aantekening #7396 [Murder Most Foul #4]

Naast mij ligt een kalenderblaadje van twee dagen geleden. Op dat blaadje staat wat informatie over de hoes van Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band van The Beatles. Dat is logisch, het was twee dagen geleden immers 53 jaar geleden dat de fotosessie voor de hoes van dit album plaatsvond. Die hoes is inmiddels iconisch. We zien The Beatles omgeven door tientallen bekende en zeer bekende figuren.
Naast de vier Beatles zelf staat er slechts één nog in leven zijnde muzikant op de hoes van Sgt. Pepper: Bob Dylan. Rechtsboven, de foto van de hoes van Highway 61 Revisited.
Wat mij altijd verbaasd heeft, is dat de foto op de hoes van Highway 61 Revisited in kleur is, terwijl voor de hoes van Sgt. Pepper een zwart-wit-versie van diezelfde foto is gebruikt, maar dit terzijde.
In een essay van Joost Zwagerman over Camille Paglia kwam ik vanmiddag de volgende zin tegen: "Haar lievelingswapen is de satire, die zij heeft bestudeerd bij Horatius, Juvenalis, Rabelais, Pope, Swift, Oscar Wilde en Bob Dylan."
Eerder vanmiddag borg ik de inmiddels uitgelezen roman Als je de stilte ziet van Thomas Verbogt op. Die roman begint met een citaat van Bob Dylan. Dylan is sowieso veel in Als je de stilte ziet te vinden.
Sgt. Pepper, Camille Paglia en Thomas Verbogt: drie voorbeelden van hoezeer Bob Dylan in onze cultuur verweven zit. Op (bijna) iedere andere dag kan ik twee, drie andere voorbeelden geven van hoezeer Dylan in onze, in mijn dagelijkse gang is doorgedrongen. De cultuur wijst op Dylan, zo lijkt het, waar ik ook kijk. En natuurlijk komt dat ook omdat ik er oog voor heb, omdat ik er op gefixeerd ben. De cultuur wijst op Dylan.

Vijf dagen geleden werd "Murder Most Foul" op de wereld losgelaten. Deze song is het tegenovergestelde van waar dagelijks mijn oog op valt. Dit is niet de cultuur wijst naar Dylan, maar Dylan wijst naar de cultuur. Iedere regel in "Murder Most Foul" lijkt haast wel een verwijzing te zijn naar een stuk geschiedenis, een stuk cultuur waar we dagelijks langs kijken. "Murder Most Foul" is een reis door de tweede helft van de twintigste eeuw met als vertrekpunt de moord op John F. Kennedy. Of moet ik zeggen: een langzaam vervagende rode draad.
Wat met name de eerste paar minuten van "Murder Most Foul" laten horen is dat Dylan zich verdiept heeft in de moord op Kennedy. De gebeurtenissen van 22 november 1963 hebben impact (gehad) op Dylans leven, op de twintigste eeuw. De moord op Kennedy was een moord op een president die symbool stond voor verandering, voor verjonging, voor een frisse wind. Met de moord op de man, werd ook de hoop vermoord. Minstens net zo belangrijk in "Murder Most Foul" als de moord op Kennedy, is de nasleep van deze moord, inclusief de vele theorieën over de ware toedracht.

De eerste regel waarin Dylan "Murder Most Foul" loszingt van 22 november 1963, is de regel

Wolfman oh Wolfman oh Wolfman howl

Deze "Wolfman" -  discjockey Wolfman Jack - komt een aantal keer terug in "Murder Most Foul".
In het tweede deel van "Murder Most Foul" raakt de moord op Kennedy op de achtergrond en wordt de Wolfman rechtstreeks aangesproken:

Play me a song, mr Wolfman Jack
Play it for me in my long cadillac
Play me that only the good die young
Take me to the place Tom Dooley was hung

Het is met name die eerste regel die mij doet denken aan die andere Dylan-song waarin iemand aangesproken wordt, "Mr. Tambourine Man":

Hey! Mr. Tambourine Man, play a song for me
I’m not sleepy and there is no place I’m going to
Hey! Mr. Tambourine Man, play a song for me
In the jingle jangle morning I’ll come followin’ you

Het tweede deel van "Murder Most Foul" - in wat ik gemakshalve het Wolfman-deel noem - staat bol van wat ik eerder aanstipte: Dylan wijst naar de cultuur. 
Zoals de "ik" in 1965 de Tambourine Man verzocht om uit het heden getild te worden door middel van een lied, zo verzoekt de "ik" in het tweede deel van "Murder Most Foul" Wolfman Jack om door middel van muziek uit de tijd getild te worden. Zoiets.

Er is geen strakke scheidslijn aan te brengen tussen het eerste deel - het Kennedy-deel - en het tweede deel - het Wolfman-deel - in "Murder Most Foul". Al vrij snel in het eerste deel komt de eerste verwijzing naar popcultuur voorbij in de regel

The Beatles are comin they're gonna hold your hand

en midden tussen de vele verzoeken aan Wolfman Jack in het tweede deel van "Murder Most Foul" komt ook Kennedy voorbij:

Don't worry mr. president, help's on the way

Er is een geleidelijke overgang ergens halverwege de song van de Kennedy-draad naar de Wolfman-draad. De focus in veel artikelen over "Murder Most Foul" ligt op het eerste deel, op de Kennedy-draad. Dat is begrijpelijk, maar het is ook jammer dat daarmee het tweede, minstens net zo belangrijke deel te kort wordt gedaan.

Bovenstaande zijn zo wat wilde gedachten over een song die ik nog veel te kort ken om te veronderstellen dat de song zich volledig aan mij heeft prijsgegeven. Een song als "Murder Most Foul" vraagt tijd, vraagt veel luisteren en langzaam maar zeker wordt er dan meer ontdekt.
Zo realiseerde ik me vanochtend dat het noemen van Marilyn Monroe in de regel 

Play it for me and for Marilyn Monroe

mogelijk meer is dan het "slechts" refereren aan een filmicoon. In mei 1962 zong Marilyn Monroe John F. Kennedy toe. Nog zo'n iconisch moment in de Amerikaanse (pop-)cultuur. Al die keren dat ik eerder naar "Murder Most Foul" heb geluisterd was me dat nog niet opgevallen.  Zo zal het in de komende dagen, weken vaker gaan. Steeds meer ontdekken.
"Murder Most Foul" is een song die om een tijdsinvestering vraagt. De song moet beluisterd worden, niet één keer, niet tien keer, maar vele malen meer. Wie die investering doet, zal langzaam maar zeker een steeds completer beeld krijgen van Dylans meest recente song.
Ik ben er van overtuigd dat door de tijdsinvestering de song mij uiteindelijk zal meevoeren, buiten de tijd, through the smoke rings of my mind.


1 opmerking:

Anoniem zei

Ja Tom, er gaat veel door ons heen deze dagen en bij het luisteren naar dit lied. Maar de litanie waarin hij Wolfman Jack bijna als in Tambourine Man inderdaad oproept dit en dat voor hem te spelen, flikt hij tegelijk wat misschien wel zijn handelsmerk is, dat van de dubbele betekenis: ja hij wijst op de kracht van liederen, want in muziek vindt hij zijn religie, zei hij al eens, maar tegelijk legt hij zijn vinger bij het gevaar, het verhullende van de popcultuur die ons de werkelijkheid doet vergeten, de leugens toedekt met een warm deken. Opvallend is de tweespalt die Dylan blootlegt tussen liederen die je bij de hand meenemen en je de mond snoeren (hush) en die welke recht uit het bloedende hart komen (got blood in my eye, een blues die hij zelf heeft vertolkt op World Gone Wrong), de juxtapositie van wat hij wil laten spelen voor die arme Jackie Kennedy, dus verdiende troost, en dan Tragedy...
Overigens, waar ik me het hoofd over breek is ook dat er zo geringschattend gedaan wordt over de instrumentale begeleiding, bij mij snijdt deze vrije melodie door mijn ziel, en de improviserende manier van zingspreken is toch nog weer een verkenning van iets nieuws, het geheel verwant aan de avantgarde drone en een radicalisering van de meest meditatieve songs van Van Morrisson, ja, de vergelijking die wordt gemaakt met 'Cross the Green Mountain, een van zijn mooiste liederen, vind ik geheel terecht, alleen raakt Murder Most Foul net even meer de snaar van deze tijd...

groet hans altena