HOE AFWEZIGHEID DOET DROMEN EN DROMEN SOMS NACHTMERRIES WORDEN


Terwijl de geluiden over en de paar gruizige registraties van de meest recente concerten van de Dolende Bard een gemengde reactie oproepen die enkel positief is, 'hij flikt het 'm weer' en 'was ik er nou maar bij geweest', uitnodigend tot een dansje rond een imaginaire totem van genialiteit, tot een paar regels uit songs die hij gedurende deze tour bracht je weer tot zinnen brengen en doordringen van de breekbare menselijkheid die Dylan deze dagen uitdraagt... terwijl die duizeling gaande is, word ik door de berichten over aanstaande uitgaves van zijn werk eveneens door iets bevangen dat dubbelzinnig is, maar wel degelijk een duidelijk donkere kant ook heeft. De geremasterde Greatest Hits II, het sprak destijds van wat men toen al beschouwde als zijn vergane grootheid en bood zelfs een paar nog niet eerder gehoorde pareltjes die leken te voorspellen dat we nog niet van hem af waren, maar droef stemde die plaat wel, het leek of hij er mee ten grave werd gedragen, en of hij Jezus truc van Pasen zou herhalen, dat viel te bezien... En dan de voorspelde Bootleg series 10 met nummers opgenomen tijdens de Self Portrait sessies. Was de daaruit gedestilleerde dubbel elpee al niet teveel van het goede? Had een selectievere keuze, met songs van het peil van het mooie Copper Kettle en Days of 49 niet meer kans gegeven op iets dat in ieder geval zuiver leek, puur, zonder al die halfbakken parodieën en pastiches?
Ach de anticipatie van een nieuwe plaat van Dylan, in de zestiger jaren betekende het voor velen elke keer de spanning van een ontmaagding, tegenwoordig is het de onrustige nacht voor de terugkeer van een geliefde die te lang is weggeweest en waarvan je haast weet dat een blik in de ogen genoeg zal zijn, en niettemin is daar de onzekerheid, zal deze keer het vuur toch gedoofd zijn?
Maar wie herinnert zich nog de dagen, in de anti authentiek commercieel-artistieke tachtiger jaren toen hij als Jakob met de engel vocht en te vaak te vroeg losliet, dat dit gepaard ging met een angst, 'wat zou hij nu weer zichzelf en zijn talent aandoen?' Je werd zelf op de pijnbank gelegd als de naald neerdaalde in de gloednieuwe groeven en voelde je een sadomasochist als dat soms genot gaf.
Er was zelfs een tijd, nog verder terug, begin zeventiger jaren, dat je smeekte om iets van hem te vernemen en dan achteraf dacht, had hij maar gezwegen, hoewel het weinige dat hij van zich had laten horen je desondanks telkens weer deed terugkeren tot de draaitafel, en dan genoot je van vonken die oplichtten uit de  best wel romantische mist van middelmatigheid, die je sowieso al deed mijmeren, zodat ten slotte iedere keer je merkte dat je werd gekoesterd door zijn klanken, waar tevoren je werd geprikkeld, en dat bracht een schizofrene geestestoestand teweeg. Verdomd, hij had je moeten doen huiveren, maar hij liet je zacht inslapen. De dag van de revolutie was voorbij. En de nachtmerrie moest nog komen. Hij zei je weer, ik hoor er niet bij, en dat nam je voor hem in, maar zo graag had je gewild dat hij andermaal bij jou hoorde, zoals toen hij je eenzaamheid en verzet verwoordde en verklankte zoals je het zelf niet had kunnen doen. Hij was een dwaallicht dat zich boven een dampend moeras verwijderde, melancholisch stemmend.
En juist uit die periode stammen nu de aangekondigde collecties van Dylan waar blijkbaar velen reikhalzend naar uitkijken, alsof het niet handelt om een fase die de man zelf beschreef als 'it went down, down, down'. 
Misschien was het rond '87 nog erger met hem gesteld mentaal, maar toen vocht hij wel iets uit dat uiteindelijk leidde tot de wedergeboorte van Time out of Mind, aan inspiratie was niet zozeer gebrek, hij geloofde niet meer in de weg die hij op dat moment bewandelde, waarop hij met de moderniteit van destijds het op een akkoordje trachtte te gooien, en zocht naar een andere route, die uiteindelijk, na een lange ontluisterende zoektocht op zijn oude pad bleek te liggen. 
Maar terwijl hij gelukkig getrouwd was met Sara en hij de eenvoud van zijn leven met haar als leidraad wilde nemen voor zijn songs, en tegelijk de manie van de zestiger jaren en de verering van hem als stem van een generatie probeerde af te schudden, toen werd hij voor het eerst in zijn leven geconfronteerd met een gapende leegte, er kwam niets origineels meer uit zijn vingers waarin hij de bevlogenheid kon herkennen waarmee hij zo vertrouwd was geraakt. Door te vechten met zijn imago en de stem van zijn innerlijke demonen de mond te snoeren, raakte hij zichzelf kwijt op een moment dat hij dacht bij zichzelf te zijn gekomen. Hij wist niet eens meer waar hij het moest zoeken.
Of toch wel? Zijn er overeenkomsten met hoe hij vanaf Empire Burlesque teruggreep op eenvoud en later zelfs de oude blues en folk en hoe hij in de country dook met Nashville Skyline? Hebben de mensen gelijk dat gedurende het opnemen van zijn innemende maar ook irriterende Self Portrait er sprake was van iets bijzonders waarvan pas achteraf de waarde gezien kan? Zeker als die opnamen worden ontdaan van hun ballast aan opleukende overdubs? 
Eerlijk gezegd, ik zal met lood in de schoenen naar de winkel gaan om het resultaat te beluisteren van de Bootleg series 10. En Greatest Hits II? Voor mij herinnert het teveel aan een zwarte tijd van inertie en wegvallen van hoop, hoewel die plaat daarvoor enige troost bood. Kortom... ik houd me geloof ik ditmaal maar aan het adagium van Bob: Don't look Back, dat overigens hem er nooit van heeft weerhouden vooruit te kijken vanuit de traditie. Daarin heeft altijd zijn kracht gelegen...

hans altena

 

Geen opmerkingen: