The 1966 Live Recordings - een anti-recensie #16

Een van mijn eerste reactie op de aankondiging van de boxset The 1966 Live Recordings, enkele maanden geleden, was blijdschap dat ik eindelijk naar een opname van het mythische concert in Parijs kan luisteren. De vraag “Waarom Parijs?” werd mij sindsdien een aantal malen gesteld, maar nooit heb ik echt antwoord gegeven.
Waarom Parijs, waarom heeft dit concert zo’n mythische status?
Die mythische status is vooral ontstaan door aan de ene kant de verhalen over dit concert en aan de andere kant de afwezigheid van de luistermogelijkheid. Er zijn de verhalen – uniek voor het concert in Parijs – over een publiek dat al tijdens het eerste deel van het concert mopperde, vooral over de tijd die Bob Dylan nam om zijn gitaar te stemmen, en de enorme Amerikaanse vlag die tijdens dit concert tegen de achterwand van het podium hing. Die vlag schoot – aldus de mythe – veel concertbezoekers in het verkeerde keelgat. Die vlag werd gezien als een steunbetuiging aan de oorlog in Vietnam.
Dan is er nog het verhaal dat de hoop op het horen van dit concert steeds weer aanwakkerde: de Franse radiozender Europe 1 zou het concert hebben opgenomen, maar weigerde de opnamen uit te zenden. Waar zijn de banden met deze opnamen gebleven?
Voeg daar de absurdistische persconferentie die Bob Dylan een dag voor het concert gaf bij, plus de wetenschap dat het concert in Parijs op Dylans vijfentwintigste verjaardag plaats vond, plus het feit dat Parijs in de lijst met concerten van tour ’66 in de lange lijst met concerten in het Verenigd Koninkrijk uit de toon springt, plus de zorgen die Bob Dylan had over de begrijpelijkheid van zijn songs voor een niet Engelstalig publiek. Dit alles bij elkaar geeft het concert in Parijs die mythische status binnen de Dylangemeenschap.
Voor veel Nederlandse Dylanliefhebbers zal de drang om Parijs te horen alleen maar sterker zijn geworden met het lezen van het artikel “Bob Dylan in Parijs” van Ria Gort in Hitweek van 10 juni 1966. Niet alleen geeft Ria Gort met haar stuk in Hitweek een goed beeld van Bob Dylans concert in Parijs, maar ze laat vooral ook zien dat het anno 1966 helemaal niet ondenkbaar was om als Nederlandse Dylanliefhebber naar Parijs te reizen om daar Bob Dylans concert bij te wonen. We hadden er allemaal bij kunnen zijn, mits we op tijd waren geboren en onze ouders ons hadden laten gaan. Een kniesoor die op dat soort details let. We hadden er bij kunnen zijn in Parijs op die vierentwintigste mei 1966 als het allemaal net even anders was gelopen, net als Ria Gort en daar gaat ’t om.

Tot zover de mythe voedende feiten en verhalen zoals die zich in de loop der jaren in mijn hoofd hebben opgestapeld. Terug naar nu.
Het is januari 2017. Sinds het verschijnen van The 1966 Live Recordings in november zoek ik op internet tussen het luisteren door naar informatie over de verschillende concerten van tour ’66. Van sommige concerten vind ik iets - een foto, een krantenbericht - dat ik nog niet kende, van andere concerten vind ik niks.
Bij het zoeken naar informatie over Bob Dylans concert in Parijs vind ik allereerst een advertentie uit een krant of tijdschrift waaruit blijkt dat Europe 1 inderdaad plannen had om het concert op te nemen en uit te zenden. Rond een foto van Bob Dylan staat de tekst: “Europe 1 presente en exclusivité un musicorama exceptionnel avec Bob Dylan Mardi 24 Mai a 21 H. a L’Olympia diffusion sur Europe 1 Dimanche 29 Mai a 13 H.” Mijn kennis van het Frans is werkelijk beneden alle pijl, toch kan ook ik uit deze advertentie opmaken dat Europe 1 inderdaad plannen had om het concert op te nemen en dat deze opnamen op zondag 29 mei om 1 uur ’s middags uitgezonden zouden worden. Waarom is die uitzending nooit doorgegaan? En nog belangrijker: waar zijn de banden met de door Europe 1 gemaakte opnamen?
Naast deze advertentie van Europe 1 stuitte ik tijdens mijn speurtocht op maar liefst drie artikelen over Bob Dylans concert in Parijs uit Nederlandse kranten. Geen enkel concert van tour ’66 kreeg zoveel aandacht in de Nederlandse media als het concert in Parijs.
Het Vrije Volk van 24 mei 1966: “‘Mister’ Bob Dylan wandelt door Parijs, alwaar hij vannacht zal zingen in de music-hall Olympia en tegelijkertijd zijn 25ste verjaardag vieren. Hij arriveerde [op 22 mei] op het vliegveld Le Bourget met hetgeen men hier oneerbiedig ‘zijn circus’ noemt: een vijftiental langharige personen, onder wie de zestigjarige Al Grossmann [sic], een secretaris, een tolk, een cameraman, een kapper (je vraagt je af waarvoor), musici en technici en enkele miskende dichters, wier gezamenlijke garderobe varieert van een spijkerbroek tot een hoge hoed.”[1] En iets verderop: “Een omstreden jongeman, die voor zijn unieke optreden in Olympia 37.000 franken bedong en een percentage van de opbrengst van de kaartverkoop. Meer dan Sammy Davis, Frank Sinatra of… Maria Callas zouden durven vragen!”
Een dag later bericht Het Vrije Volk: “Bob Dylan heeft vannacht in Parijs een ovatie gekregen, maar zijn contact met het publiek kwam langzaam tot stand.”[2] Dit strookt niet helemaal met de mythe. Dicteerde de mythe immers niet dat er in Parijs van begin tot het eind van het concert een felle strijd werd gestreden tussen Bob Dylan en zijn publiek en was dat niet de reden waarom Europe 1 de gemaakte opnamen van dit concert niet uitzond? Over het publiek in Olympia schrijft Het Vrije Volk: “Tweeduizend mensen vulden Olympia tot de laatste vierkante meter: voornamelijk nerveuze tieners, die urenlang voor zijn hotel hadden gepost om er bij te zijn, toen hij de weg naar de musichall insloeg. Maar ook Juliette Gréco en Charles Trenet, Françoise Hardy en Hugues Aufray (die Bob Dylan in de Franse vertaling zingt), ook nieuwsgierige ouderen en eerbiedwaardige academici.”
Zouden Françoise Hardy of Charles Trenet zich bij de mopperaars hebben gevoegd op die 24ste mei in Parijs? En hoe zit het met de “nieuwgierige ouderen en eerbiedwaardige academici”? Schreeuwden ook zij onhebbelijkheden richting het podium van Olympia?
Volgens de Waarheid van 28 mei waren er helemaal geen tweeduizend aanwezigen, zoals Het Vrije Volk berichtte, maar 2300 Fransen die Bob Dylan zagen en hoorden spelen in Olympia.[3]  De Waarheid meldt verder dat het publiek aanvankelijk wat mat reageert op de verrichtingen van Bob Dylan, maar “tijdens het tweede helft van zijn show groeit het enthousiasme.”[4]
Zou Parijs dan echt die uitzondering tijdens tournee ’66 zijn geweest? Zou Dylans concert in Olympia het enige concert zijn geweest waarbij het publiek enthousiaster was over het Hawks-deel van het concert dan over Bob Dylans solo-set?
En als het publiek dan enthousiast was omdat het een goed concert was, waarom zond Europe 1 de gemaakte opnamen dan niet uit?
De mythe gecombineerd met de krantenberichten geven een aardig beeld over Bob Dylans concert in Parijs, maar tegelijkertijd zit ik nog met vele vragen. Misschien is het tijd om helemaal niks meer te vragen, om gewoon te gaan luisteren, voor de allereerste keer naar de opname die Richard Alderson maakte van Bob Dylans optreden in Parijs op 24 mei 1966.

Bij opkomst wordt Bob Dylan enthousiast ontvangen, maar zodra hij begint te spelen – “She Belongs To Me” – mort een deel van het publiek. Wat is er aan de hand? Wilde het morrende deel van het publiek Dylan-met –band horen? Hing de Amerikaanse vlag er ook al tijdens Dylan solo-set en wekte dit de woede van het publiek?
Dylan zingt en speelt in een laag tempo, alsof hij iedere zinswending nog eens goed overdenkt voor hij de woorden prijs durft te geven. Er is meer mondharmonica te horen in opener “She Belongs To Me” dan tijdens enig eerder concert van tour ’66.
Het publiek mort ook na “She Belongs To Me”. “Who is that?” vraagt Dylan als reactie op het gemopper, zo lijkt het.
Voor hij “Fourth Time Around” begint, zegt hij zoiets als: “This is a request from… Francoise… uhm… A request…” Er is twijfel in zijn stem. Hij lijkt de woorden te zoeken. Je vraagt je af hoeveel geestverruimende middelen Dylan in zijn lijf gepompt had voor hij het podium van Olympia betrad. Hij zingt “Fourth Time Around” net iets te hard in de microfoon, alsof hij bang is dat de woorden anders niet overkomen.
Dylan brabbelt wat in het Frans, maar het komt niet over. “Just what I thought”.
Dylans zangmicrofoon lijkt – in verhouding tot de microfoon die zijn gitaar moet versterken – wat te hard te staan. Was dit in de zaal ook hoorbaar of is dit alleen op de opname zo te horen? Dylans gitaar lijkt niet helemaal me te willen doen wat ‘ie moet doen in Parijs en toch weet hij veel (alles?) goed te maken door de manier waarop hij “Visions Of Johanna” zingt. Er zit geen haast achter, hier is een man die probeert zijn verhaal over te brengen. Je zou bijna verwachten dat hij aan het eind van het nummer het publiek vraagt of ze het mee hebben gekregen en als dit niet het geval is, hij best nog een keer zijn verhaal wil doen.
Dylan worstelt, zo klinkt het, met de omstandigheden. De onwillige gitaar, het soms wat opstandige publiek en de twijfel of die Fransen het allemaal wel meekrijgen.
Bob Dylan: “Is there anybody out there that understands English?”
Publiek: “Yeah!”
Bob Dylan: “That’s grea… that’s wonderful. It’s so lonesome sometimes.”
Vervolgens speelt Dylan het intro van “It’s All Over Now, Baby Blue” en maakt een grap over zingen voor taxichauffeurs, maar het publiek reageert niet. Pas wanneer hij de eerste woorden van “It’s All Over Now, Baby Blue” zingt volgt er een reactie vanuit het publiek.
Het lijkt er meer en meer op dat Dylans “It’s so lonesome sometimes” misschien dan wel als een grap werd opgevat door het publiek, maar dat de woorden voor Dylan meer waarheid bevatten dan hem lief was. Keer op keer probeert hij contact te maken met het publiek, door de dingen die hij tussendoor zegt, maar vooral ook door hoe hij zingt. Luister naar “It’s All Over Now, Baby Blue”, zoals veel tijdens zijn solo-set in Parijs brengt hij het traag, maar tegelijkertijd met een ongekende felheid. Een felheid die niet alleen woede, maar ook pijn verklappen.
Bob Dylan worstelde tijdens zijn solo-set in Parijs.
Direct na “It’s All Over Now, Baby Blue” wordt er iets vanuit de zaal geroepen. Ik kan het niet verstaan en ik betwijfel of Dylan het heeft verstaan, al reageert hij wel:
“Well, I must keep drinking this water this water, it’s hard to sing such a long song. I don’t know if I can keep it up, you know.”
Het publiek lacht, een reactie die Dylan aangrijpt om verder te gaan op de ingeslagen weg terwijl hij ondertussen zijn gitaar weer probeert te stemmen.
“Great water here.”
Gelach.
“Some of the best water in the world, I dont know if anybody has ever told anybody here that.”
Gelach.
“Olympia. This is Olympia, it’s a very nice place, isn’t it?”
Stemmen van zijn gitaar.
“You see my electric guitar never goes out of tune.”
Gelach.
Met “Desolation Row” lijkt Bob Dylan ineens het tempo wat te verhogen. Is dit een poging de met het stemmen van de gitaar verloren gegane tijd in te halen? Helaas is “Desolation Row” niet helemaal op band terecht gekomen.
Voor “Just Like A Woman” richt  Bob Dylan zich wederom tot het publiek: “This is a request. Another request song. I often do a lot of requests. I only go [?] so many now.” Vervolgens begint Bob Dylan aan “Just Like A Woman” om na enige tijd tot de ontdekking te komen dat zijn gitaar wederom vals is en dus stopt hij met spelen om zijn gitaar te stemmen.
En uiteraard levert dat gemopper op.
Tegen de mopperaar in het publiek zegt hij: “I’m doing this for you, I don’t care.” De irritatie is duidelijk in Dylans stem te horen. “If you wanna hear it that way I play it for you that way, you know.” Ondertussen gaat Dylan verder met stemmen. “You just can wait, can you. You have to go to work at 10 o’clock.” En het stemmen duurt lang. Erg lang.
Er komt steeds meer gemopper vanuit het publiek en Bob Dylan blijft reageren:
“Oh, it’s a drag for me too, you know.”
En:
“But that’s folkmusic for you. Folk music, it does that all the time.”
Bob Dylan vraagt of er een vervangende gitaar is aangezien hij zijn eigen gitaar maar niet gestemd krijgt. Er is geen vervangende gitaar. De irritatie groeit, zowel bij het publiek als bij Dylan:
“Did you bring a magazine to read or something?”
En:
“You can go tot he bowling alley, it doesn’t matter.”
En:
“Oh, come on now. I wouldn’t behave like this if I came to see you.”
En:
“I wanna get out of here as fast as you wanna get out of here.”
En dan eindelijk, eindelijk lukt het Dylan om zijn gitaar te stemmen en begint hij aan “Just Like A Woman”. Na zoveel mot met het publiek, na zoveel irritatie over en weer zou je denken dat Dylan zich er makkelijk vanaf zal maken, zo snel mogelijk het restant van zijn solo-set zal spelen om er vanaf te zijn. Niet dus. Hij neemt de tijd, de moeite en weet in zichzelf de verhalenverteller te vinden om een schitterende “Just Like A Woman” de Parijse nacht in te slingeren.
Tussen het spelen van “Just Like A Woman” en “Mr. Tambourine Man” moet Richard Alderson een nieuwe tape op de machine hebben gelegd. We krijgen op de opname in The 1966 Live Recordings niks te horen van een eventueel gemor vanuit het publiek en Dylans eventuele reactie daarop.
“Mr. Tambourine Man” is vlot, gewoon goed, maar niet uitzonderlijk in Parijs. Helemaal aan het eind van het nummer blaast Bob Dylan nog even de sterren van de hemel op zijn harmonica voor de pauze in Olympia kan beginnen.
Dylans solo-set in Parijs is zeker niet de beste solo-set van de tour, maar wel de meest opmerkelijke set. Het gedonder met de gitaar, de reacties vanuit het publiek, het vele, vele praten van Bob Dylan met en tegen dat publiek en de drang om toch een goed concert te geven ondanks alle regenslag en de opstand vanuit het publiek.

Met wat voor verwachtingspatroon, na zo’n solo-set, begon Bob Dylan aan het Hawks-deel van zijn concert in Parijs? Ik heb natuurlijk geen idee, ik kan niet in zijn hoofd kijken, maar ik als ik een gok zou moeten wagen, dan zou ik denken: gespannen met een drang tot overwinnen. Zoiets.
Kort en krachtig: het Parijse publiek verwelkomde Dylan en de Hawks met gejuich bij het betreden van het podium. “Tell Me, Momma” werd er in een hoog tempo uitgegooid. Bob Dylan zingt te hard in zijn microfoon waardoor het geluid van zijn stem vervormd wordt. Is dit een bewuste keuze van Dylan om de muziek dat extra randje te geven?
En na “Tell Me, Momma” volgt een keurig applausje vanuit het publiek, niet meer en niet minder… Vreemd, verwachtingspatronen werden in Parijs aan diggelen geslagen.
“It used to go like this, now it goes like that…”, dat is natuurlijk de inleiding tot “I Don’t Believe You”. The Hawks spelen retestrak, zo strak dat Dylan alle ruimte heeft om zijn stemgymnastiek over de muziek te leggen.
Komt het publiek in Parijs helemaal niet in opstand tijdens het Hawks-deel van dit concert? Het lijkt er inderdaad op.
Waar tijdens “Tell Me, Momma” en “I Don’t Believe You” Bob Dylan regelmatig veel te hard in de microfoon zong waardoor zijn stem vervormd werd, gaat hij tijdens “Baby Let Me Follow You Down” wat zachter zingen.
En het publiek klapt beleefd, er is geen opstand meer. Bob Dylan krijgt alle ruimte om zijn sprookje over de schilder Tom Thumb te vertellen, het publiek luister aandachtig naar zijn verhaal.
“Just Like Tom Thumb’s Blues” drijft in Parijs op het pianospel van Richard Manuel, het nummer krijgt, in vergelijking met eerdere versies tijdens tournee ’66, vanavond een extra laagje venijn, wat nog eens extra onderstreept wordt door het gitaarspel van Robbie Robertson in het tweede deel van het nummer. Bob Dylan laat zich hoorbaar door Robertsons spel opzwepen.
Een vette, swingende “Leopard-Skin Pill-Box Hat” volgt. Luister vooral naar de pompende bas van Rick Danko, afgewisseld met de piano-riedeltjes van Manuel. Opvallend is ook hoeveel beter Robbie Robertson ieder concert gaat spelen. Dit is heerlijk. Dit nummer wordt met het concert sterker. Stilzitten is geen optie.
Het is vreemd om naar deze opname te luisteren. Alle opnamen van het Hawks-deel van concerten van tour ’66 gaan gepaard met opstand vanuit het publiek en pogingen van Dylan om het publiek te sussen. Niet in Parijs. “One Too Many Mornings” wordt alleen vooraf gegaan door een beleefd applaus van het publiek voor het voorgaande nummer en een “one, two, three” van Bob Dylan. Hoe bevreemdend moet het voor Bob Dylan en The Hawks zijn geweest om zonder enig gemor vanuit het publiek muziek te kunnen maken. En ook in “One Too Many Mornings” is het Richard Manuel die de show steelt met zijn spel. Dit is zijn concert, zo lijkt het.
“Ballad Of A Thin Man” kan gelijk beginnen, er is geen gemor… “Ballad Of A Thin Man” is ook een song waarbij Dylan en The Hawks energie putten uit de opstand van het publiek. In Parijs is er geen opstand en dus zal het ook geen toeval zijn dat “Ballad Of A Thin Man” aanvankelijk betrekkelijk rustig wordt gebracht.
Het is een mooie, rustig gespeelde “Ballad Of A Thin Man” en het is juist die betrekkelijke rust in de muziek die Dylan de ruimte geeft om zich te concentreren op de nuances van zijn stem, van zalvend tot de snoeiharde sneer, ze komen allemaal voorbij in deze “Thin Man”. En hoe harder Dylan gaat zingen, hoe steviger de muziek wordt. Deze mannen spelen geen standaard set, deze mannen luisteren naar elkaar en reageren. Naarmate “Ballad Of A Thin Man” vordert wordt de muziek, de opstand van Dylan en The Hawks, de woede steeds groter. En het publiek? Het publiek slikt het allemaal voor zoete koek.
Bob Dylan draagt  “Like A Rolling Stone” op aan de Taj Mahal. “Like A Rolling Stone” komt wat moeilijk op gang, het venijn is er uitgehaald. Dylan probeert het nog terug te vinden door iedere vezel van zijn lijf in te zetten bij het uitperzen van de woorden. En het lukt hem. Het is de “Like A Rolling Stone” die het dankbare publiek verdient. Het stroomt langzaam, als lava, van het podium van Olympia over de hoofden van het Franse publiek. Het kolkt, het kookt, het dendert en knettert en het achter in de stoelen gedreven publiek kan niets anders dan overdonderd worden.

En dan sterft langzaam het geluid weg. Het is voorbij, ik heb Parijs gehoord.
Het is vreemd, het is tegelijkertijd alles en niets van wat ik van dit concert verwachtte. Voorlopig ben ik nog niet klaar met Parijs.
Parijs is het buitenbeentje in de tour die Bob Dylan langs opstandig publiek bracht. Natuurlijk, het publiek in Parijs was opstandig, maar niet op de momenten waarop het werd verwacht en dat veranderde veel. Heel veel.
Parijs laat vooral zien hoe belangrijk de reactie van het publiek voor Bob Dylan en The Hawks was om te kunnen spelen zoals ze tijdens tournee ’66 deden.


[1] N. – “Bob Dylan in Parijs”; Het Vrije Volk, 24 mei 1966
[2] N. – “Ovatie in Parijs voor intrigerende Dylan”; Het Vrije Volk, 25 mei 1966
[3] Volgens een andere bron is er in Olympia ‘slechts’ plaats voor 1996 bezoekers.
[4] N. – “Bob Dylan ontmoette Parijs”; De Waarheid, 28 mei 1966