Dylan in Parijs
Dylan-afficionado's die in de loop van dit voorjaar een trip naar Parijs plannen kunnen niet om Cité de la Musique heen. In dit Parijse muziek- en cultuurcentrum loopt nog tot 15 juli de expo “Bob Dylan, L'Explosion Rock 61-66”.
“Een tentoonstelling over een rockartiest, dat is een idee zo onnozel dat alleen de Fransen er op kunnen komen'', schreef Tom Heremans op woensdag 7 maart in De Standaard. Heremans bekende in datzelfde stuk de expo nog niet te hebben gezien maar stelde in één adem door dat Cité de la Musique Bob Santelli, de directeur van het Grammy Museum in Los Angeles, flink betaalde om geen klap uit te voeren. De expo bestaat – dixit Heremans – immers uit foto's van Daniël Kramer die iedereen kent, aangevuld met een oude gitaar van Dylan, hoorcolleges en enkele films die iedereen al heeft gezien. Kortom: tijdverspilling. Vive Bup Dielanne!
Wat is daar van aan, vraag ik mij op zo'n moment af. Het zomaar tot mij nemen van voorgekauwde meningen en meninkjes is immers nooit mijn sterkste kant geweest. Een mooie lentedag, een tripje heen en weer naar de Lichtstad, fijn gezelschap en mijn favoriete bard in de cd-lader, meer heeft een mens voorwaar niet nodig in het leven, denk ik dan. Meteen de reden waarom ik op 24 maart voor de kassa van het Cité de la Musique sta aan te schuiven.
€8 later (of €6,40 voor wie zoals wij over een lerarenkaart beschikt – al die vakantie en dan nog korting vragen ook!) wandel je door de museumshop richting expo. Voor de gelegenheid is de shop uitgerust met een toonbank waarop naast de obligate catalogi ook diverse (Franstalige) Dylan-publicaties songboeken, dvd's, muziekdoosjes die 'Blowin in the wind' ten gehore brengen, enkele t-shirts én het volledige aanbod aan officiële Dylan-cd's te koop worden aangeboden. Kortom wie geld wil uitgeven, is hier aan het juiste adres.
Alleen, wij zijn voor de expo gekomen. Allen daarheen. De tentoonstelling is over twee verdiepingen (de begane grond en de kelderverdieping) verspreid. Wanneer je het eerste deel binnenstapt, kom je terecht in zaal 4, de zaal met de foto's van Daniël Kramer. Van achterin de ruimte kijkt een levensgrote Dylan op een verlicht paneel je met gekruiste armen strak aan. Het beeld werd ook als achtergrond voor de affiche van de expo gebruikt. Aan de rechterzijde werd de ruimte in drie kleinere ruimtes onderverdeeld. Het opzet van de expo is dat je na elke kleinere zaal terug in de galerij met foto's terecht komt
We beginnen in de fotogalerij waar Daniël Kramer op een videoscherm zelf wat over zijn werk en zijn ervaringen met Dylan vertelt. Het gros van de foto's die er hangen zagen we inderdaad ooit eerder als illustratie in Dylan-boeken of in de “Illustrated Biography” van Chris Rushby. Alleen zijn de foto's die we hier krijgen stukken groter en daardoor net dat ietsje indrukwekkender dan de versies die thuis in de boekenkast prijken. In diezelfde boekenkast heb ik – dankzij mijn wederhelft - ook werk van de heren Hamilton, Picasso, Rubens en da Vinci en consoorten staan. Dat heeft er mij nooit van weerhouden om uitstapjes richting musea of fototentoonstellingen te maken. Laat staan dat ik die momenten als tijdverspilling beoordeelde. Sorry meneer Heremans, maar de zin van uw betoog ontgaat mij.
Verder dan maar. We stappen de eerste zaal binnen. “Robert Zimmerman, influences musicales”, lezen we op het grondplan. Van Dylans kindertijd gaat het over de schooltijd, de eerste muzikale stappen én de muzikale helden. Het jaarboek van de Hibbing High School waarin de beroemde pasfoto van Dylan prijkt, ligt hier echt. Jammer dat ik er niet in bladeren kan, want ook de foto van Echo Helstrom had ik wel eens echt willen zien. We zoeken Dylan op klaskiekjes uit de kleuter- en lagere school omdat we dat spannender vinden dan zomaar in het bijschrift te lezen waar we kijken moeten. Een Dylan met babyvet, het is echt eens iets anders.
In Martin Scorsese's “No Direction Home” vertelt Dylan zelf over zijn muzikale invloeden en de dingen die hij als kind op de radio hoorde. Enkele ervan zijn te horen en te beluisteren op de tentoonstelling. We vergapen ons verder aan gitaren van Buddy Holly, Elvis, het Kingston Trio, Odetta en andere grootheden uit de beginjaren van de rock. L'Explosion Rock, weet u wel.
Via een tussenstop in de Kramer-galerij komen we in een tweede ruimte terecht waar alles in het teken staat van de folkexplosie van de prille jaren '60. Woody Guthrie krijgt de aandacht die hem toekomt, Pete Seegers banjo prijkt er naast fotomateriaal, een exemplaar van “The Antology of Folk Music”, exemplaren van het tijdschift Broadside en gezeefdrukte en getekende affiches. Aan protestsongs, maar ook aan artiesten die successen scoorden met werk van de prille Dylan is aandacht besteed. Heerlijk om een aantal zaken die je uit publicaties of vanop het internet kent ook eens in het echt te zien.
Via de Kramer-galerij komen we in zaal 3 terecht. Hier is het allemaal folkrock wat de klok slaat. We zien Dylan “Like A Rolling Stone” brengen en genieten van het feit dat zowel een Frans besje als een jonge vader met zijn dochtertje meedeinen op het ritme. Er is een Dylan voor elk van ons en voor ieder moment van de dag. Persoonlijk geniet ik het meest van de twee uitgestalde facsimiles waaronder “Absolutely Sweet Mary”. Dichter dan dit zal ik wel nooit bij Dylans handschrift komen, vrees ik.
We kuieren door de Kramer-galerij terug naar de ingang en nemen de trap naar de kelderverdieping. Hier staat Dylan in Frankrijk centraal. Je hoort er Johnny Halliday en de Franse Dylan-coveraar Hugues Aufray aan het werk. Aufray tekende trouwens ook voor het ten toon gestelde borstbeeld van Dylan . Verder blijkt dat Fransen niet alleen films dubben maar ook albumtitels vertalen. Je hoort en ziet Dylan op zijn onnavolgbare wijze vakkundig interviews om zeep helpen en krijgt fragmenten uit “Don't Look Back” te zien. De fragmenten zijn goed gekozen, want aandachtige kijkers zien er elementen uit de foto's uit de Kramer galerij terug. Die foto's leveren extra info of commentaar op wat je hier ziet.
“Een tentoonstelling over een rockartiest, dat is een idee zo onnozel dat alleen de Fransen er op kunnen komen'' Wat mij betreft mogen ze dit nog eens doen!
Bart Vlaeminck
Geen opmerkingen:
Een reactie posten