret in 2004. Alleen de doorgewinterde kenners schieten in de lach, want die herinneren zich meteen die ginnegapperige persconferentie uit 1965:
Vraag: Mr. Dylan, in zijn nieuwe boek Freedom In The Air suggereert schrijver Josh Dunson dat u zichzelf aan de commercie heeft verkocht en de folkgemeenschap heeft verraden. Heeft u daarop iets te zeggen, sir?
Dylan: Nee, geen opmerkingen, geen tegenwerpingen. Ik voel me oprecht niet schuldig.
Vraag: Maar als u zich aan de commercie zou verkopen, waarvoor zou u kiezen?
Dylan: Dameskleding.
Zie! Een Bijbels aantal van veertig jaren eerder verkondigt de Profeet reeds zijn verschijnen in een dameskledingadvertentie. De song die daarbij wordt gebruikt is “Love Sick” en daarmee werpt Dylan een tweede schaduw over de schoonheid van het lied.
De eerste Grote Afleider is niet aan Dylan te wijten. Bij de uitreiking van de Grammy Awards in 1998, waar hij zijn drie Grammy’s voor Time Out Of Mind komt ophalen, speelt Dylan “Love Sick”. Tijdens de uitvoering maakt een van de achtergronddansers zich los, ontbloot het bovenlijf, waarop met grote letters Soy Bomb staat geschreven, en voert dertig seconden lang pal naast Dylan een wat spastisch aandoende dans uit, alvorens hij wordt weggevoerd. De man is een zelfverklaard performancekunstenaar, ene Michael Portnoy. De bedoeling van zijn verstoring was, zo verklaart hij later, om “positieve vibraties naar de kijkers thuis te zenden.” De woorden soy bomb (“sojabom”) zijn een gedicht dat hij desgevraagd ook wel wil uitleggen: “Soja staat voor een leven van geconcentreerde voeding. Een bom is, uiteraard, een explosieve, vernietigende kracht. Dus ‘sojabom’ is wat ik denk hoe kunst zou moeten zijn: dicht, transformatief, explosief leven!”
Dat die kraakheldere boodschap niet helemaal overkwam wijt Portnoy, ietwat spijtig, aan een inschattingsfoutje: “Sojabom was bedoeld als een eenvoudig gedicht, maar mijn zwaaiende armen trokken alle aandacht weg.”
Het vestigt wel blijvende aandacht op Portnoy zelf, helaas. Hij mag in alle grote kranten zijn warrige zegje doen, krijgt een podium voor het meest infantiele gekwaak (“Bob Dylan is verleden tijd, ik ben de toekomst van de muziek.”- Daily News) en zelfs ware kunstenaars als popartiest Eels houden die gestolen roem in stand (“Whatever Happened To Soy Bomb” op Blinking Lights And Other Revelations, 2006).
Het gekrakeel overschaduwt, al met al, de schoonheid van Dylans optreden en de buitengewone kracht van “Love Sick”. Op de bonus DVD bij de Limited Edition van Modern Times (2006) is Portnoy vlekkeloos weggeknipt en de glorie kunstmatig hersteld.
Een beetje tenenkrommend kunnen ze ook wel eens zijn, maar vaker nog raken ze je tóch, de reclameminiatuurtjes waarvoor Dylan zich in de eenentwintigste eeuw af en toe leent. De Pepsi-commercial is gelikt, zoet en weinig subtiel, maar geeft eigenlijk een reuze respectvolle en leuke upgrade aan “Forever Young”, met dank ook aan Will.i.am. De sobere Applereclame voor de iPod en iTunes uit 2006 (met “Someday Baby”) is aanstekelijk en stijlvol, en het filmpje waarin Dylan in een Cadillac Escalade door een leeg landschap rijdt, bevestigt wel de woorden van Liz Ventura, de verantwoordelijke marketing directeur van Cadillac: “We hebben geprobeerd om alle respect te hebben voor het feit dat hij een legende is.” Dat lukt mede omdat de bard, net als in die andere reclames, niets kwalitatiefs over het aan te prijzen product zegt. En omdat Pepsi, Cadillac en Apple net als Dylan true Americans zijn – met enige tolerantie en verdringing van al te kritische gedachten zou je Dylans aanbeveling van waarachtigheid kunnen verdenken.
Misschien omdat de meester meer praat, wordt dat al iets moeilijker bij de IBM reclame. Maar daar boeien dan wel weer de woorden van de pratende computer Watson, die beweert dat hij alle songs van Dylan heeft geanalyseerd.
“Je belangrijkste thema’s zijn,” concludeert Watson, “Tijd Verstrijkt en Liefde Vervaagt (Time Passes and Love Fades).”
“That sounds about right, dat klopt wel zo ongeveer,” antwoordt Dylan geamuseerd. Watsons claim klopt inderdaad wel zo ongeveer. IBM woordvoerster Laurie Freedman meldt officieel dat de onderzoekers echt 320 songs van Dylan in Watson hebben ingevoerd en diens analyse heeft daadwerkelijk de genoemde thema’s eruit gedestilleerd. Watsons vermogen tot “persoonlijkheidsanalyse, toonanalyse en trefwoordherkenning” heeft geholpen om de data beter te begrijpen. Weliswaar niet alle songs dus, maar toch ruim de helft.
De waardering voor zijn commerciële uitstapjes is echter allesbehalve kamerbreed. Dat hij 1996 de Bank Of Montreal toestond “The Times They Are A-Changin’”
te gebruiken, was al niet lekker gevallen, maar kon tenminste nog onder het veilige kopje ‘Ironie’ worden gerubriceerd. Dat lukt minder gemakkelijk bij de eerste keer dat Dylan ook lijfelijk figureert in een productaanprijzing, voor Victoria’s Secret in 2004. Alleen de doorgewinterde kenners schieten in de lach, want die herinneren zich meteen die ginnegapperige persconferentie uit 1965:
Vraag: Mr. Dylan, in zijn nieuwe boek Freedom In The Air suggereert schrijver Josh Dunson dat u zichzelf aan de commercie heeft verkocht en de folkgemeenschap heeft verraden. Heeft u daarop iets te zeggen, sir?
Dylan: Nee, geen opmerkingen, geen tegenwerpingen. Ik voel me oprecht niet schuldig.
Vraag: Maar als u zich aan de commercie zou verkopen, waarvoor zou u kiezen?
Dylan: Dameskleding.
Zie! Een Bijbels aantal van veertig jaren eerder verkondigt de Profeet reeds zijn verschijnen in een dameskledingadvertentie. De song die daarbij wordt gebruikt is “Love Sick” en daarmee werpt Dylan een tweede schaduw over de schoonheid van het lied.
De eerste Grote Afleider is niet aan Dylan te wijten. Bij de uitreiking van de Grammy Awards in 1998, waar hij zijn drie Grammy’s voor Time Out Of Mind komt ophalen, speelt Dylan “Love Sick”. Tijdens de uitvoering maakt een van de achtergronddansers zich los, ontbloot het bovenlijf, waarop met grote letters Soy Bomb staat geschreven, en voert dertig seconden lang pal naast Dylan een wat spastisch aandoende dans uit, alvorens hij wordt weggevoerd. De man is een zelfverklaard performancekunstenaar, ene Michael Portnoy. De bedoeling van zijn verstoring was, zo verklaart hij later, om “positieve vibraties naar de kijkers thuis te zenden.” De woorden soy bomb (“sojabom”) zijn een gedicht dat hij desgevraagd ook wel wil uitleggen: “Soja staat voor een leven van geconcentreerde voeding. Een bom is, uiteraard, een explosieve, vernietigende kracht. Dus ‘sojabom’ is wat ik denk hoe kunst zou moeten zijn: dicht, transformatief, explosief leven!”
Dat die kraakheldere boodschap niet helemaal overkwam wijt Portnoy, ietwat spijtig, aan een inschattingsfoutje: “Sojabom was bedoeld als een eenvoudig gedicht, maar mijn zwaaiende armen trokken alle aandacht weg.”
Het vestigt wel blijvende aandacht op Portnoy zelf, helaas. Hij mag in alle grote kranten zijn warrige zegje doen, krijgt een podium voor het meest infantiele gekwaak (“Bob Dylan is verleden tijd, ik ben de toekomst van de muziek.”- Daily News) en zelfs ware kunstenaars als popartiest Eels houden die gestolen roem in stand (“Whatever Happened To Soy Bomb” op Blinking Lights And Other Revelations, 2006).
Het gekrakeel overschaduwt, al met al, de schoonheid van Dylans optreden en de buitengewone kracht van “Love Sick”. Op de bonus DVD bij de Limited Edition van Modern Times (2006) is Portnoy vlekkeloos weggeknipt en de glorie kunstmatig hersteld.
Dylan kort #1252
Vergeet niet de bijdrage van Hans over Time Out Of Mind te lezen (zie het bericht hieronder).
Bob Dylan gaat touren door Amerika, veel concerten zijn een double bill met Mavis Stapels. Voor concertdata, zie hier.
Time Out Of Mind: Volgens een bericht op Searching For A Gem zal de heruitgave op vinyl van Time Out Of Mind bestaan uit het reguliere album op twee elpees en een bonus-single met de van de Victoria's Secret-promo bekende remix van "Love Sick" en de live-versie van "Cold Irons Bound" van Tell Tale Signs, zie hier. Deze heruitgave verschijnt op 6 oktober.
De afbeelding bij dit bericht is van de hoes van het door Simon onlangs gekochte album Band Of Gypsys van Jimi Hendrix. Deze hoes met een foto van vier door Saskia de Boer gemaakte poppen is zéér zeldzaam. Naast een pop van Jimi Hendrix staan op de hoes poppen van Rolling Stone Brian Jones (links), radiomaker John Peel (vooraan) en Bob Dylan (rechts). [met dank aan Simon] Meer over het album Band Of Gypsys en de hoes van dit album, zie hier.
Bob Dylan gaat touren door Amerika, veel concerten zijn een double bill met Mavis Stapels. Voor concertdata, zie hier.
Time Out Of Mind: Volgens een bericht op Searching For A Gem zal de heruitgave op vinyl van Time Out Of Mind bestaan uit het reguliere album op twee elpees en een bonus-single met de van de Victoria's Secret-promo bekende remix van "Love Sick" en de live-versie van "Cold Irons Bound" van Tell Tale Signs, zie hier. Deze heruitgave verschijnt op 6 oktober.
De afbeelding bij dit bericht is van de hoes van het door Simon onlangs gekochte album Band Of Gypsys van Jimi Hendrix. Deze hoes met een foto van vier door Saskia de Boer gemaakte poppen is zéér zeldzaam. Naast een pop van Jimi Hendrix staan op de hoes poppen van Rolling Stone Brian Jones (links), radiomaker John Peel (vooraan) en Bob Dylan (rechts). [met dank aan Simon] Meer over het album Band Of Gypsys en de hoes van dit album, zie hier.
Time out of Mind, flinterdun als een schim die zwaar op je drukt - door Hans Altena
Beste Tom
Het eerste dat me opviel toen ik, net ingetrokken bij een nieuwe geliefde na veel sores, voor het eerst de onovertroffen vinylversie van Time Out Of Mind opzette in '97, was dat de belofte van World Gone Wrong qua klank werd ingelost, en dat deed me dansen, hoe donker ook het klonk, want hoe waren we geteisterd door de productie van de meeste albums uit de tachtiger jaren. Dit was rauw en inventief tegelijk, modern maar niet kunstmatig. Goed, Shot Of Love rockte en Oh Mercy streelde het oor, maar de eerste bevatte teveel magere liedjes, erger nog, miste de geniale die er op hadden moeten staan, kunstje wat met het steriel klinkende Infidels over werd gedaan, al had die over het geheel betere songs, en de laatste gaf met zijn soundscapes een te gelikt tintje aan indringende poëtische bekentenissen, terwijl ook daar weer veel moois was weggegooid (we zwijgen over de briljante ramp die Empire Burlesque heet, wat me achteraf opvalt hoeveel goede teksten die rare periode opleverde, vooral als je de bootlegs meetelt). Hier leek een overdaad een ideeën de poorten te openen op magistrale wijze. We zouden er nog achter komen dat er toch ook weer meer goeds was van waar dit vandaan kwam. Net zoals we middels live uitvoeringen leerden dat Lanois toch ook hier teveel saus, hoe prikkelend ook, had toegevoegd aan deze evocatie van de schim van Buddy Holly, die nog nooit zo droevig het oor binnensloop. En hoewel de teksten intens indringend werden gezongen, bekroop mij al gauw twijfel, dit was liefdesverdriet in het kwadraat, in al zijn nuances beschreven, sfeervol, maar waar waren de lyrische vondsten die ten minste in de beste pennenvruchten van de tachtiger jaren nog diezelfde overweldigende kracht hadden als die van de zestiger jaren, eigenlijk kwam het er op neer dat door de bank genomen de enige echte pointe zat in de titels, de coupletten een tamelijk prozaïsche uitwerking daarvan, tot leven gewekt door de spookachtige dreigende, lijdende stem, hoewel er her en der toch mooie vondsten opdoken en het slotlied trots mocht staan vlak achter een "Desolation Row", "Visions Of Johanna" en "Brownsville Girl". Die twijfel bleef bestaan, hoewel het me later duidelijk werd hoe deze elpee zijdelings de aanleiding vormde voor het feest van "Love & Theft", dat bewust andere wegen insloeg, en dat verdiende toch ook waardering? En dan dat vreemde verschijnsel, telkens wanneer oud leed in me opwelt of frisse tegenslag me terugwerpt en ik in de stemming kom om me te laten troosten zet ik Time Out Of Mind op en word ik overweldigd door de simpele schoonheid, de prachtige opbouw, de vele prijsnummers, en swing ik mijn tranen tegemoet en hef ik met een glimlach mijn glas, even die stilte bij "Make You Feel My Love", waar veel Dylanliefhebbers op neer kijken, maar wat een liefdeslied, en dan de "Highlands" tegemoet, hand me my walking stick!
groet
hans altena
Het eerste dat me opviel toen ik, net ingetrokken bij een nieuwe geliefde na veel sores, voor het eerst de onovertroffen vinylversie van Time Out Of Mind opzette in '97, was dat de belofte van World Gone Wrong qua klank werd ingelost, en dat deed me dansen, hoe donker ook het klonk, want hoe waren we geteisterd door de productie van de meeste albums uit de tachtiger jaren. Dit was rauw en inventief tegelijk, modern maar niet kunstmatig. Goed, Shot Of Love rockte en Oh Mercy streelde het oor, maar de eerste bevatte teveel magere liedjes, erger nog, miste de geniale die er op hadden moeten staan, kunstje wat met het steriel klinkende Infidels over werd gedaan, al had die over het geheel betere songs, en de laatste gaf met zijn soundscapes een te gelikt tintje aan indringende poëtische bekentenissen, terwijl ook daar weer veel moois was weggegooid (we zwijgen over de briljante ramp die Empire Burlesque heet, wat me achteraf opvalt hoeveel goede teksten die rare periode opleverde, vooral als je de bootlegs meetelt). Hier leek een overdaad een ideeën de poorten te openen op magistrale wijze. We zouden er nog achter komen dat er toch ook weer meer goeds was van waar dit vandaan kwam. Net zoals we middels live uitvoeringen leerden dat Lanois toch ook hier teveel saus, hoe prikkelend ook, had toegevoegd aan deze evocatie van de schim van Buddy Holly, die nog nooit zo droevig het oor binnensloop. En hoewel de teksten intens indringend werden gezongen, bekroop mij al gauw twijfel, dit was liefdesverdriet in het kwadraat, in al zijn nuances beschreven, sfeervol, maar waar waren de lyrische vondsten die ten minste in de beste pennenvruchten van de tachtiger jaren nog diezelfde overweldigende kracht hadden als die van de zestiger jaren, eigenlijk kwam het er op neer dat door de bank genomen de enige echte pointe zat in de titels, de coupletten een tamelijk prozaïsche uitwerking daarvan, tot leven gewekt door de spookachtige dreigende, lijdende stem, hoewel er her en der toch mooie vondsten opdoken en het slotlied trots mocht staan vlak achter een "Desolation Row", "Visions Of Johanna" en "Brownsville Girl". Die twijfel bleef bestaan, hoewel het me later duidelijk werd hoe deze elpee zijdelings de aanleiding vormde voor het feest van "Love & Theft", dat bewust andere wegen insloeg, en dat verdiende toch ook waardering? En dan dat vreemde verschijnsel, telkens wanneer oud leed in me opwelt of frisse tegenslag me terugwerpt en ik in de stemming kom om me te laten troosten zet ik Time Out Of Mind op en word ik overweldigd door de simpele schoonheid, de prachtige opbouw, de vele prijsnummers, en swing ik mijn tranen tegemoet en hef ik met een glimlach mijn glas, even die stilte bij "Make You Feel My Love", waar veel Dylanliefhebbers op neer kijken, maar wat een liefdeslied, en dan de "Highlands" tegemoet, hand me my walking stick!
groet
hans altena
"Love And Theft"
Zondagavond, terwijl de potten pruttelen op het gas draai ik "Love And Theft".
Het maakt niet zo heel veel uit welk boek je er op na slaat, bijna altijd zul je lezen dat "Love And Theft" werd uitgebracht op 11 september 2001, de dag dat twee vliegtuigen de torens van het World Trade Center invlogen. Het klopt inderdaad dat "Love And Theft" in Amerika op 11 september 2001 verscheen. In Nederland lag het album een dag eerder al in de winkels. Dat is vandaag 16 jaar geleden.[1]
Er zijn weinig Dylan-albums die ik zo vaak heb gedraaid als "Love And Theft" en hoe vaak ik dit album ook draai, de muziek blijft altijd fris klinken.
Dochterlief danste net door de kamer toen "High Water (For Charley Patton)" voorbij kwam. Ik snap dat, ik doe vaak hetzelfde.
Dat is de reden dat ik "Love And Theft" zo hoog aansla: het niet stil kunnen zitten tijdens het horen van een groot aantal songs op "Love And Theft". Of liever: het is één van de redenen. Er zijn vele redenen om van "Love And Theft" te houden.
Het frisse, open Buddy-Holly-geluid met Dylans stem helemaal voor in de mix is nog zo'n reden om "Love And Theft" hoog aan te slaan.
De "diefstal" die rijk grossiert op dit album is ook een reden. De diefstal die de luisteraar wijst naar bijvoorbeeld Elmore James, Lewis Carroll en Nick Cave.
Songs als "Mississippi", "High Water" en "Floater", songs om jaren in te dwalen zonder een uitgang te vinden.
De behoefte om na het wegsterven van de laatste klanken van "Sugar Baby" weer vooraan te beginnen. Opnieuw "Love And Theft" beginnen.
Er is geen Dylan-album dat ik zo vaak twee, drie keer achter elkaar heb gedraaid als "Love And Theft". De mogelijkheid om te blijven herhalen zonder te vervelen moet ook een reden zijn "Love And Theft" hoog aan te slaan.
Vanavond kom ik niet meer los van "Love And Theft".
En morgen?
Morgen draai ik "Love And Theft" gewoon nog een keer.
[1] Ik weet niet hoe het jou vergaat, maar bij de woorden "16 jaar" denk ik gelijk aan het begin van Dylans "Changing Of The Guards"...
Het maakt niet zo heel veel uit welk boek je er op na slaat, bijna altijd zul je lezen dat "Love And Theft" werd uitgebracht op 11 september 2001, de dag dat twee vliegtuigen de torens van het World Trade Center invlogen. Het klopt inderdaad dat "Love And Theft" in Amerika op 11 september 2001 verscheen. In Nederland lag het album een dag eerder al in de winkels. Dat is vandaag 16 jaar geleden.[1]
Er zijn weinig Dylan-albums die ik zo vaak heb gedraaid als "Love And Theft" en hoe vaak ik dit album ook draai, de muziek blijft altijd fris klinken.
Dochterlief danste net door de kamer toen "High Water (For Charley Patton)" voorbij kwam. Ik snap dat, ik doe vaak hetzelfde.
Dat is de reden dat ik "Love And Theft" zo hoog aansla: het niet stil kunnen zitten tijdens het horen van een groot aantal songs op "Love And Theft". Of liever: het is één van de redenen. Er zijn vele redenen om van "Love And Theft" te houden.
Het frisse, open Buddy-Holly-geluid met Dylans stem helemaal voor in de mix is nog zo'n reden om "Love And Theft" hoog aan te slaan.
De "diefstal" die rijk grossiert op dit album is ook een reden. De diefstal die de luisteraar wijst naar bijvoorbeeld Elmore James, Lewis Carroll en Nick Cave.
Songs als "Mississippi", "High Water" en "Floater", songs om jaren in te dwalen zonder een uitgang te vinden.
De behoefte om na het wegsterven van de laatste klanken van "Sugar Baby" weer vooraan te beginnen. Opnieuw "Love And Theft" beginnen.
Er is geen Dylan-album dat ik zo vaak twee, drie keer achter elkaar heb gedraaid als "Love And Theft". De mogelijkheid om te blijven herhalen zonder te vervelen moet ook een reden zijn "Love And Theft" hoog aan te slaan.
Vanavond kom ik niet meer los van "Love And Theft".
En morgen?
Morgen draai ik "Love And Theft" gewoon nog een keer.
[1] Ik weet niet hoe het jou vergaat, maar bij de woorden "16 jaar" denk ik gelijk aan het begin van Dylans "Changing Of The Guards"...
The Comic Book and Me #49
Well, the comic book and me, just us, we caught the bus
The poor little chauffeur, though, she was back in bed
On the very next day, with a nose full of pus
Yea! Heavy and a bottle of bread
Bob Dylan - "Yea! Heavy And A Bottle Of Bread"
The poor little chauffeur, though, she was back in bed
On the very next day, with a nose full of pus
Yea! Heavy and a bottle of bread
Bob Dylan - "Yea! Heavy And A Bottle Of Bread"
Time Out Of Mind, Dead Man Dead Man & de mail
Nieuw mailadres: De laatste paar weken is het geklooi met hotmail. Ik ben dat geklooi zat en dus ben ik overgestapt naar een nieuw mailadres: twillems87[at]gmail.com. Bijdragen voor deze blog mogen naar dit nieuwe mailadres.
Herkenbaar? Ik ben al dagen bezig met een opname van Dylans concert van 11 oktober 1989 in The Beacon Theatre te New York. Er zijn schitterende versies te horen van onder andere "Lakes Of Ponchartrain", "It Takes A Lot To Laugh, It Takes A Train To Cry" en "What Good Am I?"om er drie noemen. Toch luister ik niet keer op keer naar deze drie songs, maar naar de derde song van dit concert: "Dead Man, Dead Man". Dit nummer is zeker niet het beste nummer van dit concert, maar zeker ook niet het slechtste nummer. Deze "Dead Man, Dead Man" intrigeert. Het lijkt wel alsof Dylan tijdens het spelen van "Dead Man, Dead Man" op de hielen gezeten wordt door het grote kwaad zelf, misschien wel door de dood. Alsof hij haast moet maken, maar tegelijkertijd door de muziek wordt tegengehouden om het tempo niet te ver te laten oplopen. Het is een "Dead Man, Dead Man" vol onrust.
Terwijl ik dit type luister ik voor de twaalfde of dertiende keer in drie dagen naar "Dead Man, Dead Man", Beacon Theatre, New York, 11 oktober 1989.
Time Out Of Mind: Nog iets minder dan drie weken en het is al weer 20 jaar geleden dat Time Out Of Mind - volgens velen het begin van Bob Dylans wederopstanding na een moeilijke periode - verscheen. Is Time Out Of Mind echt zo goed als iedereen in september 1997 riep? Ik riep in september 1997 heel hard, maar heb nu soms mijn twijfels.
Bijdragen van lezers over 20 jaar Time Out Of Mind zijn meer dan welkom.
Herkenbaar? Ik ben al dagen bezig met een opname van Dylans concert van 11 oktober 1989 in The Beacon Theatre te New York. Er zijn schitterende versies te horen van onder andere "Lakes Of Ponchartrain", "It Takes A Lot To Laugh, It Takes A Train To Cry" en "What Good Am I?"om er drie noemen. Toch luister ik niet keer op keer naar deze drie songs, maar naar de derde song van dit concert: "Dead Man, Dead Man". Dit nummer is zeker niet het beste nummer van dit concert, maar zeker ook niet het slechtste nummer. Deze "Dead Man, Dead Man" intrigeert. Het lijkt wel alsof Dylan tijdens het spelen van "Dead Man, Dead Man" op de hielen gezeten wordt door het grote kwaad zelf, misschien wel door de dood. Alsof hij haast moet maken, maar tegelijkertijd door de muziek wordt tegengehouden om het tempo niet te ver te laten oplopen. Het is een "Dead Man, Dead Man" vol onrust.
Terwijl ik dit type luister ik voor de twaalfde of dertiende keer in drie dagen naar "Dead Man, Dead Man", Beacon Theatre, New York, 11 oktober 1989.
Time Out Of Mind: Nog iets minder dan drie weken en het is al weer 20 jaar geleden dat Time Out Of Mind - volgens velen het begin van Bob Dylans wederopstanding na een moeilijke periode - verscheen. Is Time Out Of Mind echt zo goed als iedereen in september 1997 riep? Ik riep in september 1997 heel hard, maar heb nu soms mijn twijfels.
Bijdragen van lezers over 20 jaar Time Out Of Mind zijn meer dan welkom.
Deze tape moet je horen #2 - door Frits
De eerste keer dat je iets meemaakt, is altijd een bijzonder moment. Je hebt geen vergelijkingsmateriaal. Integendeel, het debuut ís het vergelijkingsmateriaal voor elke volgende keer. Dat is althans mijn ervaring bij het bezoeken van concerten van Bob Dylan.
In mei 2002 was het mijn eerste keer. In Ahoy' gaf Dylan een geweldig concert. Ik herinner me dat wij – twee broers, een huisvriend, diens kameraad en ik – schouder aan schouder stonden naast Frank Boeijen (“Zimmerman, waar ben je nou?”). De stoeltjes die door de organisatie waren klaargezet op het 'veld', maar waar niemand gebruik van maakte.
En natuurlijk de uitvoering van "Blind Willie McTell", waarbij we als drie broers elkaar blij verrast aankeken: “Blind Willie!”
Het zou bij een herinnering zijn gebleven, ware het niet dat het grijze circuit van bootleg-verzamelaars mij een live-registratie deed toekomen. Zo kan het gebeuren dat ik nog steeds met enige regelmaat naar het optreden van 2 mei 2002 luister. Om de opener "Wait For The Light To Shine" te horen. Meerstemmig en akoestisch, net als de versie van "Blowin' In The Wind".
Of de schitterende uitvoeringen van "I Threw It All Away", "Love Minus Zero/No Limit", "Solid Rock" en "Mr. Tambourine Man". Ik prijs mezelf gelukkig met deze opname. Anders zou ik nooit geloven dat ik óók nog luisterde naar "The Wicked Messenger", "Sugar Baby", "Man Of Constant Sorrow" (ook weer collegiaal samenzang) en "If Dogs Run Free".
Een schitterende afwisseling van pure rock en poëtische akoestische songs. Tussen 'protestsongs' en religieus materiaal. Klassiekers en publiekslievelingen.
Frank Boeijen ging in het staartje van de encores al eerder de zaal uit. Dat heb je, als je naar collega's gaat luisteren. Je loopt altijd het risico de aandacht op jezelf te richten. Gelukkig maar dat Dylan de Nijmegenaar niet herkende. Anders had hij hem wel toegesproken: “Kerel, het venijn zit 'm in de staart. Boeijen, waar ben je nou?”
Inmiddels zijn we vijftien jaar en acht concerten na dit optreden verder. Nog steeds houd ik '2 mei 2002' als norm aan voor de Dylan-shows. Nog steeds trek ik regelmatig de bootleg uit de kast om te luisteren naar mijn eerste Dylan-concert – ik luister vaker naar dit optreden, dan naar een van de andere bootlegs van “mijn” concerten.
Dat zal wel komen omdat dit eerste optreden het meeste indruk op me heeft gemaakt.
In mei 2002 was het mijn eerste keer. In Ahoy' gaf Dylan een geweldig concert. Ik herinner me dat wij – twee broers, een huisvriend, diens kameraad en ik – schouder aan schouder stonden naast Frank Boeijen (“Zimmerman, waar ben je nou?”). De stoeltjes die door de organisatie waren klaargezet op het 'veld', maar waar niemand gebruik van maakte.
En natuurlijk de uitvoering van "Blind Willie McTell", waarbij we als drie broers elkaar blij verrast aankeken: “Blind Willie!”
Het zou bij een herinnering zijn gebleven, ware het niet dat het grijze circuit van bootleg-verzamelaars mij een live-registratie deed toekomen. Zo kan het gebeuren dat ik nog steeds met enige regelmaat naar het optreden van 2 mei 2002 luister. Om de opener "Wait For The Light To Shine" te horen. Meerstemmig en akoestisch, net als de versie van "Blowin' In The Wind".
Of de schitterende uitvoeringen van "I Threw It All Away", "Love Minus Zero/No Limit", "Solid Rock" en "Mr. Tambourine Man". Ik prijs mezelf gelukkig met deze opname. Anders zou ik nooit geloven dat ik óók nog luisterde naar "The Wicked Messenger", "Sugar Baby", "Man Of Constant Sorrow" (ook weer collegiaal samenzang) en "If Dogs Run Free".
Een schitterende afwisseling van pure rock en poëtische akoestische songs. Tussen 'protestsongs' en religieus materiaal. Klassiekers en publiekslievelingen.
Frank Boeijen ging in het staartje van de encores al eerder de zaal uit. Dat heb je, als je naar collega's gaat luisteren. Je loopt altijd het risico de aandacht op jezelf te richten. Gelukkig maar dat Dylan de Nijmegenaar niet herkende. Anders had hij hem wel toegesproken: “Kerel, het venijn zit 'm in de staart. Boeijen, waar ben je nou?”
Inmiddels zijn we vijftien jaar en acht concerten na dit optreden verder. Nog steeds houd ik '2 mei 2002' als norm aan voor de Dylan-shows. Nog steeds trek ik regelmatig de bootleg uit de kast om te luisteren naar mijn eerste Dylan-concert – ik luister vaker naar dit optreden, dan naar een van de andere bootlegs van “mijn” concerten.
Dat zal wel komen omdat dit eerste optreden het meeste indruk op me heeft gemaakt.
Soon After Midnight (2012) - door Jochen
Soon After Midnight (2012)
De succesvolle en invloedrijke comics serie Preacher (66 delen, 1995-2000) is het uitzinnige, woest uitwaaierende, verbijsterende en hoogst originele verhaal van de priester Jesse Custer. Custer heeft controle gekregen over een half goddelijke, half demonische kracht, “Genesis” en gaat op zoek naar God, die vermist wordt. Die verhaallijn, en de rijkdom aan kleurrijke antagonisten en fantasierijke zijlijntjes, doen veel filmmaatschappijen toehappen. Miramax, HBO, Columbia Pictures… rechten worden gekocht, scripts geschreven en acteurs geselecteerd, maar uiteindelijk durft men een verfilming niet aan. Religieus toch wat te controversieel, en vaak ook wel erg duister. Pas in mei 2016 verschijnt dan toch nog een verfilming: een tiendelige televisieserie op AMC. Het is een succes, en in juni 2017 volgt het tweede, dertiendelige seizoen.
De achtste aflevering daarvan eindigt, geheel in stijl, bizar. Custers reisgenoot en kameraad Cassidy, een ontroerend trouwe, vrolijke en onsterfelijke vampier van Ierse komaf, benadert het bed waarop zijn zoon ligt te sterven. Cassidy staart zijn zoon met ongewoon ernstige, intense blik aan en zingt met zwaar Iers accent:
Way down in Tipperary where cow plop is thick
Where women are young and the lads all come quick
There lived pretty Charlotte, the girl we adore
The pride of Dear Erin, the Scarlet Haired whore
It's Charlotte the harlot, the girl we adore
The pride of Dear Erin
The Scarlet Haired whore
“Charlotte The Harlot”, Charlotte de lichtekooi, is een oeroud scabreus lied dat in tientallen varianten, in oplopende schunnigheid, overal in de Engelstalige wereld wordt gezongen. Dylan kent ongetwijfeld de versie van de peetvader van de Greenwich folkscene, Oscar Brand, op diens Bawdy Hootenanny (1955). Folkmuzikant Brand is behalve de organisator van het Newport Folk Festival ook de presentator van ’s werelds langst lopende radioshow, Oscar Brand's Folksong Festival. Aan hem danken we Dylans radiodebuut, 29 oktober 1961, de uitzending waarin de jonge Bob allerlei flauwekul over zijn kermisverleden bij elkaar fantaseert (“Dit lied heb ik geleerd van een boer uit South Dakota, hij speelde het op een autoharp. Hij heet Wilbur. Ik ontmoette hem iets buiten Sioux Falls toen ik daar op bezoek was”) en waarin hij “Sally Gal” speelt.
Vijftig jaar later dringt Charlotte the Harlot door tot Dylans oeuvre, in het intrigerende en vaak verkeerd begrepen lied “Soon After Midnight” op het bejubelde album Tempest (2012).
Bij verschijnen krijgt die plaat – uiteraard – alle aandacht en zonder uitzondering positieve recensies. In diezelfde besprekingen komt “Soon After Midnight” er echter doorgaans bekaaid vanaf. The Guardian en Rolling Stone noemen het lied zelfs helemaal niet, The New Yorker, Billboard en de New York Times denken dat het een liefdesliedje is en zien er liefdesverdriet in, en alleen Uncut en The Sun ontwaren kwaadaardige wraakzucht en een sinistere ommezwaai.
De opening zet de luisteraars natuurlijk op het verkeerde been, dat is waar. “Ik zoek naar de woorden om je te bezingen” is een zoetig, weeïg poesiealbumcliché, dat Dylan leent uit het doo-wop en crooneridioom van de jaren 50. Sinatra’s “Too Marvellous For Words”, Sarah Vaughans “Words Can’t Decribe” en “I Don’t Know How To Say I Love You” van The Superlatives, bijvoorbeeld. Zoals Dylan in elk couplet wel ergens leentjebuur speelt. “Money Honey” van The Drifters draait hij in zijn radioprogramma Theme Time Radio Hour, en speelt hij ook een paar keer zelf op het podium. “Moon Got In My Eyes” kennen we zowel van Bing Crosby als Sinatra, “On The Killing Floors” is een evergreen die Dylan vermoedelijk al sinds Howlin’ Wolf (1964) kent, en anders wel in de uitvoering van Clapton, of van Jimi Hendrix, of de schitterende versie van zijn muzikale partner Mike Bloomfield (met Electric Flag, 1968). In elk geval heeft de meester genoten van de film “O Brother Where Art Thou” van de Coen Brothers. Sowieso van de soundtrack, waarop “Hard Time Killing Floor Blues” van Chris Thomas King staat: “I was delighted with this album and even watched the movie,” verklapt hij tijdens een persconferentie in Rome, in juli 2001.
De succesvolle en invloedrijke comics serie Preacher (66 delen, 1995-2000) is het uitzinnige, woest uitwaaierende, verbijsterende en hoogst originele verhaal van de priester Jesse Custer. Custer heeft controle gekregen over een half goddelijke, half demonische kracht, “Genesis” en gaat op zoek naar God, die vermist wordt. Die verhaallijn, en de rijkdom aan kleurrijke antagonisten en fantasierijke zijlijntjes, doen veel filmmaatschappijen toehappen. Miramax, HBO, Columbia Pictures… rechten worden gekocht, scripts geschreven en acteurs geselecteerd, maar uiteindelijk durft men een verfilming niet aan. Religieus toch wat te controversieel, en vaak ook wel erg duister. Pas in mei 2016 verschijnt dan toch nog een verfilming: een tiendelige televisieserie op AMC. Het is een succes, en in juni 2017 volgt het tweede, dertiendelige seizoen.
De achtste aflevering daarvan eindigt, geheel in stijl, bizar. Custers reisgenoot en kameraad Cassidy, een ontroerend trouwe, vrolijke en onsterfelijke vampier van Ierse komaf, benadert het bed waarop zijn zoon ligt te sterven. Cassidy staart zijn zoon met ongewoon ernstige, intense blik aan en zingt met zwaar Iers accent:
Way down in Tipperary where cow plop is thick
Where women are young and the lads all come quick
There lived pretty Charlotte, the girl we adore
The pride of Dear Erin, the Scarlet Haired whore
It's Charlotte the harlot, the girl we adore
The pride of Dear Erin
The Scarlet Haired whore
“Charlotte The Harlot”, Charlotte de lichtekooi, is een oeroud scabreus lied dat in tientallen varianten, in oplopende schunnigheid, overal in de Engelstalige wereld wordt gezongen. Dylan kent ongetwijfeld de versie van de peetvader van de Greenwich folkscene, Oscar Brand, op diens Bawdy Hootenanny (1955). Folkmuzikant Brand is behalve de organisator van het Newport Folk Festival ook de presentator van ’s werelds langst lopende radioshow, Oscar Brand's Folksong Festival. Aan hem danken we Dylans radiodebuut, 29 oktober 1961, de uitzending waarin de jonge Bob allerlei flauwekul over zijn kermisverleden bij elkaar fantaseert (“Dit lied heb ik geleerd van een boer uit South Dakota, hij speelde het op een autoharp. Hij heet Wilbur. Ik ontmoette hem iets buiten Sioux Falls toen ik daar op bezoek was”) en waarin hij “Sally Gal” speelt.
Vijftig jaar later dringt Charlotte the Harlot door tot Dylans oeuvre, in het intrigerende en vaak verkeerd begrepen lied “Soon After Midnight” op het bejubelde album Tempest (2012).
Bij verschijnen krijgt die plaat – uiteraard – alle aandacht en zonder uitzondering positieve recensies. In diezelfde besprekingen komt “Soon After Midnight” er echter doorgaans bekaaid vanaf. The Guardian en Rolling Stone noemen het lied zelfs helemaal niet, The New Yorker, Billboard en de New York Times denken dat het een liefdesliedje is en zien er liefdesverdriet in, en alleen Uncut en The Sun ontwaren kwaadaardige wraakzucht en een sinistere ommezwaai.
De opening zet de luisteraars natuurlijk op het verkeerde been, dat is waar. “Ik zoek naar de woorden om je te bezingen” is een zoetig, weeïg poesiealbumcliché, dat Dylan leent uit het doo-wop en crooneridioom van de jaren 50. Sinatra’s “Too Marvellous For Words”, Sarah Vaughans “Words Can’t Decribe” en “I Don’t Know How To Say I Love You” van The Superlatives, bijvoorbeeld. Zoals Dylan in elk couplet wel ergens leentjebuur speelt. “Money Honey” van The Drifters draait hij in zijn radioprogramma Theme Time Radio Hour, en speelt hij ook een paar keer zelf op het podium. “Moon Got In My Eyes” kennen we zowel van Bing Crosby als Sinatra, “On The Killing Floors” is een evergreen die Dylan vermoedelijk al sinds Howlin’ Wolf (1964) kent, en anders wel in de uitvoering van Clapton, of van Jimi Hendrix, of de schitterende versie van zijn muzikale partner Mike Bloomfield (met Electric Flag, 1968). In elk geval heeft de meester genoten van de film “O Brother Where Art Thou” van de Coen Brothers. Sowieso van de soundtrack, waarop “Hard Time Killing Floor Blues” van Chris Thomas King staat: “I was delighted with this album and even watched the movie,” verklapt hij tijdens een persconferentie in Rome, in juli 2001.
Abonneren op:
Posts (Atom)