Zoon Joost (26) heeft klassiek autisme en is verstandelijk gehandicapt. Hij woont in Nieuw Woelwijck in Sappemeer, maar brengt regelmatig bij ons een weekendje door in Meppel. Ik schrijf over hem, elke eerste zaterdag van de maand.
Bob Dylan werd op 24 mei 75 jaar en rond die datum verscheen ook zijn nieuwe album Fallen Angels. Hij stond al lang op mijn lijstje voor een verhaal rond Joost en dus is er geen beter moment om dat nu te doen. En juist vandaag begint Dylan aan de zoveelste concertreeks in zijn Never Ending Tour. Het wordt vanavond – dat verzin ik niet – zijn 4726ste concert. Ik misbruik hem graag in mijn Ever Ending Tour rond Joost.
Dylan en Joost, ze liggen min of meer voor mij in elkaars verlengde, ik kan het ook niet helpen.
Als Joost in 2004 niet zou zijn verhuisd naar dorpsgemeenschap Nieuw Woelwijck, zou ik dan zo verslingerd zijn geraakt aan de muziek van Bob Dylan?
Ik denk het niet.
En als Joost ons huis niet had verlaten – had moeten verlaten ook, omdat wijzelf eronderdoor gingen – zou ik dan zijn gaan graven in al die lagen die in de songs van Dylan liggen? Ik denk het niet.
Zoals Dylan zelf eens registreerde in een interview (even in het Engels, sorry): ,,What makes the songs different is that there’s a foundation to them … They’re standing on a strong foundation, and subliminally that’s what people are hearing.’’ Songs die staan als een aardbevingsbestendig huis op een oersterk fundament, zoiets zegt hij. Een fundament dat diep wortelt in traditionals, blues, folkmuziek, gospel, country en rock. Dylan zuigt ze op als de enig echte SpongeBob.
Het begon twaalf jaar geleden bijna vanzelf, het draaien van Dylanmuziek in de auto, nadat ik Joost – na een weekendje Meppel – had teruggebracht naar Sappemeer. Bijna onbewust schoof ik een Dylan-cd in de speler. Het werd snel een autistisch ritueel op de terugweg, in de beste Joosttraditie. Dat is het nog steeds.
Het eerste stukje van de terugrit neemt een zwaar gevoel bezit van me. Dan wil ik nog geen muziek horen. Zelfs Dylan niet. Dan praat ik even na met Joost. ‘Ach Joost’, zoiets hoor ik mezelf vaak hardop zeggen.
Gek genoeg went het nooit, daarover blijf ik me verbazen. Ik kijk achterom, naar zijn vaste plek in de auto, maar die is leeg. Ik zie zijn lintje liggen, dat hij razendsnel laat fladderen tussen zijn vingers. Het dempt zijn onrustgevoelens. Dat lintje ligt er altijd. Puur sentiment, maar dat is dan maar zo.
Ter hoogte van Kiel-Windeweer gaat mijn hand naar een Dylan-cd. Er ligt altijd wel een handjevol in de auto. Thuis liggen de stapels metershoog en daartussen zitten honderden bootlegs. Illegale opnames dus, van concerten waarvan Dylan in de loop van zijn carrière duizenden heeft gegeven. Van oneindig veel concerten is er zo’n bootleg. Het valt dus nog wel een beetje mee met mijn verslaving, houd ik mezelf voor de gek.
Ik houd van de jonge Dylan, de middle-aged Dylan, de oude Dylan – en zeker ook van de gospel-Dylan uit de beginjaren tachtig. Verfoeid door velen, maar niet door mij. Juist die songs troosten en helen, ik krijg er geen genoeg van. In geen andere periode in zijn leven zong hij zo meeslepend en hartverscheurend als in die jaren. I Believe In You is een verschrikkelijk intiem nummer. Die You kan God zijn, maar evengoed een geliefde of een kind. In mijn geval is dat Joost, een fallen angel om in het spoor te blijven van het nieuwe Dylanalbum.
Joost heeft iets engelachtigs, zo sereen en azuurblauw als hij kan stralen. Maar ‘vallen’ doet hij, heel diep. Onbeheersbare buien jakkeren door zijn lijf. The ghost of electricity howls in the bones of his face, die zin jat ik uit Visions Of Johanna, een van Dylans klassiekers uit de sixties. Er zijn geen frases die scherper het klassieke autisme van Joost verwoorden dan dit soort oneliners waarmee Dylans oeuvre vol staat.
Excuus nogmaals voor het Engels, maar elke poging tot een zinnige vertaling haalt de ziel uit het origineel. No Direction Home zingt Dylan in Like A Rolling Stone, uitgeroepen tot de beste popsong aller tijden. No Direction Home, zo moet Joost zich vaak van binnen voelen. Altijd in een voorwaartse drive naar niemandsland. Godzijdank heeft hij een thuis, in Nieuw Woelwijck. En soms wipt hij even langs in Meppel, dat zijn thuis was.
Aanvullingen van Ed van Tellingen via e-mail ontvangen:
"Er staat een storende fout in over het aantal concerten van Dylan. Geen lezer van het dagblad die het opvalt, maar lezers van je blog zullen me er ongetwijfeld op aanspreken. En anders jij wel ;-) Het aantal van ruim 4700 concerten is wel zo'n 1300 keer te hoog. Hoe ik dat getal erin heb gezet, is voor mij een raadsel. Ik had het natuurlijk gewoon geplukt van 'expectingrain', maar in mijn hoofd is erna iets misgegaan. Nou ja, het blijven heel erg veel concerten.
En het bekende citaat uit Visions of Johanna heb ik -met opzet- licht veranderd: her heb ik omgezet in his, zonder dat toe te lichten. Het zou te veel armslag vragen in de column. En het ging mij uiteraard om de essentie."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten