Inmiddels heb ik iets meer dan de helft van de eerste aflevering van Montague street journal gelezen (zie ook Dylan kort #368). Ongeveer de helft - de eerste helft - van Montague street journal is thematisch, de eerste 65 bladzijdes bevatten 14 stukken door 14 auteurs over het album Oh mercy. Veertien verschillende blikken op één album, daar zit het risico van herhaling in, maar niets is minder waar. De veertien stukken zijn qua schrijfstijl en benadering (persoonlijk, academisch, historisch, enz.) divers genoeg om mij als lezer te blijven boeien.
Oh mercy associeer ik vaak met wat ik gemakshalve maar even 'de nieuwste Dylan' noem. De Dylan van het heden. Oh mercy is - in mijn gedachten - de eerste release van deze 'nieuwste Dylan'. Tijdens het lezen van Montague street journal kwam ik er achter hoezeer ik stil ben blijven staan in de tijd. Oh mercy kwam uit in september 1989, dat is ruim twintig jaar (!) geleden. Waarschijnlijk wordt mijn associatie gevoed door het feit dat Oh mercy het eerste album is waarvan ik mij kan herinneren dat het album uitkwam. Daarnaast heb ik te vaak gelezen dat Oh mercy een terugkeer naar vorm betekende na de magere jaren '80.
Ik moet Oh mercy opnieuw in perspectief plaatsen. Oh mercy kwam uit in september 1989, ruim 27 jaar na Dylan's debuut, ruim twintig jaar geleden. Historisch gezien 'drijft' het album ergens halverwege Dylan's carrière, niks 'nieuwste Dylan' dus. Oh mercy verscheen nog vóór er ook maar één aflevering van The Bootleg series op de markt was gekomen. Toen Oh mercy uitkwam, was de zogenaamde Never Ending Tour nog geen 150 concerten onderweg, inmiddels telt de tour ruim 2200 concerten.
Oh mercy kwam in september 1989 zowel op cd als op elpee (je weet wel, zo'n grote ronde zwarte schijf) uit.
Oh mercy is niet van deze tijd, Oh mercy is oud.
En toch klinkt het album nog steeds alsof het gisteren uitkwam. Oh mercy klinkt niet gedateerd, zoals Empire burlesque (1985) of Dylan & the Dead (1989) dat wel doen.
Hoezeer ik ook verknocht ben aan Oh mercy, ik kan het album niet anders beoordelen dan onevenwichtig. Voor mij is Oh mercy een goed album met één positieve uitschieter. Die uitschieter is niet alleen een goede reden om Oh mercy steeds maar weer te blijven beluisteren, maar deze zelfde uitschieter maakt voor mij ook keer op keer pijnlijk duidelijk dat de andere negen songs op Oh mercy alleen maar 'gewoon goed' zijn. Begrijp me niet verkeerd, ik geniet van het luisteren naar What was it you wanted, Shooting star, What good am I en Political world, maar de tijd stopt wanneer Man in the long black coat speelt, dan ben ik er even niet.
Tijdens het lezen in Montague street journal denk ik 'ik moet Oh mercy weer eens draaien', wat ik nog steeds niet heb gedaan. Dat roept de schande over mij af.
Misschien zit ik de vast in mijn gedachten dat Oh mercy een goed album is met één uitschieter, aleen daarom al moet ik nog eens luisteren, de vooringenomenheid toetsen.
En er blijft altijd wat te ontdekken, zo leerde ik op het forum (zie rechter kolom) dat de graffiti afgebeeld op de voorzijde van de hoes van Oh mercy al eerder voor een ander album was gebruikt. Liefde en diefstal?
En dan heb ik nog geen woord geschreven over producer Daniel Lanois en dat terwijl het bijna onmogelijk is om een stuk over Oh mercy in de Dylan-literatuur te vinden waarin niet melding wordt gemaakt van Daniel Lanois. Hetzelfde geldt uiteraard sinds 2004 wat Dylan zelf heeft geschreven over het opnemen van Oh mercy in Chronicles.
Maar dan, dit zijn slechts aantekeningen, wilde gedachten over een album dat ik nodig weer eens moet beluisteren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten