Dylan-essay maakt de aanschaf van Grondtonen de moeite waard

Kan een muzikant ook een goed boek schrijven? Die vraag lijkt het uitgangspunt voor het net verschenen, door Francis Mus samengestelde boek Grondtonen; als muzikanten schrijvers worden. In dertig essays van dertig verschillende auteurs worden de literaire kwaliteiten van Adamo tot Frank Zappa kritisch bekeken. Grondtonen is een prima boek voor iedere muziekliefhebber die ook voorbij de muziek wil kijken.
Dertig essays over de literaire kwaliteiten van muzikanten als Herman Brood, Nick Cave, Leonard Cohen, Rick de Leeuw, Kinky Friedman, Woody Guthrie, Kristin Hersh, John Lennon, Patti Smith, Kate Tempest en Bob Dylan.
Het essay over Bob Dylan is geschreven door Christophe van Gerrewey. Ik benader essays over Dylan in verzamelbundels als Grondtonen altijd met de grootst mogelijke voorzichtigheid. De ervaring leert dat die essays vaak tegenvallen, onnodige fouten bevatten en weinig toevoegen aan de immense Dylan-bibliotheek. Het eerste dat ik lees doet het ergste vrezen. Ieder essay in Grondtonen wordt vooraf gegaan door een foto van de bewuste muzikant waarbij korte beschrijvingen van een album en een boek staan. Boven de foto van Dylan staat: "Blonde on Blonde (1965). Het meest virtuoze, vrolijke en onaantastbare album van Bob Dylan (...)" enzovoort. Blonde on Blonde verscheen niet in 1965, maar een jaar later, in 1966. Domme fout.
Met samengeknepen billen begin ik het essay van Van Gerrewey te lezen. Ik vrees 't ergste. Ten onrechte, blijkt al snel. Het essay is fris, scherp en een waardevolle aanvulling op de Dylan-bibliotheek. En dat terwijl Van Gerrewey alles behalve een makkelijke klus heeft gekregen.
Bob Dylan schreef twee boeken: Tarantula (1971) en Chronicles volume 1 (2004). Hoewel Chronicles wel kort genoemd wordt, kan ik wel zeggen dat het essay van Van Gerrewey uitsluitend over Tarantula gaat. Chronicles is een makkelijk te lezen verzameling van min of meer autobiografische verhalen met hier en daar wat dubbele bodems. Een boek waar een essayist zich niet zo snel een buil aan zal vallen. Tarantula is een ander verhaal. Het is een monster van een boek, een dunne pocket met vlijmscherpe tanden dat de lezer kapot kauwt en weer uitspuugt. Menig Dylan-schrijver heeft zich onherstelbaar bezeert aan het boek. Je moet ballen hebben om over Tarantula te schrijven. Christophe van Gerrewey heeft ballen.
Gelijk aan het begin van zijn essay doet Van Gerrewey wat veel Dylanologen niet gelukt is: hij vangt Tarantula, of liever het lezen van Tarantula, in woorden: "Wie het boek (...) leest, komt terecht in een mentale, op hol geslagen jukebox - als een tekst waarin je voortdurend fragmenten van songs herkent, waardoor de leeservaring vooral bestaat uit het menen te horen van losgewaaide en verzelfstandigde lyrics."
Een mentale, op hol geslagen jukebox. In één keer raak.
Wat Van Gerrewey vervolgens doet in zijn essay is voorbeelden geven van het herkennen van fragmenten van songs in Tarantula. Allereerst stipt hij een serie overeenkomsten aan tussen tekstflarden in Tarantula en Dylans eigen songs van Highway 61 Revisited, Bringing It All Back Home en Basement Tapes.
Vervolgens noemt hij een groot aantal songs van andere artiesten die hij herkent in de teksten in Tarantula. Denk aan songs van Pavement, The Strokes en Beck. Songs die ruim na het verschijnen van Tarantula zijn geschreven. Na deze opsomming komt Van Gerrewey tot de conclusie dat deze - zoals hij noemt - "associatieve of akoestische" manier van Tarantula-lezen niet de juiste manier is om dit boek tot je te nemen.
In de resterende pagina's lijkt Van Gerrewey zoekende te zijn naar de juiste manier om Tarantula te lezen, te interpreteren. Hij vergelijkt het boek met de zogenaamde apothecary scene uit de documentaire No Direction Home. Een prima vergelijking. De volgende logische stap, de stap om Tarantula te leggen naast de zogenaamde cut-up techniek van William Burroughs maakt Van Gerrewey niet. Aanvankelijk vond ik dat een gemiste kans. Mijn fout. De Burroughs-interpretatie is mijn interpretatie, niet die van Van Gerrewey.
Wat Van Gerrewey wel doet is de overeenkomst tussen Dylans muziek en songteksten uit de jaren 1965 en 1966 en Tarantula laten zien. Dat werkt. Het lezen van Tarantula, aldus Van Gerrewey, heeft een positieve invloed op het beluisteren van Dylans muziek, omdat het "de ervaring ervan rijker en (...) betekenisvoller kan maken."
Waar Dylan-schrijvers de neiging hebben - en Van Gerrewey geeft er in zijn essay enkele voorbeelden van - om voor de sleutel tot Tarantula te kijken naar invloeden buiten het oeuvre van Dylan zelf, plaatst Van Gerrewey het boek juist in dat oeuvre. Door het kijken naar Tarantula door een nauwe koker, de koker van Dylans oeuvre, heeft Van Gerrewey een nieuwe, frisse blik op misschien wel Dylans minst begrepen werk geworpen.
"Een op hol geslagen jukebox", het essay van Christophe van Gerrewey over Bob Dylans ondergewaardeerde kunststuk Tarantula, maakt de aanschaf van Grondtonen; als muzikanten schrijvers worden meer dan waard.

Francis Mus (red.) - Grondtonen; als muzikanten schrijvers worden
Uitgeverij Spectrum, 2020
Hardcover €24,99
Ebook €14,99

Geen opmerkingen: