aantekening #7499

Juli 2020, het manuscript van Bob Dylan in Nederland 1965 - 1984 ligt bij de uitgever. En terwijl die uitgever van dat manuscript een boek maakt, werk ik aan deel 2, aan Bob Dylan in Nederland 1985 en verder. Dat "en verder" gaat nog een jaartal worden, maar welk jaartal dat wordt, weet ik nog niet, dus voor nu: "en verder". Om aan dat boek te kunnen schrijven pluis ik duizenden kranten en tijdschriften uit op zoek naar artikelen met bruikbare informatie. 
Soms kom ik rare, grappige of opmerkelijke zaken tegen.

In de Volkskrant van 2 februari 1987 schrijft François de Waal over het Filmfestival Rotterdam. In dat artikel staat de volgende zin: "Tijdens zes minuten razen er 469 filmfragmenten over het doek, van Dog Day Afternoon tot The Sound Of Music en van Don't Look Now (Pennebakers documentaire over Bob Dylan) tot Laurel en Hardy."

Die Pennebaker-film over Dylan heet natuurlijk geen Don't Look Now, maar Dont Look Back, zonder apostrof. Zo'n fout in de krant roept uiteraard reactie op. Dylan-liefhebbers lijken een talent te hebben voor zich ergeren aan dit soort foutjes ( en ja, ik heb de neiging om vooraan te lopen als het gaat om ergeren over dit soort stommiteiten...)

Negen dagen na het artikel bevat de Volkskrant een ingezonden brief van E. Lesman, hij / zij heeft zich geërgerd:

In de Volkskrant van 2 februari stond een recensie over het Rotterdam Filmfestival. Hierin werd onder andere aandacht besteed aan de vertoonde films van D.A. Pennebaker. Deze regisseur heeft twintig jaar geleden enkele muziekfilms gemaakt, waaronder de registratie van een tournee door Engeland van Bob Dylan.
Deze muzikant valt vooral op door de afgebakende perioden in zijn carrière. Begonnen als "folksinger" werd hij alras tot protestzanger en ten tijde van bovengenoemde film speelde hij voornamelijk "folkrock".
Het daarmee gepaard gaande gebruik van elektrische muziekinstrumenten, werd door oude fans nauwelijks in dank afgenomen, ook niet tijdens deze tournee. Maar Dylan had lak aan de wens van het publiek, want hij wilde steeds nieuwe dingen uitproberen. Daarom heet deze film ook: Don't Look Back.
En dus niet, zoals in uw recensie staat, Don't Look Now. In Pennebakers film komt, voor zover ik weet, geen mooie vrijscène voor met Donald Sutherland. 

Het grappige is natuurlijk dat de briefschrijver boos is over het feit dat François de Waal in zijn artikel de titel geeft van een film met Donald Sutherland, en niet de correcte titel van de Pennebaker-film over Dylan, maar dat diezelfde briefschrijver in zijn verbolgen reactie een beschrijving geeft van de verkeerde Dylan-film, namelijk van Eat The Document, niet van Dont Look Back

~ * ~ * ~

Andere dag, ander artikel. 
In zijn recensie van het boek Het geheim van de dichter van Ad van Iterson, schrijft Gerrit Jan Zwier in Leeuwarder Courant van 1 augustus 1986: "Vaak situeert hij zijn vertellingen binnen het Nijmeegse of Amsterdamse studentenmilieu; dikwijls stijgt er uit zijn proza de café-sfeer van de jaren zestig op, compleet met Bob Dylan-achtige gitaarfreaks en toepsessies in het buurthuis."

Ik heb het boek van Ad van Iterson gekocht en gelezen. Als in dit boek "Bob Dylan-achtige gitaarfreaks" voorbij komen, wil ik het weten. Ergens hoopte ik ook dat Dylan zelf nog in dit boek voorbij zou komen, tevergeefs. Dylan is in geen velden of wegen te bekennen in Het geheim van de dichter.
Goed, dan de "Bob Dylan-achtige gitaarfreaks". In één van de negen verhalen in Het geheim van de dichter kom ik een gitaar spelend personage tegen. Van Iterson:

'Ik heb een gitaar,' zei hij.
'Een gitaar,' zei ik hem na. Hij knikte. 'Ik hou wel van levendige muziek,'zei ik lachend, maar had al meteen spijt van die flauwe grap.

en iets verder op dezelfde bladzijde:

Hij heette Hans Postma of Postuma. (...) Hij hield van country, maar meer nog van blues. En hij had dus een gitaar.

en nog een paar pagina's verder:

'Zoekt?' zei ik. Ik begreep hem niet helemaal.
'Dostojewski is een zoeker,' zei Hans, nog steeds naar buiten kijkend. Hij draaide zich om, pakte zijn gitaar en zong: 'They call me the seeker. The seeker is my name.'

Zijn het deze fragmenten uit het verhaal "De lange weg" waarin recensent Zwier de "Bob Dylan-achtige gitaarfreaks" vond? Het kan haast niet anders. 
Zwier heeft zijn fantasie gebruikt.
Allereerst gaat het om één "freak" en hoe Bob Dylan-achtig deze Hans Postma of Postuma is, is maar de vraag. Gerrit Jan Zwier vindt iets in Het geheim van de dichter wat ik er niet in vind.

En toch denk ook ik aan Bob Dylan bij het lezen van het verhaal "De lange weg" van Ad van Iterson. In het verhaal zingt Hans: "They call me the seeker. The seeker is my name." Bij die regels denk ik aan "The Seeker" van The Who. Het is mijn associatie, in dit nummer komt alleen het eerste deel van de door Hans gezongen woorden voor, in het refrein:

They call me The Seeker
I've been searching low and high
I won't get to get what I'm after
Till the day I die

Voor mijn gedachtesprong van "De lange van reis" van Ad van Iterson via "The Seeker" naar Bob Dylan is het tweede couplet van het Who-nummer de reden:

I asked Bobby Dylan
I asked The Beatles
I asked Timothy Leary
But he couldn't help me either

~ * ~ * ~

Het is een mooie dag, het zonnetje schijnt. Ik werk verder aan Bob Dylan in Nederland 1985 en verder.

Geen opmerkingen: