Walkin’ Down The Line (1962) - door Jochen

Walkin’ Down The Line (1962)

Searching for a gem, op zoek naar een juweel, zingt Dylan in “Dirge” en dat is een goed gevonden liedcitaat voor www.searchingforagem.com, de site die orde probeert te brengen in de onafzienbare oceaan aan rariteiten en obscure Dylanuitgaven. Hetzelfde gevoel voor romantiek spreekt uit de naam voor het dubbelalbum Nuggets, goudklompjes, dat platenmaatschappij Elektra uitbrengt in 1972, een verzamelplaat waarop obscure songs van obscure, veelal psychedelische bands uit de periode 1965-1968 aan de vergetelheid worden ontrukt. Het onverwachte, grote succes van de plaat bewerkstelligt inderdaad een herwaardering voor sommige van de opgepoetste goudklompjes. Voor de band van Dylans organist Al Kooper, bijvoorbeeld, The Blues Project, wiens “No Time Like The Right Time” kant 1 afsluit. Daarmee wordt Al Kooper een soort poëtisch recht gedaan; aan hem heeft de popmuziekminnende wereld immers het opdelven van Odessey & Oracle te danken, het meesterwerk van The Zombies dat pas verschijnt als de band, wegens uitblijven van succes, zichzelf al heeft opgeheven. “Time Of The Season” wordt de grote hit, in 1969, twee jaar nadat The Zombies het hebben opgenomen.
De mijn waaruit die verloren juwelen, de lost gems, worden opgegraven, lijkt sindsdien onuitputtelijk. Lang niet alle opgravingen verdienen ook écht die verlate waardering, maar af en toe is het goed raak. In november 2016 wordt 1968 uitgebracht van het volstrekt onbekende Marvin Gardens. De band, vanzelfsprekend uit San Francisco, drijft vooral op het tomeloze talent van Carol Duke, een kruising van Janis Joplin en Grace Slick. De Texaanse (uit Lubbock, het geboortestadje van Buddy Holly) heeft de blues en de folk in haar bloed, en dat mengt goed met de psychedelische rock van haar Californische mannenbroeders. De band oefent zich suf op het polijsten en verfraaien van prachtige songs van Leadbelly, Mississippi John Hurt, Hoagy Carmichael en eigen materiaal, maar hun pièce de résistance is een Dylancover: de lost gem “Walking Down The Line”.

Het is een van Dylans vroegere railroadsongs. Het aanleggen van de eerste spoorwegen wordt van meet af aan geïdealiseerd met grote woorden als ‘verbinding’, ‘vooruitgang’, ‘eenwording’ en ‘welvaart’. En niet ten onrechte, natuurlijk. In de Kunsten, echter, symboliseren de eindeloze slierten staal al gauw wanderlust, het romantische verlangen naar onbekende verten en, gek genoeg, juist ook ondergang, eenzaamheid en verlatenheid.
De trein is een tragiek verkondigend leidmotief in Tolstojs Anna Karenina (1877), een van Dylans helden, Nathaniel Hawthorne kiest al in 1843 de spoorweg als metafoor voor de geestelijke reis die zijn hoofdpersoon maakt (The Celestial Railroad), bij een andere held, Tsjechov, komen bijna in de helft van alle verhalen treinen langs, Melville grijpt vaak en graag naar treinbeeldspraak en ook de eerste filmmakers onderkennen de dramatische kracht van een spoorlijndecor (zoals The Kiss In The Tunnel, 1899, en The Great Train Robbery, 1903).

Dylan is, zoals bekend, dol op de symboolkracht van treintransport en helemáál geporteerd van de mistige meerduidigheid die ontstaat als je een zwervende protagonist down the line laat lopen. Behalve langs de spoorlijn kan dat immers ook betekenen: over een rechte lijn gaan om te bewijzen dat je niet dronken bent, op de grens tussen Goed en Kwaad balanceren, of braaf blijven, in het gelid lopen. Die laatste betekenis is de betekenis die de hoofdpersoon in Johnny Cash’ “I Walk The Line” bedoelt en dat lied heeft Dylan al zijn hele leven op een huizenhoog voetstuk staan, zoals we begrijpen uit zijn autobiografie Chronicles, als hij het over zijn song “Man In The Long Black Coat” heeft:



Op de een of andere rare manier beschouwde ik dat lied als mijn eigen “I Walk The Line”, een song waarvan ik altijd heb gevonden dat het helemaal aan de top stond, een van de meest mysterieuze en revolutionaire aller tijden, een lied dat je op je kwetsbaarste plekken aanvalt, scherpe woorden van een meester.

Dat walk the line echoot flink door bij de jonge Dylan. Hij gebruikt de uitdrukking alleen al in die beginjaren in “Mixed Up Confusion”, “Bob Dylan’s Blues” en in “Restless Farewell”. En in “Walkin’ Down The Line”, het opmerkelijke lied dat natuurlijk niet die mythische macht van Cash’ meesterwerkje heeft, maar toch ook behoorlijk resoneert.

Een deel van de aantrekkingskracht zit hem in de prikkelende tegenstelling tussen tekst en muziek. Het zit de verteller, die down the line sjokt, bepaald niet mee. Hij heeft de hele nacht doorgelopen langs de rails, zwaarmoedig, met een troubled mind, zijn vriendin, die overigens niet al te snugger is, voelt zich niet goed en het geld is op. Treurnis alom, maar de muzikant Dylan legt daar een aanstekelijke, vrolijk hupsende melodie onder, waardoor de klaagzang (onbedoeld?) een komische lading krijgt.
Het decor is overigens niet eenduidig te bepalen. Maar zijn feet are flying en hij heeft zijn walkin’ shoes aan, dus het is wel waarschijnlijk dat de dichter hier het beeld voor ogen heeft van een berooide zwerver die een spoorlijn volgt. Veel liefde heeft de dichter verder niet gegeven aan de tekst. Het is ook figuurlijk een richtingloos geheel, een niet al te geïnspireerde opeenstapeling van folk- en bluesclichés, met slechts een enkele typische Dylanflits: I see the morning light / Well, it’s not because / I’m an early riser / I didn’t go to sleep last night.

Dylan beschouwt het lied kennelijk als een wegwerpertje en behandelt het ook zo. Om de auteursrechten veilig te stellen, maakt hij een Witmarkopname (die later ook op The Bootleg Series 1-3 terecht zal komen), voor Broadside heeft Dylan het daarvoor al, in oktober ’62, een keer opgenomen en in mei ’64, bij collega Eric Von Schmidt thuis in Florida, popt het zowaar ook nog een keer op, maar op het podium of op een plaat komt het niet.
Onopgemerkt blijft het lied echter ook niet. Het wordt meteen opgepikt door de collega’s en alleen al in de jaren 60 tientallen keren gecoverd. Het leed van de verteller verdampt volledig in al die vrolijke, hupsende bewerkingen, maar dat mag de pret niet drukken; de melodie en de begeleiding hebben zo’n onverwoestbare, granieten kracht dat elke bewerking aanstekelijk is. De eerste verschijnt al in 1963 en is van de erg charmante en zeer getalenteerde Jackie DeShannon. Het opent haar debuutplaat, dat zij oorspronkelijk helemáál met Dylancovers wilde vullen. Opmerkelijk, want dit is kort na “The Freewheelin’ Bob Dylan”; op dit moment is Dylans repertoire bij lange na niet de onuitputtelijke schatkamer die het een paar jaar later zal zijn. DeShannons platenmaatschappij Liberty zet echter een streep door het voornemen en de zangeres beperkt zich tot drie Dylansongs (ook nog “Blowin’ In The Wind” en “Don’t Think Twice, It’s All Right”), aangevuld met folkklassiekers als “500 Miles” en Dylangerelateerde songs als “Baby Let Me Follow You Down”. Geen eigen liedjes, overigens, en dat is ook al opmerkelijk. DeShannon heeft tientallen uitstekende songs geschreven. “Put A Little Love In Your Heart”, “Bette Davis Eyes”, “When You Walk In The Room”, “Breakaway”, om maar een paar te noemen, en wordt ook zelf vaak gecoverd. “Don’t Doubt Yourself Babe” op Mr. Tambourine Man, de eerste LP van The Byrds, is van haar, bijvoorbeeld, evenals Marianne Faithfulls grootste hit “Come And Stay With Me”. Maar voor haar eerste plaat durft ze nog geen eigen werk aan, gek genoeg – of dat mag ze ook al niet van Liberty, dat kan natuurlijk ook. Maar de songschrijfster erkent en herkent het meesterschap van Dylan al vroeg, in ieder geval.
Andere covers uit die tijd hebben allemaal de vergelijkbare, gedateerde sound en arrangementen (Glen Campbell, The Dillards, Joe & Eddie, Ricky Nelson), zonder afbreuk te doen aan de charme van het lied.
In latere decennia blijft “Walkin’ Down The Line” onverminderd populair. Soms om een optreden op te peppen (Linda Rondstadt, bijvoorbeeld), soms als aantrekkelijke optie om een plaatkant vol te krijgen (Ry Cooder met de Rising Sons, Eilen Jewell) en heel af en toe op Dylantribuutplaten (die van Robin & Linda Williams op A Nod To Bob Vol. 2 uit 2011 is leuk). In 1987 lijkt het er even op, dat Dylan overstag gaat. De mannen van Grateful Dead willen het lied graag spelen, bij de gezamenlijke tour. Het wordt zelfs geoefend, de opname daarvan laat een erg prettige, energieke versie horen en Dylan lijkt er ook schik in te hebben – maar wijst het toch weer af.
Uiteindelijk is de mooiste versie toch dat opgegraven juweel uit 1968 van de late openbaring Marvin Gardens. Het arrangement schommelt ergens tussen The Who en The Doors, en is oneindig veel intelligenter en gevarieerder dan het gros van die tientallen andere covers. Maar bovenal: het is een van de weinige vertolkingen waarbij de vertolker zich iets aantrekt van de inhoud van de tekst. Zangeres Carol Duke en de band snappen dat ze hier het leed van een gebutste ziel verklanken.

Walkin’ Down The Line

Well, I’m walkin’ down the line
I’m walkin’ down the line
An’ I’m walkin’ down the line
My feet’ll be a-flyin’
To tell about my troubled mind

I got a heavy-headed gal
I got a heavy-headed gal
I got a heavy-headed gal
She ain’t a-feelin’ well
When she’s better only time will tell

Well, I’m walkin’ down the line
I’m walkin’ down the line
An’ I’m walkin’ down the line
My feet’ll be a-flyin’
To tell about my troubled mind

My money comes and goes
My money comes and goes
My money comes and goes
And rolls and flows and rolls and flows
Through the holes in the pockets in my clothes

Well, I’m walkin’ down the line
I’m walkin’ down the line
An’ I’m walkin’ down the line
My feet’ll be a-flyin’
To tell about my troubled mind

I see the morning light
I see the morning light
Well, it’s not because
I’m an early riser
I didn’t go to sleep last night

Well, I’m walkin’ down the line
I’m walkin’ down the line
An’ I’m walkin’ down the line
My feet’ll be a-flyin’
To tell about my troubled mind

I got my walkin’ shoes
I got my walkin’ shoes
I got my walkin’ shoes
An’ I ain’t a-gonna lose
I believe I got the walkin’ blues

Well, I’m walkin’ down the line
I’m walkin’ down the line
An’ I’m walkin’ down the line
My feet’ll be a-flyin’
To tell about my troubled mind

Geen opmerkingen: