Voor wie nieuwsgierig is, het gaat om albums van Indigo Girls en Danny Schmidt.
Terwijl ik dit schrijft, kletst Freek de Jonge over Dont Look Back, het langwerpige boek Complete Works (approximately), de Nobelprijs, Harry Mulisch en Woody Guthrie. Ik sta nog aan het begin van de vijfde aflevering van de BOBCast, er zullen in de komende drie kwartier nog genoeg andere Dylan-gerelateerde zaken voorbij komen.
Naast de ansichtkaart met het portret van Martin Luther King ligt de dichtbundel Ik en ik van Toon Tellegen uit 1985. Ik zal niet de enige Dylan-liefhebber zijn die bij het zien van die titel gelijk moet denken aan Dylans song "I and I" van het album Infidels. Sterke song. Neem alleen de eerste twee regels al:
Been so long since a strange woman has slept in my bed
Look how sweet she sleeps, how free must be her dreams
Kippenvel. Het hoeft niet eens een herkenbare voorstelling te zijn voor de luisteraar, door de manier waarop Dylan het zingt is het een voorstelbare voorstelling. Dat is de kracht van Dylan.
En dan iets verder:
Outside of two men on a train platform there’s nobody in sight
They’re waiting for spring to come, smoking down the track
The world could come to an end tonight, but that’s all right
She should still be there sleepin’ when I get back
"I and I" is zo'n song die dagen kan opslokken. Een song die dagen door je hoofd kan spoken, kan eisen dat het in een serie van dagen vele malen gedraaid wordt. En hoe vaak de song in die dagen ook gehoord wordt, er blijft altijd de honger naar nog een keer.
En nog een keer.
En nog een keer.
Er komen weinig woorden uit mijn vingers vandaag. Mijn hoofd zit vol verlangen naar "I and I" en ondertussen kletsen Chris Kijne, Lars Huldhof en Freek de Jonge in mijn oor.
1 opmerking:
I and I, 21 mei.
Dylan is een tweeling. Kennelijk heeft hij dat verwerkt....
Een reactie posten