The 1966 Live Recordings - een anti-recensie #14

Luisterend naar de verschillende concerten van tournee '66 heb ik eigenlijk nooit een uitgesproken voorkeur voor Dylans solo-set of de Hawks-set gehad. Beide sets zijn mij eigenlijk altijd min of meer even lief. Bij het concert in Edinburgh (20 mei) ligt dat anders: ik vind Dylans solo-set wat tam terwijl hij en de mannen van The Hawks in het tweede deel van het concert wel knallen.
Daarmee wil ik niet zeggen dat Dylans solo-set in Edinburgh slecht is, dat is 'ie namelijk niet. Maar groots is die solo-set nou ook weer niet. Ik heb inmiddels vele solo-sets in The 1966 Live Recordings gehoord die echt beter zijn dan Edinburgh.
Is het erg dat ik dat vind? Ja, het laat zien dat ik een verwend kreng ben.

Goed, Edinburgh dus. Wat moet ik over dit concert schrijven? Wat ik ook schrijf, ik mag de woorden "fragiel" en "breekbaar" niet gebruiken. (zie hier).
"Fourth Time Around" is in de oren van het publiek grappig en voor "Visions Of Johanna" blijkt dat Bob Dylan de benodigde mondharmonica niet bij zich te hebben gestoken. Hij mag een harmonica lenen van iemand in het publiek. (Wie neemt er nou een harmonica mee naar een concert? Rare mensen daar in Edinburgh.)
Zowel de opname van "Desolation Row" als van "Mr. Tambourine Man" is net niet helemaal compleet, maar alleen achter "Desolation Row" op de hoes van deze cd staat "incomplete". Vreemd.

Bij het opzetten van de cd met het Hawks-deel van dit concert is meteen hoorbaar dat dit een opname is van Richard Alderson. Mono, droog, perfect.
"Tell Me, Momma" schudt het publiek in het ABC Theatre wakker. Hoe meer opnamen van tour '66 ik hoor, hoe meer ik er van overtuigd ben dat Bob Dylan tijdens het Hawks-deel soms met opzet te hard in de microfoon zong zodat zijn stem vervormd werd vanwege de extra dimensie die dit de muziek meegeeft. Luister maar naar "I Don't Believe You".
Vanaf "Just Like Tom Thumb's Blues" tot het eind van het concert staan Dylan & The Hawks op de toppen van hun tenen te spelen. Messcherp.
"Leopard-Skin Pill-Box Hat" - niemand zit stil - wordt opgedragen aan de Taj Mahal en "Ballad Of A Thin Man" van Edinburgh kennen we al van het zevende deel van The Bootleg Series.
"Richard" zegt Dylan in de microfoon voor hij meneer Jones aan de schandpaal nagelt.
Drummer Mickey Jones opent afsluiter "Like A Rolling Stone" met een dusdanig harde knal dat er daarna geen weg meer terug is. Snoeihard en overdonderend.
Het publiek in Edinburgh was alleraardigst, aldus Dylan aan het eind.
Hij heeft gelijk, in 1966 woonden er in Edinburgh alleen maar aardige mensen.


2 opmerkingen:

Gerbrand zei

Ben ik alleen nog benieuwd wat je van 'Just Like a Woman' in Edinburgh vindt...

😉👍🏻

tom zei

Als antiek glas, Gerbrand, goed vasthouden. Met twee handen...