Where Are You Tonight? (Journey Through Dark Heat) (1978) - door Jochen

Where Are You Tonight? (Journey Through Dark Heat) (1978)

De uitsmijter van Street Legal is een sleutelsong in het oeuvre van Dylan, een scharnierpunt tussen twee tijdperken. Tevens, en dat is eigenlijk wel passend, is het lied een waterscheiding, een bron van conflict voor Dylanfans en -volgers.
De schermutselingen worden in 1978 geopend door Greil Marcus, die in zijn Rolling Stone recensie geen spaan heel laat van het album en ‘Where Are You Tonight’ afserveert met “leeg”. In Amerika waren de meeste recensenten het daarmee wel eens, maar in Europa is men juist overwegend enthousiast. Tot overenthousiast zelfs: “Zijn beste album sinds John Wesley Harding,” schrijft Melody Maker bijvoorbeeld.

Polemiek op de blogs over dit lied gaat tot op de dag van vandaag door. De tegenstanders zijn in de meerderheid. Een rondje Expecting Rain levert op: armzalig, warrig, pretentieus, flodderig, zelfparodie, afgrijselijk, saai, kolder, slecht geschreven, klungelig. Tussendoor bekent een geïntimideerde enkeling dat het lied toch een van zijn favorieten is, een ander durft het great poetry te noemen.

Waarin die afkeer zit, valt moeilijk te volgen. Het gros veroordeelt weinig steekhoudend de tekst, zonder uit te duiden waarin die tekst dan teleurstelt. Dylan grijpt na de epische, vertellende teksten en de klassieke liefdeslyriek van Desire en Blood On The Tracks weer terug op beeldrijke, associatieve poëzie – ongeveer zoals ‘Desolation Row’ of ‘All Along The Watchtower’. Moeilijker te duiden, cryptischer dan een ‘Hurricane’ of een ‘You’re Gonna Make Me Lonesome’, inderdaad, maar daarom niet minder krachtig. Integendeel zelfs. Aantrekkelijk is ook de overstijgende waarde die het lied lijkt te hebben; niet alleen door de plaats op het album (als slotnummer) maar ook door de lijntjes die naar het openingsnummer ‘Changing Of The Guards’ te trekken zijn. De verwijzingen naar zijn eerste sixteen years als artiest geven het lied een fascinerende lading: het is een afscheid van een tijdperk, én een aankondiging van een nieuw (“There’s a new day at dawn”) – en ostentatief laat Dylan voor het eerst in zijn carrière zijn mondharmonica thuis, een hele plaat lang.

Dylan vertelt geen lineair, chronologisch verhaal. Hij vertelt zelfs helemáál geen verhaal. De dichter associeert, gunt ons flarden van beelden of soms nog minder: glimpen van vage reflecties van half-bekende beelden. Hij mijdt eenduidigheid, en slaagt er desondanks in de luisteraar te raken, mee te voeren op zijn Journey Through Dark Heat, de melancholische trip door de kokende duisternis die de afgelopen zestien jaren zijn geweest – Dylan “winds back the time and turns back the page” en verschaft enig inzicht in zijn lange strijd met de “enemy within”.

Veel van de beelden kennen we wel uit ’s mans discografie. Dit is het achtentwintigste lied van Dylan waarin een trein langskomt, bijvoorbeeld (en zeker niet het laatste lied). “That’s just my hang up, you know, trains,” zegt Dylan in het radio-interview met Eliot Mintz in 1991. De valley is ook zo’n decor dat vaker terugkeert, überhaupt refereert de titelvraag aan Blonde On Blonde (“Where are you tonight, sweet Marie?”), de twin kennen we nog uit het recente ‘Simple Twist Of Fate’ en Elizabeth Street ligt in het vertrouwde Greenwich Village, op 20 minuten lopen van positively West 4th Street, via Macdougal en Bleecker Street. Elizabeth Street is overigens de straat waar Dylan de opdringerige A.J. Weberman opzoekt en een paar klappen verkoopt, nadat deze stalkende ‘Dylanoloog’ Sara lastig valt; vandaar de laughter van een nagenietende Dylan, wellicht.

Andere beelden zijn met enig goede wil wel biografisch te plaatsen (de “woman in rage” met een “babe in the arms” lijkt een weinig subtiele verbeelding van Sara en de pijnlijke scheidings- en voogdijschapsperikelen, de “partners in crime” haar advocaten) of zijn minder herleidbaar. “I climbed up her hair”, bijvoorbeeld, kan eigenlijk alleen maar verwijzen naar Rapunzel in haar watchtower, en is beeldspraak voor de moeite die je doet om je geliefde te bereiken. Maar ja; en dan? Verdere analogie loopt mank, maar de spiegeling met “he’s pulling her down and she’s clutching on to his long golden locks” ( uit de Guards) is niet toevallig, evenmin als de gespiegelde terugkeer van “a longtime golden-haired stripper”,

Het larderen met bijbelse referenties kan evenmin storen; in de mate waarin het hier gebeurt zijn we weer terug bij John Wesley Harding. Deels citeert Dylan letterlijker dan ooit. “There’s a lion in the road” vinden we in Spreuken 26:13 (het smoesje van de luie mens, een van de “mensen, die geen eer waard zijn”), maar de overige referenties zijn vooral indirect. De subtitel ‘Journey Through Dark Heat’ herinnert aan Dylan’s geliefde bijbelboek Openbaringen, aan de aankondiging van de apocalyps in 16:9 en 16:10 (“En de mensen werden verhit met grote hitte (…) en zijn rijk is verduisterd geworden”) – en dat verloren dark heat paradise vinden we ook weer gespiegeld in de opening op kant één: “But Eden is burning”.
“I fought with my twin” doet denken aan het nachtelijke gevecht van Jakob, daags voor de verzoening met zijn tweelingbroer Esau (Gen. 32:24). “Sacrifice” is in Genesis sowieso leitmotief – Jakob is de zoon van Isaak, die door Abraham geofferd diende te worden (on the road Highway 61, verklapte Dylan in 1965). “Her father”, de vader van Sara Dylan, heet overigens Isaac, Dylans vader heet Abram, hun zoon heet Jakob en zo kunnen we nog wel even doorgaan.
Het punt is: de tekst is intrigerend.

Op de andere fronten is het niveau toch ook ‘gewoon’ hoog. Technisch en stilistisch levert rijmkunstenaar Dylan weer vakwerk. De kracht van de weerkerende vraag waardeert Dylan al sinds dag één (‘Corrina, Corrina’, ‘Poor Boy Blues’) en de aansluitende protestjaren (‘Hard Rain’, ‘Davey Moore’), hij grijpt er vaak op terug na zijn ‘verraad’ (‘Rolling Stone’, ‘Thin Man’, ‘Queen Jane’, ‘Sweet Marie’, ‘Sad-Eyed Lady’) en ook in de jaren ’70 blijft hij erin geloven (‘Wallflower’, ‘Joey’). Op Street Legal horen we de repeterende vraag in ‘Is Your Love In Vain?’ en in ‘Señor’. De liefde voor dit stijfiguur bekoelt daarna niet en pas in de 21ste eeuw (‘Moonlight’, nog net) lijkt Dylan er genoeg van te krijgen.

Muzikaal, tot slot, is het melodieus en meeslepend. Ondanks het big-band arrangement (“Las Vegas,” smalen de critici dan) zijn de coupletten ingetogen en werken ze met een subtiel oplopende spanningsboog naar de climax in het refrein toe, tot de Grote Climax met de spetterende gitaarsolo na de laatste woorden, die überhaupt de kracht van een catharsis hebben. De drum- en orgelpartijen zijn opmerkelijk en smaakvol, en Dylan zingt gewoon goed (hoewel koekenbakker Greil ook daarover een radicaal andere mening heeft).

Schoonheid, sleutelbetekenis en kracht ten spijt: ‘Where Are You Tonight?’ leidt een verborgen bestaan. Dylan speelt het na 1978 nooit meer. Op compilatie-albums vindt het geen plek, gecoverd wordt het ook al niet, afgezien dan van de tribute-bands en YouTube-amateurs. We zullen het met die ene studio-opname en een paar bootlegs moeten doen (het live-debuut, 15 juli in Camberley, Engeland, is overigens prachtig).



2 opmerkingen:

Hans altena zei

Een goede analyse van een van Dylans sterkste nummers. En de passie waarmee het wordt gezongen is van de orde van Idiot Wind en Like a Rolling Stone, en voor mij hoort het ook in dat rijtje thuis. Helaas luisterde Dylan dit keer wel naar zijn critici en zou hij voor Slow Train Coming zijn lyrische inspiratie zo snoeien dat de dubbele lagen en het mysterie jammerlijk werden achtergelaten, tot Angelina en Carribean Wind, nummers die hij niet durfde uitbrengen in die platte 80er jaren.

Anoniem zei

Het is een mooie afsluiter van de plaat, maar het niveau van de twee door Hans genoemde klassiekers haalt ie niet. Ik ben inderdaad ook niet zo onder de indruk van de tekst. Wat eraan mankeert? Het pakt gewoon niet, ik raak de draad kwijt, ik luister gewoon niet meer. Maarrr...de muziek daarentegen, pakt me wel! Het orgeltje, de gitaarsolo aan het eind... Op deze plaat kwam Dylan het dichtst in de buurt van soul-muziek en daarom vind ik 'm goed. En ik waardeer het dat je ook de wat minder bekende nummers bespreekt!
Frans