Ik begin met een experiment.
Vraag willekeurig wie dan ook op straat waaraan hij of zij moet denken bij de naam Bob Dylan. Het gros van de ondervraagden zal iets antwoorden in de trant van protestzanger en stem van een generatie.
Die generatie is natuurlijk de generatie die eind jaren zestig zou uitgroeien tot de zogenaamde Woodstockgeneratie. Hippies met ‘vrede’ en ‘liefde’ op het puntje van de tong. Met de vrije liefde hoog in het vaandel en het protest tegen de oorlog in Vietnam als dagelijkse bezigheid.
Die bleke pacifistenkliek uit Boudewijn de Groots Meneer de president, die generatie, dáár zou Dylan de stem van zijn.
Dylan, de grote protestzanger, de stem van een generatie, de spreekbuis van die bleke pacifistenkliek zong in 2007:
All the merry little elves
Can go hang themselves
[Huck's tune]
Dat rijmt niet, de verhanging van elfjes en de stem van die generatie, zal wel een vergissing zijn, eenmalig.
Dus niet, neem het album Modern times uit 2006:
Gonna raise me an army, some tough sons of bitches
I'll recruit my army from the orphanages
[Thunder on the mountain]
Some young lazy slut has charmed away my brains
[Rollin’ and tumblin’]
If I catch my opponents ever sleepin'
I'll just slaughter them where they lie
[Ain’t talkin’]
Slechts drie van de vele voorbeelden op Modern times.
Ik hoor het al: Dylan is veranderd. Er zijn vele Dylans. Toch?
Ogenschijnlijk wel, maar stel jezelf deze vraag: ben ik iemand anders dan tien, twintig, dertig jaar geleden? Mijn antwoord is nee. Natuurlijk heb ik mij in de jaren ontwikkeld, maar in essentie ben ik dezelfde persoon.
Dezelfde Dylan als die in 1964 The times they are a-changin’ zong, zong in 2000 Things have changed.
Dylan is niet veranderd.
Luister naar Masters of war (1963):
And I hope that you die
And your death'll come soon
I will follow your casket
In the pale afternoon
And I'll watch while you're lowered
Down to your deathbed
And I'll stand o'er your grave
'Til I'm sure that you're dead
Dylan is vandaag dezelfde Dylan als de Dylan die hij in 1963 was. Hij heeft zich alleen ontwikkeld.
Het enige dat zich niet ontwikkeld heeft, is het toch al foutieve beeld van Dylan dat ergens in de jaren zestig is ontstaan. Het beeld van de protestzanger, de stem van een generatie.
Het is een schande dat tot op de dag van vandaag er bijna geen artikel in de krant of een tijdschrift kan verschijnen zonder dat dit foutieve beeld weer wordt opgeroepen.
Het is die man of vrouw op straat uit het experiment waarmee ik begon niet aan te rekenen dat ze een foutief beeld van Dylan hebben. Het is de media des te meer aan te rekenen.
Met dank aan Peerke voor de reactie.
2 opmerkingen:
Dylan kwam in een interview ooit met deze boutade: "Ik kan me niets herinneren van toen ik kind was. Volgens mij was iemand anders dat kind."
Overigens heeft Boudewijn de Groot ook hetzelfde probleem. Ook hij wordt nog steeds als protestzanger bestempeld.
Hoi Peerke,
Dank voor de reactie. Dylan is ook dol op Rimbauds "ik is een ander", om nog maar te zwijgen van het Bob Dylan-masker waar hij morgen precies 44 jaar geleden mee kwam.
Het is triest dat een stempel zo blijft kleven.
Tom
Een reactie posten