Dylans solo-set werd opgenomen door Mike Claydon. Op deze opname is de concertzaal te horen zoals nog niet eerder op een opnamen in The 1966 Live Recordings. Wanneer je tijdens het luisteren je ogen sluit kun je ongeveer de concertzaal uittekenen.
Het is mooi om te horen hoe het publiek met (zenuwachtig? onzeker?) gegiechel reageert op "Fourth Time Around". "Fourth Time Around"was vijftig jaar geleden grappiger dan vandaag, al zegt dat waarschijnlijk meer over hoe er nu naar Dylan geluisterd wordt ten opzichte van vijftig jaar geleden dan over "Fourth Time Around".
Het concert begon natuurlijk met "She Belongs To Me", mooie harmonica-solo's. Dylan is scherp in Sheffield, ieder woord lijkt overwogen te zijn voor hij het zijn mond laat verlaten tijdens het eerste deel van dit concert. Luister naar "Visions Of Johanna", luister naar zijn spel van accenten met zijn stem en accenten met zijn gitaar.
En ook om "Visions" moet het publiek soms lachen, een beetje. Luister hoe hij het laatste vers weifelend begint om vervolgens sterker terug te komen. Mooi, mooi, mooi.
Ik houd nu al van Sheffield, van Dylans solo-set aldaar.
Een langzame "It's All Over Now, Baby Blue". Bedachtzaam, dat is misschien het woord om Dylans solo-set in Sheffield te definiëren. "It's All Over Now, Baby Blue" is in ieder geval bedachtzaam.
Dylan lijkt iets te dicht bij de microfoon te zingen waardoor een lichte vervorming van zijn stem ontstaat.
"Desolation Row" krijgt een lang instrumentaal intro. Het eerste couplet wordt wat vlak gebracht, maar daarna komt Dylan helemaal los en vertelt hij zijn verhaal vol vervreemding.
And then the kerosene
Is brought down from the factories
By insurance men who go
Check to see that nobody is escaping
To Desolation Row
Er is geen ontsnappen aan de schoonheid van Dylans solo-set in Sheffield. Van al Dylans solo-sets van tour '66 die ik tot nu toe gehoord heb is de solo-set van Sheffield als geheel mij het liefst. (Als het om individuele nummers gaat, weet ik het nog niet.)
Luister naar de harmonica-solo aan het eind van "Desolation Row".
En dan "Just Like A Woman". Dylan begint, stopt met spelen om een harmonica in het rek om zijn nek te doen en begint opnieuw.
Sssssssst. Niks zeggen, alleen luisteren.
mooi, hè?
Fragiel, dat is deze "Just Like A Woman".
"This never happens to my electric guitar," zegt Dylan tijdens het stemmen van zijn gitaar vlak voor hij "Mr. Tambourine Man", het laatste nummer van zijn solo-set, inzet.
En weer die mondharmonica aan het begin, ondersteund door nooit eerder gehoorde klanken van de gitaar. Dagdromen, verdwijnen door de rookgordijnen van de geest. En het gaat maar door en door en door. Heerlijk.
~ * ~ * ~ * ~
Er wordt beleefd geklapt, maar dan hebben de mannen op het podium nog geen noot gespeeld.
En het begint eigenlijk redelijk braaf. "Tell Me, Momma" zal best hard in de zaal hebben geklonken op die dag in mei '66 in Sheffield, maar nu luisterend naar een opname van die "Tell Me, Momma" valt het allemaal wel mee.
Robertsons gitaar komt er af en toe heerlijk doorheen snerpen. Goede mix.
Na "Tell Me, Momma" is het publiek al niet meer zo beleefd.
En ook in het Hawks-deel van het Sheffield-concert klinkt Dylans stem zo nu en dan vervormd. "I Don't Believe You" gaat enigszins de mist in, met name door Dylans ondermaatse harmonicaspel.
Dat maakt hij gelijk weer goed met een mooie "Baby Let Me Follow You Down". De opname van Alderson miste hoorbaar het begin van "Baby Let Me Follow You Down". Dat is opgelost door het gebruik van een andere opname voor het begin van dit nummer. De gebruikte opname is - denk ik - de CBS-opname van Claydon.
Waarom is Sheffield niet geheel in de opname van Claydon in The 1966 Live Recordings te vinden? Vermoedelijk omdat de opname van Claydon van het Hawks-deel overstuurd klinkt.
Dylans sprookje over de schilder Tom Thumb voor "Just Like Tom Thumb's Blues" is langer en geestiger dan ooit. Een mooie "Just Like Tom Thumb's Blues" volgt. Volg vooral Manuels pianospel in deze opname. En natuurlijk Dylans onnavolgbare wijze van accenten leggen met zijn stem.
Niemand kan stil blijven zitten tijdens "Leopard-Skin Pill-Box Hat", toch? De mannen op het podium vieren feest terwijl het publiek een verhalenverteller verwacht, zo klinkt het.
Het publiek gaat tekeer, is niet tevreden met wat Dylan en The Hawks brengen. Terwijl er allerlei verwensingen richting podium geroepen worden mompelt Dylan in de microfoon, net zo lang tot het publiek uit nieuwsgierigheid stil valt. Op dat moment verandert het gemompel in woorden: "when I was just a baby".
Na een herhaling ("Remember, when I was just a baby") zetten de mannen "One Too Many Mornings" in. Het is een mooie, ietwat rustige (voor '66-begrippen) versie van dit nummer.
Bob Dylan neemt plaats achter de piano, "no boos?" vraagt hij het publiek. En dan gaat de woede niet alleen meer van publiek naar podium, maar ook van podium naar publiek: "Ballad Of A Thin Man".
Het begint betrekkelijk rustig, netjes, maar al snel ontstaat er een opzwepend spel tussen Hudsons orgel en Dylans zang. Heerlijk. Het hoogtepunt van het Hawks-deel.
En nu de remmen ontmanteld zijn kunnen Dylan en The Hawks met dezelfde overdonderende drang door en wordt "Like A Rolling Stone" het publiek in geslingerd.
Met dank aan Cas voor de afbeelding.
2 opmerkingen:
"Waarom is Sheffield niet geheel in de opname van Claydon in The 1966 Live Recordings te vinden?"
Lees Judas! van Clinton Heylin ;-)
Ik weet het, ik heb Judas! gelezen.
Lees het als een gedachte tijdens het luisteren.
groet,
Tom
Een reactie posten