The Times They Are A-Changin’ (1963) - door Jochen

The Times They Are A-Changin’ (1963)

“Struikelend over verloren sigaren van Bertolt Brecht,” schrijft Dylan in de laatste van zijn 11 Outlined Epitaphs (1963), waarin hij behalve reflecties over change, over verandering, een hele serie invloedrijke kunstenaars opsomt. Veertig jaar later onderstreept de dichter de invloed van Brecht nog eens, en stukken uitvoeriger, in zijn autobiografie Chronicles. Explicieter ook, dit keer; Dylan belijdt bijna vijf bladzijden lang zijn ontzag voor de Brechtsong “Seeräuber Jenny” en stelt dat hij vanaf nu songs “totaal beïnvloed door Pirate Jenny” probeert te schrijven.
Te danken hebben we de fascinatie aan Suze Rotolo, Dylans toenmalige vriendin, die destijds een baantje had bij een muziekproductie, bij George Tabori’s Brecht on Brecht. Rotolo herinnert zich ook nog hoe haar vriendje getroffen werd door “Pirate Jenny”: “Hij was stil en verroerde zich niet. Wiebelde zelfs niet met z’n been. Brecht zou vanaf nu deel van hem zijn, net als de uitvoering van Micki Grant als Pirate Jenny.”
Dat lied zal echoën in “When The Ship Comes In”, maar überhaupt doet het iets met Dylans kunstopvatting. “Woody (Guthrie) had nooit zo’n soort song geschreven. Het was geen protestlied en geen sociaal commentaar en er zat geen mensenliefde in.” Hij beschrijft vervolgens hoe hij het liedje ontleedt, de magie ervan probeert te achterhalen, vergelijkt het met Picasso’s Guernica en bewondert het als een “intens lied” dat “een nieuwe prikkel voor mijn zintuigen was”, het heeft “veerkracht” en een “buitensporige kracht.”

Misschien geeft Dylan iets te veel eer aan Brecht – zijn kennismaking met “Pirate Jenny” vindt plaats in het late voorjaar van 1963, als hij ook op eigen kracht en inzicht al los begint te komen van topical songs – maar anderzijds verzwijgt hij de impact die een ander lied uit diezelfde Brechtproductie moet hebben gemaakt: “The Song Of The Moldau”.
Das Lied von der Moldau (muziek Hanns Eisler, tekst Bertolt Brecht) komt oorspronkelijk uit een van Brechts latere stukken, Schweyk im Zweiten Weltkrieg, en wordt ook door Tabori vertaald en bewerkt voor Brecht on Brecht. Het is een kort lied (drie coupletten van vier regels, het derde couplet is een herhaling van het eerste) en vooral het tweede couplet ringt een belletje:

Times are a-changing. The mightiest scheming
Won't save the mighty. The bubble will burst.
Like bloody old peacocks they're strutting and screaming,
But, times are a-changing. The last shall be the first.
The last shall be the first.

Ongeveer drie maanden nadat hij dit heeft gehoord, schrijft Dylan “The Times They Are A-Changin’”.

De impact van dit iconische lied is ongeëvenaard. De titel is inmiddels een spreekwoord, het aantal covers is niet te tellen en het behoort tot het uiterst selecte groepje songs dat doordringt tot een uitspraak van het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten, The Supreme Court. “The Times They Are A-Changin’ is een zwak excuus voor het verzaken van je plicht,” schrijft rechter Antonin Scalia bij een zaak in 2010 – en dat is pas de tweede keer dat een liedcitaat tot deze allerhoogste instantie doordringt (de eerste is ook al van Dylan, uit Like A Rolling Stone). Het wordt gebruikt in televisieseries, commercials, films, Steve Jobs citeert het bij de introductie van de Macintosh computer en het wordt tot op de dag van vandaag – al dan niet bewerkt – gezongen bij het maken van politieke statements. Het meest recent door Billy Bragg in 2017.
Die impact was opzet, begrijpen we van Dylans eigen commentaar bij het lied in de liner notes van Biograph (1985): “Dit was absoluut een lied met een doel (…). Ik wilde een grootse song schrijven.” Dat vooropgezette, bewuste blijkt ook uit de bekende anekdote die medemuzikant Tony Glover vertelt. Glover vindt een eerste opzetje voor de song in Dylans typemachine en vraagt, kennelijk weinig geïmponeerd: “What is this shit, man?” Dylan haalt z’n schouders op en antwoordt: “Nou ja, je weet wel, kennelijk willen de mensen zoiets horen.”

Het is een wat defensief weerwoord, misschien zelfs cynisch, maar de tijd geeft Dylan gelijk. Het ís inderdaad een lied dat de mensen graag willen (blijven) horen. En het bewijst Dylans meesterschap, het meesterschap van de kersenplukkende thief of thoughts.
De tekst is tijdloos. De meester is zo slim om, ook bij verwijzingen naar de actualiteit, algemene, universeel geldende bewoordingen te kiezen. Het derde couplet, bijvoorbeeld:



Come senators, congressmen
Please heed the call
Don’t stand in the doorway
Don’t block up the hall

Dat verwijst natuurlijk naar het beschamende, recente incident op 11 juni 1963 in Alabama, als Gouverneur George Wallace voor de deur van de Universiteit blijft staan om symbolisch en fysiek de toegang van twee zwarte studenten te blokkeren. De dichter noemt echter geen naam, geen datum, geen plaats, voegt slechts toe dat een strijd gaande is (there’s a battle outside and it’s ragin’) en bereikt aldus dat hij het 47 jaar later nog steeds met zeggingskracht kan zingen – in het Witte Huis, voor de eerste zwarte president.
De overige coupletten hebben diezelfde, eeuwige kwaliteit en dat is niet alleen aan die bewust onscherpe ongerichtheid te danken. Dylan wordt behendiger in het kersenplukken, zoals hij in die 11 Outlined Epitaphs, op de hoes van de LP ook verklapt: yes, I am a thief of thoughts. Hier maakt hij een collage van clichés uit Schotse en Ierse ballades uit voorbije eeuwen met hun Come all ye… openingsregels, zoals ook het voorvoegsel a- een archaïsche intensivering uit oude ballades is, van citaten uit het Nieuwe Testament (“Alzo zullen de laatsten de eersten zijn, en de eersten de laatsten”, Matth. 20:26, onder andere) en fragmenten uit Brechtliederen.
Daarmee treedt Dylan overigens ook qua arbeidswijze in de voetsporen van Bertolt Brecht. De grote Duitse toneelschrijver leunt eveneens op andermans werk, kopieert en vertaalt uitbundig uit buitenlandse stukken, put zonder terughoudendheid uit literatuur uit alle eeuwen en zet ook zonder blikken of blozen zijn eigen naam onder bijdragen van anderen, vooral van Elisabeth Hauptmann, met wie hij een knipperlichtrelatie onderhoudt. Wat niets afdoet aan het meesterschap, natuurlijk. Brecht is net als Dylan een edelsmid, een vakman die uit her en der verzamelde kostbaarheden een glanzend sieraad weet te construeren.
 
Hetzelfde geldt voor de melodie. Analytici wijzen op de melodische overeenkomst met “One Too Many Mornings”, op dezelfde plaat. Ook “Paths Of Victory”, een andere Dylansong uit deze periode, blijkt redelijk te passen over The Times – als je de maatsoort aanpast, tenminste (naar 12/8). Voor alle drie geldt dat de melodie een eeuwenoude déjà entendu heeft, en dat bevestigt Dylan in november 2003, in het interview met Robert Hilburn in Amsterdam: “Je gebruikt wat je aangereikt wordt. The Times They Are A-Changin’ heb ik vermoedelijk van een oude Schotse ballade.”
Die woorden resoneren in Schotland, waar trotse, Schotse Dylanvolgers meteen aan het speuren slaan. Daarbij komt de naam van Hamish Henderson (1919-2002) bovendrijven, wiens “The 51st (Highland) Division’s Farewell to Sicily” model zou hebben gestaan. In Groot-Britannië komt die “ontdekking” in opgepoetste vorm in de media terecht, waarbij hooggewaardeerd en kundig muzikant Rab Noakes zich laat citeren met een semiwetenschappelijke analyse:

“Toen ik het lied bestudeerde realiseerde ik me dat de frasering identiek is aan Hendersons stuk en dat je Dylans woorden eroverheen kunt zingen. Hoewel er verschillen zijn in de hoofdmelodie, is de refreinmelodie, die uiteindelijk The Times They Are A-Changin’ werd, vrijwel identiek.”

