Tempest en Face Value

In het manuscript Vandaag vergeten tot morgen; de Bob Dylan aantekeningen 2012 - 2013 staan de volgende paar zinnen in de aantekening van 7 september 2012: 'In mijn lunchpauze stuurt "mevrouw Tom" mij een sms met de mededeling dat de postbezorger Tempest heeft gebracht. Het kost mij moeite om ook 's middags nog te werken.
Bij thuiskomst bekijk ik de hoes van alle kanten, van binnen en buiten en pas wanneer de kinderen in bed liggen, ga ik er voor zitten. Tempest in de speler, het lichaam in een makkelijke stoel.'

Het is vandaag een jaar geleden dat Tempest verscheen. In de aanloop naar die release was er de belofte dat 'Early Roman kings' op single zou verschijnen. En ergens rond die release was er die lovende recensie van Gijsbert Kamer in de Volkskrant. Het filmpje bij Duquesne whistle, het nummer dat wel op single uit kwam, eerst alleen in de iTunes store en later - tijdens Record Store Day - op vinyl. De overdonderende eerste indrukken van een sterk album.

Het is 7 september 2013, we zijn een jaar verder. Middag, ik zet het jarige Tempest op terwijl ik blader in de onlangs verschenen catalogus van de tentoonstelling van 12 werken van Bob Dylan in de National Portrait Gallery in Londen: Face Value.

De tentoonstelling Face Value bestaat uit twaalf portretten die Bob Dylan - op verzoek van de National Portrait Gallery - maakte. De tentoonstelling is inmiddels begonnen en loopt tot 5 januari 2014. Uiteraard zijn deze twaalf werken in de catalogus Face Value opgenomen.
Deze catalogus bevat echter veel meer dan alleen deze twaalf werken. Zo zijn er ook enkele andere werken van Bob Dylan afgebeeld in Face Value, waaronder de portretten die de hoezen van Self Portrait en Another Self Portrait sieren. Daarnaast staan er zes foto's van Bob Dylan in dit boek.

De afgebeelde werken worden vooraf gegaan door een voorwoord en een door John Elderfield geschreven introductie. Met name dit stuk van Elderfield is de moeite waard. Niet alleen bestaat dit uit een kritische (kenners) blik op de werken van de beeldend kunstenaar Bob Dylan, maar ook bevat deze introductie een vraaggesprek dat Elderfield met Bob Dylan had in maart over Face Value.
Achter in de catalogus is nog een beknopte biografie van Bob Dylan opgenomen.

De twaalf portretten die op dit moment in Londen te bewonderen zijn, staan alle twaalf in de catalogus. Steeds op de rechter pagina met op de linkerpagina de titel en daaronder de (fictieve) naam van de geportretteerde. Alle portretten zijn pastel op papier (610 mm x 457 mm) en vrij sober van kleur. De geportretteerden - drie vrouwen en negen mannen - kijken de toeschouwer aan. (Zie ook de afbeeldingen hier en hier)

Starend naar de titels van de twaalf werken valt gelijk op dat alle titels het woord 'face' bevatten. Zo is er een 'Face down', een 'Blue in the face', een 'Face off' en een 'Face to face'. Nog opvallender zijn de (fictieve) namen van de geportretteerden. De portretten van Scott Wagner, Ivan Steinbeck, Ray Bridges en Ken Garland maken deel uit van Face Value. Bij het zien van deze namen moet ik gelijk denken aan achtereenvolgens de componist Richard Wagner, de schrijver John Steinbeck, de acteur Jeff Bridges en actrice / zangeres Judy Garland. De genoemde vier namen zijn zeker niet de enige namen die door Bob Dylan aan portretten van Face Value zijn gehangen die overeenkomsten vertonen met de namen van bekende mensen. Maar vergis je niet, sommige namen van de geportretteerden in Face Value roepen associaties op met namen van bekende mensen, de portretten doen dat niet. Zo lijkt het portret van Scott Wagner in de verste verte niet op Richard Wagner.

Speelt de kunstenaar Bob Dylan met het associatie-vermogen van de toeschouwer (zoals hij dat ook deed bij de tentoonstelling Revisionist art)? Absoluut.
Volgens Bob Dylan in zijn vraaggesprek met John Elderfield in de catalogus Face Value hebben zijn muziek en zijn beeldende kunst niks met elkaar te maken. Hoewel ik wel in zie dat Dylans muziek en beeldende kunst volledig van elkaar los staan, is er toch één parallel te trekken tussen de beeldende kunst en de muziek van Dylan: het spelen met het associatie-vermogen van de toeschouwer / luisteraar.

Bladerend door de catalogus Face Value spijt het mij bijzonder dat ik niet bij machte ben om  naar Londen af te reizen zodat ik de twaalf werken in al hun glorie kan bekijken.
Het wordt tijd dat er een tentoonstelling van de beeldend kunstenaar Bob Dylan wat dichter bij huis komt. Het Stedelijk Museum in Amsterdam lijkt mij een uitgelezen plek.

De laatste klanken van 'Roll on John' - het laatste nummer van Tempest - zijn inmiddels voorbij gevlogen. Een schitterend album, Tempest, nog steeds. De eerste indrukken hebben mij niet bedrogen. Of het moet zijn dat ik nu nog enthousiaster over Tempest ben dan een jaar geleden.

1 opmerking:

hans altena zei

Dit spelen met associaties, meest ontregelend, vind ik inderdaad een rode draad door het werk van Dylan zeker sinds Another Side, dus je legt hier een heel goede link tussen de schilderijen en teksten. Ook het gebruik van 'grote namen' gesteld in een andere context, vaak juist meer down to earth, is iets dat hem kenmerkt. Het, ja ik durf het nu te zeggen, magistrale Tempest lijkt qua lyriek zelfs nog dieper dan hem gewoon te duiken in die vermenging van het religieuze, literaire en filosofische met het obscene, gewelddadige en kwetsbare, terwijl de tijden door elkaar heen lopen, machtige historische figuren versmelten met maffiosi of outlaws, folkballads worden het toneel van apocalyptische postmoderne taferelen, liefdesliedjes verkeren in afrekeningen, tot uiteindelijk een totale ondergang wordt geschetst van een wereld die als met Noach te scheep is gegaan, tot aan het eind een lament, een gemankeerde klaagzang op klinkt voor een gestorven vriend, waarvan wordt gehoopt dat hij voort mag leven... hartbrekend... en daar op het laatst laat de band zich eindelijk een beetje gaan en klinkt er sentiment op, zoals eerst even voorspeld in Long Waisted Years...tot die tijd wordt een tapijt zorgvuldig geweven, zo een zoals in de middeleeuwen verslag deed van grote evenementen, vol verschillende scenes, met een oog voor detail dat zich pas prijs geeft bij zorgvuldige bestudering... waar in tegenstelling als primitieve blues de schilderijen met rauwe verfstreek en spaarzaamheid je een beeld inprenten dat tegelijk veel meer suggereert, zeker ook door de titel, en bovendien gesteld in het kader van Dylans totale kunstenaarschap... want hij mag dan geen groot schilder genoemd worden, en daarover valt te discussieren, zijn schilderijen zijn raak en maken deel uit van wat hij uitdroeg en uitdraagt... conceptueel heeft het daardoor een impact die uitstijgt boven het artifact zelf... hier is niet een muzikant aan zet die ook even wat van zijn andere creatieve kant wil laten zien, nee, dit is een bestanddeel van Dylan zelf, De Dylan die zijn stempel zet op deze tijd... arme man, daar krijgt hij alweer een naam opgeplakt... wel, hij is van de vele maskers en namen, en toch legt hij een kern bloot, in zichzelf, maar ook in vele anderen, met heel dit pantheon aan beelden en klanken en betekenissen... je moet het alleen wel voelen, het gaat voorbij het verstand, al spreekt het soms met de taal daarvan, maar dan altijd ja: ontregelend...