Maar voor veel jonge frisse babyboomers was The Darma Bums [Jack Kerouac] de eerste kennismaking met het Boeddhisme. In tijdschriften als Time Magazine verschenen de eerste artikelen over de Zen-kloosters in Japan. Via Kerouac begon Ginsberg te mediteren, via Ginsberg raakte Bob Dylan geïnteresseerd in Oosterse wijsheid, en via Bob Dylan kwam het Oosterse gedachtegoed bij de Beatles terecht die, als bewonderaars van Kerouac, de naam Beetles eerder al hadden veranderd in Beatles. (Gerard Janssen in de VPRO gids 50; 2009)
In The Dharma Bums (1958) wordt melding gemaakt van 'een visioen van een grote rugzakrevolutie, van duizenden of zelfs miljoenen jonge Amerikanen die rondzwerven met rugzakken, de bergen op om te bidden, om kinderen aan het lachen te maken en oude mannen blij, jonge meisjes gelukkig makend en oudere meisjes nog gelukkiger, allemaal Zen-gekken die gedichten schrijven die zonder wat voor reden dan ook in hun hoofd opduiken'. Dat was in 1958, alsof Kerouac het hippietijdperk al had voorzien.
Maar nu dat tijdperk in 1964 zijn eerste erupties doet voelen, met Dylan, de Beatles, LSD-profeten etcetera, is Kerouac niet meer van de partij. Hij is verzonken in een eigen conservatief-alcoholistisch universum. (René Zwaap - Jack Kerouac)
Dylan heeft zeker de boeken van Jack Kerouac gelezen, maar of Kerouac ooit wat van Dylan heeft gehoord (en wat hij er eventueel van vond) is mij niet bekend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten