Balladen om Frankie Lee og Judas Praest

In 2009 liep ik op een boekenmarkt tegen een grote verzameling boeken van en over Bob Dylan aan. Puur toeval. Als ik aan die dag denk, verschijnt er nog steeds een glimlach op mijn gezicht. Het is een van de weinige keren geweest dat ik niet genoeg geld op zak had en eerst langs de pinautomaat moest alvorens ik alle aankopen in mijn tas mocht stoppen.
Eén van de boeken die ik toen vond, is het boekje dat rechts staat afgebeeld. Dat boekje werd in 1970 in Denemarken in een oplage van 3000 stuks uitgegeven (waarvan 1000 voor een abonnee-serie van de uitgever, en 2000 voor de handel, als ik het Deens in het colofon goed begrijp...). Het bevat de tekst van Dylans 'The Ballad of Frankie Lee and Judas Priest' in het Engels en in een Deense vertaling van Poul Borum. Het boek is geïllustreerd met 57 lithografieën van Kurt Trampedach.
Dit boekje is, als het uitsluitend om de tekst zou gaan, niet zo interessant. De songtekst van 'The Ballad of Frankie Lee and Judas Priest' staat immers ook in Dylans Lyrics 1962 - 2001 en de Deense vertaling snap ik geen snars van. Verzamelaarswaarde heeft het boekje (voor mij) wel.
Het meest aardige aan het boekje zijn de lithografieën van Kurt Trampedach. Op een groot aantal van die lithografieën zijn mannen met lange haren te zien. Eerste associatie: hippies, Summer of Love, Woodstock, etc. Die eerste associatie contrasteert nogal met mijn associaties bij 'The Ballad of Frankie Lee and Judas Priest'. Dat nummer, mede door de hoes van het album John Wesley Harding waar dit nummer op de vinden is, roept bij mij veel eerder associaties op aan lang vervlogen tijden. Tijden waarin het overgrote deel van de huishoudens het nog zonder elektriciteit moesten stellen. Die lithografieën van Trampedach zijn een product van de tijd waarin ze gemaakt zijn - zo lijkt het - terwijl 'The Ballad of Frankie Lee and Judas Priest' (en John Wesley Harding) nou juist producten uit de tijd lijken te zijn. Zoiets.
Door te staren naar de lithografieën tijdens het luisteren naar 'The Ballad of Frankie Lee and Judas Priest' heb ik ondervonden dat mijn associaties bij dit nummer van Dylan slechts een van de mogelijkheden is om te luisteren, om de gedachten te laten verdwalen bij wat bij de oren binnenkomt.

Dan nog wat anders: uit het colofon begrijp ik dat alle 3000 exemplaren gesigneerd en genummerd zijn. Vlak daaronder staat inderdaad de handtekening van Trampedach (met potlood!). Net boven die handtekening staat 'NR:' en daarachter een grijs hokje waar het nummer geschreven kan worden. In dat hokje staat bij mijn boekje - wederom met potlood - 'X'. Betekent die x dat mijn boekje ongenummerd is of dat het nummer 10 is?

Geen opmerkingen: