Tom,
Je stuk Dylan in de klas is alweer erg leuk om te lezen: je blog blijft dagelijks voer voor liefhebbers.
Bij het opruimen van mijn boekenkasten, ik moest ruimte maken voor nog te kopen boeken, kwam ik een paar weken geleden het boek tegen dat tijdens muzieklessen in de vierde klas van de middelbare school werd gebruikt: Alma Musica van Henk Broekstra, twaalfde druk uit 1975. De docent, wiens naam ik ben vergeten, maar hij reed in een Lada, gebruikte het boek vooral om een verhaal over een klassieke componist te vertellen en dan zijn muziek te laten horen (ik geloof niet dat ooit een vrouw klassieke muziek heeft geschreven). En af en toe mochten we zelf muziek maken door, op maat, een tikje op een triangel te geven. Geen goede docent, maar voor mij wel aantrekkelijke lessen: klassieke muziek, waar ik niets van wist, bleek vaak erg mooi te zijn.
Er worden tien van de 250 pagina’s gebruikt om iets over popmuziek te vertellen. Aan het begin meldt Broekstra : “De popmuziek is onderhevig aan snelle veranderingen en grote wisselingen in populariteit (= verkoopbaarheid). Het vastleggen van gegevens hierover is daarom een vrij hachelijke zaak”. Bescheidenheid siert de auteur, de excuses voor onzin waren gemaakt.
Het is best aardig zijn tekst te lezen. Hij maakt bijvoorbeeld onderscheid tussen traditionele popmuziek, commercieel en gericht op de massa’s, en progressieve of ‘heavy’ popmuziek: “wat minder voorspelbaar en teksten met een boodschap: protest, propaganda of underground die zich afzet tegen de gladde burgerlijkheid, rechts radicalisme of de oorlog” . De progressieve pop zou een relatie met de free jazz hebben.
Over popgroepen meldt hij: “Aan popgroepen is als regel een kort leven beschoren, zowel wat de populariteit betreft als de onderlinge samenstelling. Per definitie is de pop de muziek van de tieners, de groepen zijn daarom al vrij snel te oud, het wilde gaat eraf, met populariteit komt veel geld en bijna automatisch verburgerlijking en establishment. Het gelukt echter steeds meer groepen dit laatste verborgen te houden ondanks de zeer grote verdiensten”.
Vervolgens geeft hij een overzicht van zeer grote namen uit de nog korte pophistorie. En dat zijn allemaal popgroepen, er zit geen enkele soloartiest bij, met één uitzondering, je begrijpt het al: Bob Dylan.
Over hem schrijft Broekstra (de cursivering is van hem):
“Bob Dylan als persoon een uitzondering.
Eigen naam: Robert Zimmerman. Trekt rond met gitaar en mondharmonica. Eerste grote succes op Newport Folk Festival in 1962. Veel samenwerking met The Band. Na motorongeluk eerste optreden weer in ’69 op Wight Festival.
Vernieuwing van popteksten:
Eerste fase – pacifistisch protest
Tweede fase – poëtisch, associatief, soms onverstaanbaar
Derde fase – rustig, nogal lief”.
Je begrijpt: Broekstra heeft veel invloed op me gehad. Ik luister nog steeds graag naar het rustige, nogal lieve van Dylan (en nog meer naar de onverstaanbare muziek uit zijn andere fasen).
Vriendelijke groeten,
Tjeerd
Met dank aan Tjeerd voor deze bijdrage!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten