It’s All Over Now, Baby Blue (1965) - door Jochen

It’s All Over Now, Baby Blue (1965)

Ze is een angstaanjagende femme fatale, Annie Laurie Starr in de klassieke film noir Gun Crazy (ook uitgebracht als Deadly Is The Female, 1950). Als ze de mannelijke hoofdpersoon Bart Tare ontmoet, verdient ze de kost als scherpschutter in een rondreizend circus. Van Bart hebben we dan al de voorgeschiedenis gezien: weesjongen met een ongezonde fascinatie voor schietgerei, deels opgegroeid in een jeugdinrichting. Inmiddels is hij een doodgoeie, wat schutterige volwassene, zojuist afgezwaaid uit het leger als schietinstructeur. Gun crazy is hij nog steeds, schieten kan hij als geen ander en op de uitdaging aan het publiek om Annie te verslaan, gaat hij graag in. Op de bühne slaat er meteen een vonk over. Annie valt definitief voor hem als Bart haar even later verslaat; in een kroontje op Barts hoofd worden zes lucifers gestoken waarvan Annie er schietend slechts vijf weet te ontbranden. Dan is Bart aan de beurt. Yonder stands your orphan with his gun. Annie krijgt het kroontje met de lucifers op haar hoofd, Bart staat op vijf meter afstand en mikt. Strike another match… en ja hoor, Bart schiet raak, alle lucifers branden. Spelen met vuur, inderdaad: het is het begin van een verzengende liefde, waarin Bart door Annie het slechte pad op gesleept wordt.
Het loopt bloederig af, natuurlijk, met Bart stervend over het lijk van Annie.

Met voldoende goede wil zijn er wel meer beelden uit “It’s All Over Now, Baby Blue” in de film terug te vinden, maar daarmee zou de kracht van de song onrecht aangedaan worden; het lied is beslist niet een versleuteld rijmpje over één indruk, of één gebeurtenis uit het leven van de dichter. Dylan verkent hier het terrein waarop hij op de volgende twee platen zijn zenit zal bereiken – heldere en soepele, maar ondoordringbare poëzie. Die zichzelf tegensprekende, Rimbaud-achtige kwaliteit bereikt de dichter met een stijlfout die Jacques Derrida, de grootmeester van de deconstructie, opwaardeert tot een stijlfiguur: de catachrese. De catachrese (letterlijk: “verkeerd-gebruik”, ook abusio) verbindt woorden die eigenlijk niet verbonden zijn, maar gevoelsmatig vlak bij elkaar liggen – door klankovereenkomst bijvoorbeeld, of door nabijliggende associatie. Crying like a fire in the sun lijkt een doordeweekse metafoor, maar is feitelijk een onbekende combinatie van woorden, Net zo bedrieglijk bekend klinkt een woordcombinatie als seasick sailors en uitdrukkingen als the saints are coming through of gather from coincidence líjken alleen maar vertrouwde uitdrukkingen.
Eeuwen eerder, in 1727, speelde de bewonderde Alexander Pope al met catachrese op een manier die Dylan zal inspireren: Mow the beard / Shave the grass gebruikt eenzelfde omkering als the post office has been stolen / the mailbox is locked (uit “Memphis Blues Again”) of your sheets like metal and your belt like lace (“Sad-Eyed Lady”). De ongewone, maar vertrouwd klinkende woordcombinaties leest Dylan in deze maanden bij Rimbaud. In diens meesterwerk Le Bateau ivre bijvoorbeeld, waarin ‘watervallen duiken’ in een ‘groene nacht’ onder ‘laaiende hemels’. De invloed van die leeservaringen, Dylans schrijftalent en zijn associatieve geest leiden dan tot deze fase in zijn scheppen. Een paar halve herinneringen aan Gun Crazy, een bijbelflard (Luc. 9:60 “Laat de doden hun doden begraven”), Wortspielerei, symboolgeladen metaforen en particuliere indrukken - het pakt geweldig uit. Dylans poëzie wordt verrijkt met een surreële dimensie en dat tilt de lyricus nog een treetje hoger in het pantheon.

De heldere vaagheid is ook inhoudelijk onweerstaanbaar. De duidingen stuiteren alle kanten op. Het populairst is natuurlijk de vraag: wie is Baby Blue? Een flinke fractie van de explicateurs pleit voor – uiteraard – een dame, ziet het lied als een zoveelste afscheidssong in het oeuvre van de zanger. Joan Baez, wederom. Die optie wuift Dylan zelf weg: “Ik heb Joan Baez nooit gezien als Baby Blue” (in het lange interview met Craig McGregor, New Musical Express 1978). Al te serieus hoeven we dat overigens niet te nemen, want de echte Baby Blue is, aldus Dylan in datzelfde interview, a character right off the haywagon, from right upstairs at the barbers shop, y’know, off the street... I haven’t run into her in a long time.
Minstens zo vaak zien duiders een afscheid van collega-folkartiest Paul Clayton, of anders David Blue en ook Dylan zelf is een populaire kandidaat. Een serieuze minderheid zoekt het antwoord niet zozeer in een persoon, als wel in een idee of in een volksdeel. Dylan neemt afscheid van zijn folk-fans, bijvoorbeeld. Dat denkt ook  Al Kooper, toch een man met enig recht van spreken. Hij herinnert zich hoe Dylan na dat mythische, elektrische optreden op het Newport folkfestival in 1965 op aandringen van Peter Yarrow (van Peter, Paul and Mary) met diens gitaar terugkeert naar het joelende publiek. Joelend, volgens Kooper, omdat Dylans optreden slechts een kwartier geduurd had, niet omdat hij het gewaagd had om elektrisch te spelen. En wat speelt Dylan dan bij die terugkeer? “Hij zong It’s All Over Now, Baby Blue voor dit publiek, en verstootte aldus met één lied de akoestische folkbeweging.”
Alle vindingskracht, eruditie of ervaringsdeskundigheid ten spijt: waarschijnlijker is toch dat de dichter hier, over een betoverende melodie, melancholie in zijn algemeenheid poogt te verwoorden, het partir, c’est mourir un peu van Edmont Haraucourt.

Die betoverende melodie verleidt velen. In een (denkbeeldige) Top 40 van meestgecoverde Dylansongs staat Baby Blue ongetwijfeld bij de eerste tien. Muzikaal is het lied kennelijk minstens zo veelduidig als de tekst; er bestaan lieflijk charmante, bruut agressieve, zwoele jazzy, getroebleerd psychedelische en strakke rock ‘n’ roll varianten van het nummer. Tot de bekendere behoort de hitversie van Van Morrisons Them uit 1966, een dromerige versie, waarvan het rauwe randje op zichzelf weer vele latere covers inspireert (in die categorie is de Chocolate Watch Band, 1968, een winnaar). De vertolking van Them scoort overigens opmerkelijk hoog bij de hogepriesters van de Dylanologie; Greil Marcus verliest zich weer ’s in een van zijn extatische jubelcantates als hij erover schrijft (in When That Rough God Goes Riding, 2010) en Clinton Heylin stelt zelfs dat het “het origineel evenaart” (in Can You Feel The Silence, 2003). The Byrds kunnen er deze ene keer de vinger niet echt op leggen; tussen ‘65 en 1969 proberen ze het drie keer, maar geen van de opnames doorstaat de zelfkritische toets van Roger McGuinn. Hij heeft gelijk, blijkt jaren later, als de opnamen vrijgegeven worden. Uit de jaren ’70 zijn in ieder geval de onvermijdelijke Manfred Mann (met zijn Earthband, 1972) en oude rot Link Wray (op Bullshot, ’79) memorabel, maar zoals gebruikelijk hebben de dames toch weer das gewisse Extra.
In de damescompetities levert Bonnie Raitt in ieder geval het mooiste intro (Steal This Movie soundtrack, 2000) en Joni Mitchell kleurt haar versie mysterieus en meeslepend in (Night Ride Home sessies, 1991). Gepasseerd worden beide veteranes echter door een outsider: de actrice Jill Hennessy wordt ondersteund door een geweldige band en een kundige producer, en blijkt daarnaast opvallend goed te kunnen zingen; onderkoeld, doorleefd en met gepaste terughoudendheid. Op de soundtrack van de NBC-hitserie waarin zij de hoofdrol speelt, Crossing Jordan (2003).

 It’s All Over Now, Baby Blue
You must leave now, take what you need, you think will last
But whatever you wish to keep, you better grab it fast
Yonder stands your orphan with his gun
Crying like a fire in the sun
Look out the saints are comin’ through
And it’s all over now, Baby Blue

The highway is for gamblers, better use your sense
Take what you have gathered from coincidence
The empty-handed painter from your streets
Is drawing crazy patterns on your sheets
This sky, too, is folding under you
And it’s all over now, Baby Blue

All your seasick sailors, they are rowing home
Your empty handed army is all going home
The lover who just walked out your door
Has taken all his blankets from the floor
The carpet, too, is moving under you
And it’s all over now, Baby Blue

Leave your stepping stones behind, something calls for you
Forget the dead you’ve left, they will not follow you
The vagabond who’s rapping at your door
Is standing in the clothes that you once wore
Strike another match, go start anew
And it’s all over now, Baby Blue

Geen opmerkingen: