Van dit concert krijgen we geen Richard Alderson-opname, maar een door Mike Claydon gemaakte opname, in stereo. Deze opname is voor deze box gemixt door Chris Shaw. Dat lijkt positief, maar dat hoeft niet te kloppen. De opname heeft een prima geluidskwaliteit, maar op een wat vreemde, soms storende manier is de ruimte, de hal waar de opname is gemaakt hoorbaar. Verderop meer over de geluidskwaliteit van deze opname.
Ik luister nu naar Dylans eerste avond in de Albert Hall – er volgde een tweede concert op de 27ste – en ik schrik. Opener “She Belongs To Me” verraadt dat Bob Dylan die avond in Londen haast had, grote haast. Hij gaat sneller dan ooit door zijn solo-set, zo lijkt het. Ik wil “rustig nou” tegen de stereo-installatie fluisteren, maar wat heeft het voor zin? En ook “Fourth Time Around” gaat gewoon te vlot voorbij naar mijn smaak. Waar is nou die beloofde schoonheid van dit concert? Begon ik met te hoge verwachtingen aan het luisteren en krijg ik daarom nu niet de schoonheid waarop ik hoopte te horen?
Voor het derde nummer, “Visions Of Johanna”, gaat het tempo niet zozeer omlaag, maar lijkt Bob Dylan wel meer aandacht voor de muziek te hebben dan tijdens de eerste twee nummers. Hij zingt zorgvuldig, dat is altijd goed. Het is een mooie, gedreven “Visions”, niet de mooiste van tournee 1966, maar zeker wel goed.
Het is opvallend hoe vlot, hoe strak de solo-set verloopt. Zeker wanneer je bedenkt dat de solo-set tijdens het vorige concert – het concert in Parijs – mede door het steeds moeten stemmen van de gitaar, de meest chaotische set van de hele tour opleverde. Luisterend naar dit concert ontkom ik niet aan de indruk dat dit een reactie op Parijs is. Alsof Dylan na Parijs dacht “dit nooit meer” en in Londen de daad op de gedachte afstemde.
Dylan stoomt maar door. Na “It’s All Over Now, Baby Blue” volgt “Desolation Row”. Er wordt geen woord tegen het publiek gesproken. Vlak voor Dylan de eerste regel van “Desolation Row” begint te zingen is een wat vreemd riedeltje van zijn gitaar te horen. Ondanks het hoge tempo speelt Bob Dylan goed gitaar vanavond. Beter dan tijdens een aantal voorgaande concerten. Komt dit mogelijk mede door de grote focus ontstaan door de behoefte geen herhaling van Parijs te krijgen? Het is allemaal speculatie van mijn kant, maar dit is wel wat ik hoor in deze opnamen.
Nog een uitwas van de haast: het harmonicaspel blijft beperkt tot een minimum.
Na “Desolation Row” moet Dylan zijn gitaar toch stemmen. Dat geeft hem gelijk de kans voor het eerst iets tegen het publiek te zeggen: “My electric guitar never goes out of tune”. De grap komt niet over, het publiek in de Albert Hall blijft stil.
En dan lijkt Bob Dylan met “Just Like A Woman” voor het eerst de behoefte om haast te maken even kwijt te zijn. Het klinkt nog net niet bedachtzaam zoals tijdens de mooiste versies van “Just Like A Woman” tijdens tournee 1966, maar het schurkt er zeker tegenaan. Luister naar hoe hij “I was hungry and it was your world” zingt, betekenis geeft door de intonatie van de woorden.
Bij “Mr. Tambourine Man” kruipt de haast weer door Dylans aderen, zo lijkt het. Hij neemt nog wel de tijd om wat uitvoeriger op zijn harmonica te spelen. Heerlijk spel.
Het is een goede solo-set, maar niet groots.
De opname van de Hawks-set begint met het stemmen van de instrumenten, hebben we dat al eerder gehoord in The 1966 Live Recordings? Volgens mij niet.
De start is gelijk goed: de stoom slaat van opener “Tell Me, Momma”. Maakte Dylan tijdens zijn solo-set haast om het Hawks-deel te kunnen beginnen? Mogelijk. Hoeveel verschillende setjes songtekst voor “Tell Me, Momma” had Bob Dylan tijdens tournee 1966 bij zich? Het lijkt wel of dit nummer tijdens ieder concert deels een andere tekst heeft gekregen.
Robbie Robertson staat op scherp in de Albert Hall.
Voor “I Don’t Believe You” zegt Dylan: “This is an old song. I like all my old songs… It used to be like that, but now it goes like this. ‘The Times They Are A-Changin’’ influenced this song.” Met die verwijzing naar “The Times They Are A-Changin’” lijkt Bob Dylan de zaak op scherp te willen zetten. Alsof hij de ‘klagende folkies’ precies aanwijst waarover ze vanavond kunnen klagen.
En dan knalt “I Don’t Believe You” als punk avant la lettre door de Albert Hall. Wie nu nog denkt dat de folk-Dylan terug komt en de band zal weg sturen moet wel een enorme plaat voor zijn kop hebben.
Is het publiek geschrokken? Overdonderd? Ze klappen beleefd.
Als een stoomwals op drift denderen Dylan en de Hawks door met “Baby, Let Me Follow You Down”. Ooit was dat een folksong, nu is het ‘t nummer dat je tegen de rugleuning van je stoel blaast.
En toch geniet ik niet volop. Het luistergenot wordt enigszins verstoord door het wat blikkerige geluid, de ‘digitale’ ruis die in de opname terecht is gekomen, waarschijnlijk door het vele gesleutel met allerlei ‘geluid-verbeterende programma’s’. Waarom heeft Sony er niet voor gekozen om de Richard Alderson-opname van dit concert (ook) in The 1966 Live Recordings te stoppen? Afgaande op de andere opnamen in deze box ga ik er van uit dat die Alderson-opname een stuk aangenamer luistert dan de Mike Claydon-opnam / Chris Shaw-mix die we nu hebben gekregen.
Na “Baby Let Me Follow you Down” volgt het eerste gemopper uit het publiek. Bob Dylan reageert met: “These are all protestsongs, now come on. This is not British music, it’s American music.”
Een stevige “Just Like Tom Thumb’s Blues” volgt. Ook tijdens het tweede deel van het concert lijkt Dylan haast te hebben. De muziek tijdens het tweede deel van dit concert is vooral overdonderend (en daarmee nog niet per se goed).
Voor Bob Dylan en The Hawks aan “Leopard-Skin Pill-Box Hat” kunnen beginnen moppert het publiek weer wat. “Are you talking to me?” vraagt Dylan. Of er nog een antwoord komt, maakt de opname niet duidelijk. Ook tijdens “Leopard-Skin Pill-Box Hat” ligt het tempo vrij hoog waardoor die heerlijke swing die dit nummer soms kan hebben verloren gaat. Mooi pianospel van Richard Manuel.
Het eerste moment waarop Bob Dylan en The Hawks tijdens dit concert echt goed spelen komt tijdens het eerste deel van “One Too Many Mornings”. Het is een rauwe, harde versie van dit nummer met een aantal wat rustiger gespeelde momenten.
Tijdens de inleiding van “Ballad Of A Thin Man” legt Robertson een aantal heerlijke tonen over Dylans pianospel (in dit stukje is helaas ook goed de ‘digitale’ ruis waarover ik eerder schreef te horen). Dit keer geen haast. Dylan en The Hawks nemen de tijd om “Ballad Of A Thin Man” te spelen. Waar nodig past Dylan de tekst van “Ballad Of A Thin Man” aan om zo het mopperende publiek toe te spreken.
Bob Dylan draagt afsluiter “Like A Rolling Stone” op aan de Taj Mahal. Tijdens dit nummer is voor het eerst het orgelspel van Garth Hudson goed hoorbaar.
Hoewel ik het Hawks-deel van dit concert beter vind dat Dylans solo-set, vind ik het hele eerste concert in de Royal Albert Hall te Londen verre van groots. Er is geen moment geweest dat ik tijdens het luisteren naar het puntje van mijn stoel werd gedreven, iets wat tijdens het beluisteren van enkele andere concerten van tournee 1966 wel gebeurde. Het lijkt wel of Bob Dylan niet de focus had die hij tijdens eerdere concerten wel had. Daarbij is de opname van Mike Claydon van dit concert deels kapot gemaakt door een “schuifjes-schuiver” in een poging de geluidskwaliteit van de opname te verfraaien.
De hoezen van de cd-versie en de elpee-persing van The Real Royal Albert Hall 1966 Concert! wijken nogal van elkaar af, zoals uit bovenstaande afbeelding blijkt.