Er zijn verder ook wel wat biografische lijntjes tussen Dylan en Hamish Henderson te trekken (via The Clancy Brothers, bijvoorbeeld), en daarmee zijn we er wel. Na publicaties over deze vondst (o.a. in The Telegraph en The Scotsman in 2004) verwordt het vermeende kopiëren van dat Farewell To Sicily (of “Banks Of Sicily”) langzaam maar zeker tot een muziekhistorisch feit. Met groeiende stelligheid vermelden zelfs goed ingevoerde auteurs als Clinton Heylin het lied als bron, in 2011 stelt de respectabele BBC naar aanleiding van een festival ter ere van Henderson onomwonden: “De Amerikaanse songschrijver Bob Dylan heeft gezegd dat het lied The 51st (Highland) Division’s Farewell to Sicily van de Schot zijn song The Times They Are A-Changin’ heeft beïnvloed” en de serieuze Sunday Herald meldt terloops, tussen haakjes, in het verder fraaie artikel What The Folk Is Folk, 7 mei 2017, over folkmuziek: “(…) en Bob Dylan (die The Times They Are A-Changin’ baseerde op gedeeltes van The 51st Highland Division’s Farewell to Sicily).”
En zo evolueert in nauwelijks dertien jaar een wat al te enthousiaste claim van een paar Schotse Dylanbloggers tot een kennelijk onomstreden muziekhistorisch feit, zó onomstreden dat de Herald alleen nog maar even tussen haakjes eraan herinnert.
Het is echter fake news. Luister maar naar een of meer van de vele versies die van Banks Of Sicily op YouTube te vinden zijn – je moet wel héél erg van goede wil zijn om sporen van The Times erin te horen. Maar ach, dat Dylan gespeeld heeft met, gesprokkeld heeft uit melodiefragmenten van oude Schotse ballades – dat zal vast kloppen. The Times hééft zo’n onverwoestbare, tijdloze, prachtige melodie.

Dat blijkt ook uit de waardering van de vele, vele artiesten die het lied op hun repertoire hebben. Honderden covers bestaan er, die met elkaar gemeen hebben dat ze eigenlijk altijd wel verdraaglijk zijn, maar ook zelden iets toevoegen aan het origineel. Tracy Chapman, bijvoorbeeld, en The Byrds, en de prachtige versie van Keb’ Mo. Al te ambitieuze pogingen om toch een nieuwe insteek te vinden zijn verkrampt en falen (Barb Jungr, Steve Marriott).
Herbie Hancock is de uitzondering. Het dromerige gepingel van de briljante jazzmuzikant past eigenlijk niet bij dit assertieve lied, maar de samenwerking met The Chieftains pakt verrassend goed uit; The Times krijgt een mijmerende, reflectieve laag die er uitstekend bij past (op The Imagine Project, 2010) – alleen al omdat dit beroemdste protestlied van ’s werelds bekendste protestzanger feitelijk nergens tegen protesteert.


The Times They Are A-Changin’
Come gather ’round people
Wherever you roam
And admit that the waters
Around you have grown
And accept it that soon
You’ll be drenched to the bone
If your time to you is worth savin’
Then you better start swimmin’ or you’ll sink like a stone
For the times they are a-changin’

Come writers and critics
Who prophesize with your pen
And keep your eyes wide
The chance won’t come again
And don’t speak too soon
For the wheel’s still in spin
And there’s no tellin’ who that it’s namin’
For the loser now will be later to win
For the times they are a-changin’

Come senators, congressmen
Please heed the call
Don’t stand in the doorway
Don’t block up the hall
For he that gets hurt
Will be he who has stalled
There’s a battle outside and it is ragin’
It’ll soon shake your windows and rattle your walls
For the times they are a-changin’

Come mothers and fathers
Throughout the land
And don’t criticize
What you can’t understand
Your sons and your daughters
Are beyond your command
Your old road is rapidly agin’
Please get out of the new one if you can’t lend your hand
For the times they are a-changin’

The line it is drawn
The curse it is cast
The slow one now
Will later be fast
As the present now
Will later be past
The order is rapidly fadin’
And the first one now will later be last
For the times they are a-changin’



     

Geen opmerkingen: