Ik moet de uitvoering van the Byrds eerder gehoord hebben dan het origineel van Dylan, met dank aan mijn ouders.
Mijn ouders hadden vroeger een cassettebandje in de auto liggen met daarop countryhits. Tussen het gekwezel van Dolly Parton, John Denver en Kenny Rogers stonden the Byrds met hun uitvoering van Mr. Tambourine man, de meest aangename paar minuten op de cassette.
Pas na het horen van het origineel van Dylan realiseerde ik me wat een farce the Byrds van Mr. Tambourine man hadden gemaakt. Geneuzel met Rickenbacker.
Wie de Dylanliteratuur erop naslaat, komt altijd dezelfde paar ‘feiten’ over Mr. Tambourine man tegen, Ken Brooks heeft in zijn boek Bob Dylan, the man in him[1] deze ‘feiten’ in een paar zinnen bij elkaar staan: Bob creates ambivalence with the double meanings of ‘trip’ and ‘smoke rings’, remember Bob was a cigarette smoker. It was also mooted that Bruce Langhorne was in fact the tambourine man because he brought a massive tambourine into the studio to record a track for the previous album. Bob wrote the song in the early hours of the morning at Al Aronowitz’ house. The song may concern looking for inspiration, the tambourine man might be Bob’s muse.
De ‘feiten’ op een rijtje:
1. Mr. Tambourine man is een drugssong, als bewijs wordt hiervoor naar het volgende regels gewezen: Take me on a trip upon your magic swirlin' ship en Take me disappearin’ through the smoke rings of my mind;
2. Bruce Langhorne was de inspiratiebron voor Mr. Tambourine man;
3. Mr. Tambourine man is Dylans muze.
Feit 1, Mr. Tambourine man als drugssong. Ik heb vaak naar Mr. Tambourine man geluisterd met in mijn achterhoofd het idee dat dit een drugssong is en hoe hard ik ook heb geprobeerd om dit te horen, het is me niet gelukt. In mijn oren wil het drugssong label niet beklijven.
Feit 2, Bruce Langhorne is Mr. Tambourine man. Het zou kunnen, maar deze wetenschap voegt niks toe, althans voor mij niet, aan het beluisteren van Mr. Tambourine man. Stel dat onomstotelijk komt vast te staan dat Bruce Langhorne Mr. Tambourine man is. Dan zou ik dat feit accepteren, maar deze wetenschap zou niks aan de kwaliteit van de song voor mij kunnen veranderen. Dan zou kennis onnodige belast worden.
Feit 3, Mr. Tambourine man is Dylans muze. Net als bij ‘feit’ 2, het zou kunnen, maar het voegt niks toe.
Wat dan wel?
Tsja.
Ik kan alleen maar zeggen wat ik hoor, geen waarheid, geen ‘feit’, alleen het stof dat in mijn oren achterblijft na het horen van Mr. Tambourine man.
Mijn oren zeggen mij dat de crux in het staartje zit, in de laatste regel van het laatste vers voor Dylan voor een laatste keer dat heerlijke refrein zingt:
Let me forget about today until tomorrow
Daar draait het volgens mijn oren om, een moment van vergetelheid, een moment rust, weg uit de mallemolen van de dagelijkse gang. Laat mij vandaag vergeten tot morgen.
Ik haal er even een filosoof bij.
Was het niet Schopenhauer die zei dat een mens alleen een moment van geluk kan beleven door een tijdelijke ontsnapping aan de Wil? En was het volgens diezelfde Schopenhauer niet alleen mogelijk om te ontsnappen aan de Wil door voor een moment het ‘ik’ te verliezen, door opgezogen te worden door een kunstwerk, bij voorkeur muziek?
Hey! Mr. Tambourine Man, play a song for me
Onzin? Misschien. Ik weet niet hoe het met jou zit, maar ik ken menig Dylansong, waaronder Mr. Tambourine man, die, wanneer ik het hoor, mij de tijd, het nu, het ‘ik’ doen vergeten. I’m not there, I’m gone, om een andere Dylansong aan te halen, ik ben er niet. Weg.
Ik raaskal, maar het staat er.
Mr. Tambourine man is een verzoek om te ontsnappen aan het moment, de dag, de ik. Even niet hier, nu, Bob Dylan zijn.
Weg.
Then take me disappearin' through the smoke rings of my mind,
Down the foggy ruins of time, far past the frozen leaves,
The haunted, frightened trees, out to the windy beach,
Far from the twisted reach of crazy sorrow.
Het zit erin, ik hoef niet ver te zoeken:
I'm ready to go anywhere, I'm ready for to fade
Maar mijn oren kunnen natuurlijk de plank misslaan. Dus stop met lezen, zet Mr. Tambourine man op, bij voorkeur het origineel van Bringing it all back home[2] en luister.
Gehoord?
Okee, dan ga ik verder, er is meer. Altijd meer.
Ooit hier aan gedacht: de zanger vraagt zingend om toegezongen te worden.
Hey! Mr. Tambourine Man, play a song for me
Dat is net zo iets als iemand een brief schrijven met daarin het verzoek om terug te schrijven. Daar ligt ook de kracht van het nummer, had Dylan in de song het moment beschreven waarop de tambourine man voor hem het liedje speelt, zou het een stuk minder sterk zijn. De kracht van de song is dat Dylan beschrijft wat hij verwacht dat er zal gebeuren wanneer de tambourine man het liedje voor hem speelt.
Uiteindelijk ontstaat de absurde driehoek waarin Dylan voor mij, wanneer ik naar Mr. Tambourine man luister, de functie van de tambourine man – het stopzetten van de tijd voor de luisteraar – overneemt.
Ieder zijn eigen stopper van de tijd, zijn tambourine man, voor mij is dat Dylan.
Bovenstaande zin zou een mooie zin zijn om een punt achter dit stuk te zetten, ware het niet dat Jules Deelder in mijn achterhoofd op en neer springt, schreeuwend om aandacht.
Jules Deelder?
Ja, Jules Deelder. In 1994 kocht ik zijn boek Renaissance[3], met daarin op bladzijde zestig het gedicht St. Ives dat als volgt begint:
de cliff waarop we zaten honderd meter
boven de branding de koning te rijk
toen ik me niet meer durfde bewegen
uit angst voor het schuim en de scherpe
stenen beneden en casper zich plotseling
oprichtte en danste
roekeloos
z’n rode haar knetterend in het late
licht van de middagzon
een eeuwigheid – hoe lang was het?
2, 3 sekonden? – stond hij met
één been boven de afgrond
de zon onzichtbaar achter hem
slechts de stralen als een aureool
rond z’n hoofd
Ik kan dit niet lezen zonder te denken aan
Yes, to dance beneath the diamond sky with one hand waving free,
Silhouetted by the sea, circled by the circus sands,
With all memory and fate driven deep beneath the waves,
Let me forget about today until tomorrow.
Toeval zou ik zeggen, wat heeft Jules Deelder, liefhebber van jazz, nou met Bob Dylan? Niks toch zeker, ware het niet dat ik in hetzelfde boek, op bladzijde zesentwintig, niet alleen Dr. Filth uit Desolation row en Mr. Jones uit Ballad of a thin man tegenkom, maar ook nog de Dylanregel it’s allright ma i’m only sighing.
Het zal wel toeval zijn, die ogenschijnlijke gelijkenis tussen St. Ives en Mr. Tambourine man. Toeval is een groot goed.
Nu ik toch al zover ben, kan ik ook wel doorslaan. Herman de Coninck, groot dichter, schreef het gedicht Mr. Tambourine man. Het staat in het eerste deel van De gedichten[4], op bladzijde vierhonderdtweeënvijftig en het begint als volgt:
Zing me een liedje, zanger
zing over wat voorbijgaat
en zet er een muziekje onder,
dan duurt het langer.
Officiële releases van Mr. Tambourine man:
9 juni 1964: vroege studioversie, duet met Ramblin’ Jack Elliott op No direction home: the soundtrack: the bootleg series vol. 7
24 juli 1964: liveversie, in de film The other side of the mirror.
31 oktober 1964: liveversie, verscheen op The Bootleg series vol. 6.
15 januari 1965: studioversie, verscheen op het album Bringing it all back home.
25 juli 1965: liveversie in de film The other side of the mirror.
17 mei 1966: liveversie, verscheen op The Bootleg series vol. 4.
1 augustus 1971: liveversie, verscheen op The Concert for Bangla desh.
21 november 1975: liveversie, verscheen op The Bootleg series vol. 5.
1 maart 1978: liveversie, verscheen op Bob Dylan at Budokan.
24 februari 1990: liveversie met The Byrds op de boxset The Byrds.
[1] Ken Brooks – Bob Dylan, the man in him (Agenda Ltd, 1999)
[2] Dit album werd in Nederland uitgebracht onder de titel Subterranean Homesick blues.
[3] Jules Deelder – Renaissance; gedichten 1944 – 1994 (De Bezige Bij, 1994)
[4] Herman de Coninck – De gedichten (De Arbeiderspers, 1998)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten