Boots Of Spanish Leather - door Jochen Markhorst


Boots Of Spanish Leather (1963)

Uiteindelijk heeft hij ze kennelijk toch gekregen, die laarzen van Spaans leder. Marianne Faithfull is behoorlijk ondersteboven van de Dylan van de midjaren zestig en maakt daarvan geen geheim, in haar sprankelende autobiografie (1994). Dat springerige kapsel, proto punk, het zwarte leer en de manier waarop hij praat: verwoestend. Niemand in Londen praat zo, hier roken ze allemaal te veel hash.

Dat ratelende intellect was veel sexier dan ik had gedacht, dus het is niet dat ik hem niet aantrekkelijk vond. Integendeel. Ik vond hem eigenlijk erg aantrekkelijk. Ik voelde me altijd al aangetrokken tot die pezige, gebundelde energie. De onberispelijke kakelbonte maatkleding, de Spaanse laarzen, de Rimbaud-kuif, de wazige zonnebril. Alles waar ik dol op was. Ik vond hem alleen zo… intimiderend.

“Spaanse laarzen”. Bedoeld worden laarzen die gemaakt zijn van Spaans leer, niet zozeer een bepaald model. En “Spaans leer” is eveneens een wat misleidende productbepaling. Ook dat is geen leer van een bepaalde kwaliteit of van een bepaalde afkomst, maar elk willekeurig stuk leer dat geparfumeerd is met Peau d’Espagne, met “huid van Spanje” dus. Een populair parfum, al sinds de zestiende eeuw. Rozenolie, lavendel, sandelhout, kruidnagel, kaneel en nog een stuk of wat ingrediënten… het recept is sinds de negentiende eeuw wijdverspreid en, na toevoeging van vanille en geranium, vanaf de twintigste eeuw ook als damesparfum populair. Maar de oorspronkelijke peau d’Espagne is volgens de legendarische seksuoloog Havelock Ellis (1859-1939) een “zeer complex en luxueus parfum”, waarvan gezegd wordt dat het van alle parfums het meest “de geur van de huid van een vrouw benadert”. Vaak, weet Ellis, “the favorite scent of sensuous persons, de favoriete geur van zinnelijke mensen”, hetgeen weer te danken is aan de aanwezigheid van “de ruwe, dierlijke geurstoffen muskus en civet” (Studies In The Psychology Of Sex Vol. 4, 1927).

Waarom de ik-persoon in “Boots Of Spanish Leather” zo graag “Spaanse laarzen van Spaans leer” wil, kan Havelock Ellis ook uitleggen. Het lijdt geen twijfel, stelt hij met onderbouwing, dat de geur van leer een eigenaardige stimulerende seksuele invloed heeft op veel mensen. Vermoedelijk omdat de geur zich ergens tussen natuurlijke lichaamsgeuren en kunstmatige parfums bevindt. Dat verklaart dan ook de meest voorkomende fetisj: schoenfetisjisme. Daar komen immers lichaamsgeur (van de voeten) en leergeur (van de schoenen) samen.
De verteller van “Boots Of Spanish Leather” verlangt dan vast niet naar een nieuw paar laarzen, maar naar laarzen die door zijn geliefde zijn gedragen.

Alleen dat hij ze uitdrukkelijk “Spanish Boots” noemt is dan nog een beetje raar. Een “Spaanse laars” is eigenlijk een tamelijk gruwelijk martelwerktuig. Universeel ook; in bijna elke cultuur van de afgelopen duizend jaar komt wel een variant langs van een behuizing die om het been wordt geklemd en dan middels schroeven of een wig het onderbeen dermate in elkaar perst, dat botten versplinteren en het bloed eruit spuit. Onvoorstelbaar pijnlijk, schijnt het te zijn.
Het is weinig aannemelijk dat de dichter daaraan refereert - als metafoor voor liefdesleed is het wel érg vergezocht en ongepast ijselijk. Vermoedelijk ziet Dylan, net als Marianne Faithfull, Spaanse laarzen als een kwaliteitskenmerk, als een aanduiding voor bijzonder cool schoeisel.

Minder dun, en zowel qua structuur als op inhoudelijk gebied relevanter, is het lijntje naar “Black Jack Davey”, dat door de meeste commentatoren wel wordt gelegd. Dat lied stuitert al zo’n 250 jaar door de Angelsaksische wereld, met variërende tekst en verschillende titels ("The Gypsy Laddie", "The Raggle Taggle Gypsy", "Seven Yellow Gypsies", "Johnnie Faa", om er maar een paar te noemen) en vertelt het verhaal van een Lady die haar man en haar rijke leventje verlaat uit liefde voor een zigeuner. In de oudste versie wordt ze betoverd, in andere versies ontvoerd, maar de clou is (meestal) hetzelfde; als de verlaten Lord haar heeft opgespoord, weigert ze met hem mee terug naar huis te gaan.

In The English and Scottish popular ballads van Francis Child staan elf varianten van het lied (no. 200, “The Gypsy Laddie”). De meeste versies laten de Lady in het derde of vierde couplet symbolisch afscheid nemen van haar rijke, verwende leventje, door een duur kledingstuk af te leggen. Een kleurige mantel, een zijden cape, een verfijnde overjas. Ergens halverwege de negentiende eeuw verschuift het perspectief naar beneden en zijn het “high-heeld shoes, they was made of Spanish leather” waarvan Dylan in 1992, op Good As I Been To You maakt: she pulled off them high heeled shoes, made of Spanish leather. Dat is niet de versie van Woody Guthrie trouwens, die voor buckskin gloves of Spanish leather, handschoenen van hertenleer, kiest.

De symboliek volgend, zou de dichter Dylan dan met het verzoek van de verlaten minnaar duidelijk maken: de verteller berust in het definitieve afscheid. “Trek je laarzen van Spaans leer maar uit en geef ze mij terug,” oftewel: laat je huidige leven met mij achter je, net als de Lady in “Black Jack Davey”, en vertrek naar onbekende verten, naar the country to where you’re goin’

So take heed, take heed of the western wind
Take heed of the stormy weather
And yes, there’s something you can send back to me
Spanish boots of Spanish leather

Elke duider wijst wel op de autobiografische link, op het feit dat Dylans geliefde Suze Rotolo ver weg in Italië is en hoezeer het hem kwelt dat ze zo weinig haast heeft om terug te komen (in Perugia ontmoet ze inderdaad haar latere echtgenoot Enzo Bartoccioli). In haar autobiografie A Freewheelin’ Time - A Memoir Of Greenwich Village (2008) schrijft Rotolo sans rancune, met een aantrekkelijke mengeling van nuchterheid, gratie en weemoed over haar relatie met Dylan. Ook haar ‘retraite’ in Perugia wordt uitvoerig belicht, de hartenpijn die Dylan heeft, de brieven en postkaarten die hij schrijft en ze wijst vrij precies aan, en met recht van spreken uiteraard, welke songs over haar gaan. Ze drukt zelfs gedeeltes van de correspondentie af:

Ik heb nog een opnamesessie gehad - ik heb nog zes nummers gezongen - jij zit in twee daarvan - Bob Dylan's Blues en Down The Highway (“All you five & ten cent women with nothing in your heads I got a real gal I’m loving and I’ll love her ’til I’m dead so get away from my door and my window too—right now”). Hoe dan ook, je zit specifiek in die twee nummers - en in nog een - I’m In The Mood For You - dat voor jou is, maar ik noem je naam niet ...
Ik heb een lied geschreven over dat standbeeld dat we in Washington van Tom Jefferson zagen - jij zit erin.

Maar een paar hoofdstukken later relativeert Rotolo de hoofdrol die Dylan haar toekent:

Ik wil niet beweren dat Dylan nummers over mij heeft geschreven, dat zou onrecht doen aan de kunst die hij de wereld in brengt. De songs zijn voor de luisteraar bedoeld, om zich eraan te spiegelen, zich ermee te identificeren en te interpreteren volgens zijn of haar eigen ervaring.

“Boots Of Spanish Leather” noemt Rotolo verder niet, ook niet indirect - zoals ze bijvoorbeeld wel knipoogt naar “One Too Many Mornings” in het hoofdstuk Breaking Fame, als ze over de naderende relatiebreuk vertelt; dat hoofdstuk opent met “He saw right from his side and I saw right from mine” (een parafrase van “You’re right from your side / I’m right from mine”).

Ja, in zijn eerste brief, die ze bij een tussenstop in Parijs ontvangt, staat dat Dylan nog lang op de kade het vertrekkende schip met Suze heeft staan nakijken: he described the ship sailing off - vooruit, dat echoot nog vaagjes door in de song.

De melodie, de muziek is natuurlijk prachtig genoeg; net als “Girl From The North Country” een rip-off van het aloude “Scarborough Fair”, en thematisch is het ook niet zo heel erg verschillend van dat antieke lied.
De kern van het verhaal is al te vinden in een gedrukte versie uit 1670, de Broadsideballade “The Wind hath blown my Plaid away, or, A Discourse betwixt a young Woman and the Elphin Knight, dat weer terug te voeren is op Oriëntaalse bronnen van eeuwen ouder. En varianten zijn ook te vinden bij de Gebroeders Grimm - Die kluge Bauerntochter, bijvoorbeeld, en Amor und Psyche, Die beiden Königskinder; allemaal vertellingen waarin de hoofdpersoon drie onmogelijke opdrachten moet volbrengen om te bewijzen dat hij of zij de liefde van de aanbedene waardig is.

Het lied is een discours, in dit geval tussen een edelman en een jonge vrouw. In de eerste drie coupletten verlangt de edelman dat de verliefde meid drie onmogelijke taken volbrengt - het naaien van een seamless cambric shirt, een naadloos batisten hemd is een constante in vrijwel alle varianten (in The Oxford Dictionary of Nursery Rhymes staat het lied dan ook onder het kopje “Cambric Shirt”). In de daaropvolgende drie coupletten eist de meid op haar beurt de volbrenging van drie onuitvoerbare taken, en dan krijgt de edelman wel zijn naadloze shirt en die andere zaken.

De bekendste bewerking, die van Simon en Garfunkel, doet afbreuk aan de dramatische kracht. Zij brengen het terug tot een monoloog van de man, die zes coupletten lang van alles en nog wat eist van die arme juf (ook weer zo’n batisten hemd uit een stuk, trouwens) en afsluitend resumeert hij:

Love imposes impossible tasks
Parsley, sage, rosemary and thyme
Though not more than any heart asks
And I must know she's a true love of mine

Dylans gevoel voor dramatische opbouw en psychologische diepgang is beter ontwikkeld dan dat van zijn middeleeuwse voorgangers en dat van Simon en Garfunkel.
Om te beginnen maakt Dylan een dialoog ervan, wat de dynamiek al een stuk verbetert. De eerste zes coupletten laten afwisselend de vertrekkende juf en haar ontroostbare minnaar aan het woord. De dame neemt afscheid en vraagt met wat voor een kadootje ze de doffer kan verblijden. Maar hij wil niks, alleen maar dat ze zo snel mogelijk weer thuiskomt. Geen zilver bijvoorbeeld, of iets van goud? (Het mag wat kosten, kennelijk.) Nee hoor, niet de sterren van de hemel noch diamanten uit de oceaan zouden de pijn van haar afwezigheid verzachten. “Echt helemaal niks?” zeurt de vasthoudende meid door. Nee, nee, ik wil alleen maar jou.
De inhoud van het zevende couplet raakt de luisteraar bijna net zo hard als de verteller:

I got a letter on a lonesome day
It was from her ship a-sailin’
Saying I don’t know when I’ll be comin’ back again
It depends on how I’m a-feelin’

… die meid is helemaal niet van plan om terug te komen, en wilde met dat goud en zilver alleen maar haar slechte geweten sussen, begrijpen we nu.
En hij begrijpt het ook:

Well, if you, my love, must think that-a-way
I’m sure your mind is roamin’
I’m sure your heart is not with me
But with the country to where you’re goin’

Bitter, ontgoocheld maar toch ook nog nuchter - nuchter genoeg die elegante, hartbrekende uitsmijter te serveren: o ja, je kunt me toch wel iets toesturen. Doe maar die Spaans leren laarzen.

Ontelbare keren gecoverd, natuurlijk. Meestal prachtig, en anders op zijn minst verdraaglijk; dit lied valt immers in de categorie Niet Kapot Te Krijgen. De halve eredivisie (Joan Baez, Richie Havens, Boz Scaggs, Nanci Griffith) en de divisies daaronder blijven ook niet achter.

Zoals wel vaker hebben de eenzame dames met slechts gitaar das gewisse Extra, het je-ne-sais-quoi. Kiersten Holine is een uitstekend, hartverscheurend voorbeeld.

Terecht veelgeroemd is het solo-album uit 1975 van Dan McCafferty, de zanger van de Schotse rockband Nazareth, die wel vaker opvalt met zijn bewonderenswaardige talent om songs te upgraden (“Love Hurts”, de Stones’ “Out Of Time”, en vooral Joni Mitchells “This Flight Tonight”). McCafferty’s Boots is opgetuigd met een volledige band en toch ingetogen, prettig melancholiek en krachtig - eigenlijk precies wat Rod Stewart in zijn goede tijd ervan gemaakt zou hebben.

Het meeste kippenvel echter produceert het folkduo Mandolin Orange uit North Carolina met een simpele en onweerstaanbare kunstgreep: de betoverende violiste Emily Frantz zingt de damespartij, gitarist Andrew Marlin de verlaten minnaar - en die ene regel die ze samen zingen (“I don’t know when I’ll be comin’ back again”) is pure magie.
Die vioolsolo, trouwens, zou zelfs Suze’s hart helemaal in Perugia hebben gebroken.


Kiersten Holine:

Dan McCafferty:
Mandolin Orange:


Geen opmerkingen: