De invloed van een gitarist

Niet lang nadat Jimi Hendrix' cover van 'All along the watchtower' tot de hitlijsten doordrong, bracht CBS Nederland Dylans versie van 'All along the watchtower' op single uit. (zie Bob Dylan in Nederland 1965 - 1978, blz. 68, 69) Ik ben er van overtuigd dat het succes van Hendrix' single mede reden is geweest voor het uitbrengen van Dylans versie op single.
Daar moest ik aan denken toen ik een e-mail kreeg - enkele dagen geleden al weer - van Hans. Hans schrijft dat Brainbox in een grijs verleden Dylans 'Down along the cove' opnam en dat deze opname onlangs voor het eerst is uitgebracht op de 3 cd box Mythology. Zonder dat ik daar ook maar enig hard bewijs voor heb, dacht ik bij het lezen van Hans' mail gelijk 'dat is de invloed van het succes van Jimi Hendrix'.
Waarom ik dat dacht? Nou, beide nummers komen immers van Dylans John Wesley Harding.
Overigens heb ik de paar seconden van 'Down along the cove' door Brainbox die beluisterd kunnen worden op de website van bol.com gehoord en ik moet bekennen dat ik niet onder de indruk ben.
Nog erger maakte Janis Joplin het. Ik heb de zangeres Janis Joplin erg hoog zitten, laat daar geen misverstand over bestaan, maar haar versie van 'Dear landlord' - wederom een nummer van John Wesley Harding - is werkelijk tenenkrommend. Joplin nam 'Dear landlord' op 17 juni 1969 op. Deze opname werd pas in 1993 voor het eerst uitgebracht op de boxset Janis. In 1999 werd deze opname nogmaals uitgebracht - als bonustrack - op de heruitgave van het album I got dem ol' kozmic blues again mama!
De invloed van het succes van Jimi Hendrix' versie van 'All along the watchtower' reikt ver, zo lijkt het.
Wanneer je diep in mijn hart kijkt, heb ik vooral de pest in dat Bob Dylan zijn live-versie van 'All along the watchtower' sinds 1974 baseert op Hendrix' versie. Die versie van Hendrix is best aardig hoor, daar niet van, maar vergeleken bij Dylans origineel op John Wesley Harding verschrompelt het tot een bak herrie. Dat geldt ook voor Brainbox' versie van 'Down along the cove' en helemaal voor Joplins versie van 'Dear landlord': aardig om eens te horen, maar vergeleken bij het origineel zoals het te horen is op John Wesley Harding is het niks.

13 opmerkingen:

hans altena zei

Fijn dit eens zo onder woorden gebracht te zien. Zelf ben ik eigenlijk al helemaal geen liefhebber van covers van Dylan, de man is te eigen om na te doen, iets dat ik, die hem met de paplepel ingegoten kreeg als zanger door schade en schande heb moeten leren (krijg maar eens de naam van Wageningse Dylan en je weet dat je fout zit ;-). Natuurlijk snap ik dat Dylan onder de indruk was van Hendrix versie, die ook zeker een bepaalde rockpotentie van het lied met zijn talent direct in de gaten had, maar de hele elpee John Wesley Harding heeft iets buitenaards in zijn arrangementen, teksten en melodieën, dat in feite niet te reproduceren, laat staan te overtreffen valt. reden misschien waarom Dylan verkoos de pakkende versie van Hendrix tot uitgangspunt te nemen, wilde hij er live nog wat van maken...
ps voor de duidelijkheid van de lezers, ik ben niet de Hans waarnaar in dit stukje wordt verwezen, zou me eigenlijk hans de tweede moeten noemen aangezien ik pas later aan deze mooie site van Tom bijdragen ben gaan leveren ;-)

hildairene zei

Ben het grotendeels met je eens maar ik maak een paar uitzonderingen:
Nina Simone's live version van The Ballad of Hollis Brown
en It's All Over Now Baby Blue van Them...

tom zei

@Hans: Er zijn inmiddels zoveel 'Hans-en' die bijdragen leveren of geleverd hebben, dat ik de tel een beetje krijt ben :-)
Overigens ben ik het met je eens dat de sfeer van John Wesley Harding een uniek geheel vormt. Overigens geldt dat voor veel (maar zeker niet al) Dylans albums. Andere mooie voorbeelden van 'echte' albums zijn natuurlijk Blonde on blonde en Blood on the tracks.
De Wageningse Dylan moet ik nog zoeken op het net, maar ga ik zeker doen!

@Hilda: Er zijn zeker uitzonderingen op de regel, maar die zijn op de vingers van één hand te tellen, toch?
Een tijd geleden (december 2011) heb ik een paar honderd covers van nummers van Dylan beluisterd en daar over geschreven op de blog. De laatste aflevering + mijn conclusie staat hier: http://bobdylaninnederland.blogspot.nl/2011/12/luister-ik-doe-je-na-9-slot.html

Anoniem zei

Naar mijn mening zijn de nummers van Dylan zoals ze op zijn albums slechts blauwdrukken. Als Dylan ze live vertolkt zijn het in feite ook covers. Soms neemt hij zijn nummers opnieuw in de studio op (o.a. Girl From The North Country, Down In The Flood, Chimes Of Freedom, I Shall Be Released). Ook andere artiesten hebben zijn werk zeer verdienstelijk gecovered en sommige covers overstijgen het origineel ruimschoots (meestal dan door de meester zelf).

tom zei

@Anoniem: ik ben het met je eens dat Dylans nummers op zijn studioplaten vaak (maar zeker niet altijd) blauwdrukken zijn (het woordje 'slechts' uit jouw zin laat ik bewust weg). Soms weet Dylan met een live-versie die blauwdruk te verbeteren. Daar zijn natuurlijk legio voorbeelden van. Een van de kwaliteiten van Dylan-de-muzikant is - naar mijn smaak - dat hij de muziek 'leeft' en daardoor nummers in live-versies een nieuwe gedaante weet te geven. Dat 'leven' van de muziek mis ik vaak in coverversies van Dylans nummers door andere artiesten. Natuurlijk zijn er uitzonderingen, maar dat zijn er - in mijn oren - niet zo veel.

hans altena zei

Prachtig wat dit allemaal losmaakt en heel interessant je bijdrage over covers Hilda. Nogmaals, ik heb, en doe dat nog steeds, me bezondigd aan covers, vroeger met name ook van Dylan, al was dat in de tijd voor internet toesloeg, en ik ben daarmee gestopt omdat miojn stem teveel leek op die van hem en ik dat stempel vreesde. De goede man vergrijpt zich zelf ook vaak aan songs van anderen, vooral om connectie te maken met zijn roots of dingen uit te proberen bij de repetities en zijn palet te verbreden (een van de krachten die maakte dat hij zo groot werd was dat hij van alles uit het Amerikaanse cultuurgoed inzoog en op eigen wijze verwerkte). Maar een kenmerk van veel covers van Dylan is dat ze te dicht bij het origineel blijven en geen eigen interpretatie leveren, hoewel diegenen die dat wel doen ook zelden mij raken (The Byrds vind ik een slap, braaf aftreksel leveren). Zelf heeft Dylan ooit eens gezegd dat hij er niet op zit te wachten dat mensen zijn nummers meezingen, omdat hij zelf het is die connectie maakt met de bron van het lied, dat hem is komen aanwaaien, en dat zegt iets over wat moet gebeuren als je een cover doet: het moet zijn alsof jij in de plaats van de maker ook iets hoort van die bron en dat op je eigen manier uitdraagt. De opmerking over blauwdrukken onderschrijf ik ook, net als in jazz gaat het bij Dylan steeds om interpretaties waarbij hij steeds zoekt naar een nieuwe invalshoek (I don't play any song the same way), wat niet wegneemt dat bepaalde versies speciaal uitgekozen voor een album (die een momentopname blijven, al krijgen sommige eeuwigheidswaarde) toch de definitieve blijken voor iemand. Round about midnight door Miles en Coltrane is zo'n voorbeeld. Desolation Row op Highway 61. Blind Willie Mctell evenwel lijkt in mijn ogen maar niet definitief te worden, wat deel uit maakt van zijn charme.

Anoniem zei

Mee eens Tom! En inderdaad het woordje “slechts” is misplaatst.

Er zijn legio voorbeelden te noemen van nummers die, zoals ze op het album zijn uitgebracht moeilijk, zo niet onmogelijk te overtreffen zijn. Ik denk aan Don’t Think Twice, Mr. Tambourine Man, Like A Rolling Stone en Blind Willie McTell.

Maar Dylan is niet een artiest die perfectie in de studio nastreeft, zoals de Beatles dat deden. Naast een aantal perfecte studioplaten (o.a. Highway 61 Revisited, Blonde On Blonde en Blood On The Tracks) heeft hij toch ook een groot aantal albums uitgebracht waar behoorlijk wat op af te dingen is.

In een interview met Edna Gundersen in 1997 gaf hij dat ook aan (“I can’t say that I’ve made any great-sounding records. A lot of my older songs were just blueprints for what I’d play later on the stage. Jerry Garcia proved that to me”). Vervolgens gaf hij aan dat hij met de songs op Time Out Of Mind meer wilde dan slechts blauwdrukken opnemen. Uitgerekend van dit album heeft hij later weer nieuwe versies in de studio opgenomen, omdat hij kennelijk toch niet zo tevreden was met het resultaat…

Over smaak valt natuurlijk te twisten. Persoonlijk vind ik de versie van Jimi Hendrikx van All Along The Watchtower behoorlijk afwijkend van het origineel op JWH. En dat is de absolute meerwaarde van die cover. In mijn oren is deze cover niet beter maar ook zeker niet slechter dan het origineel.

M&A

Anoniem zei

Sorry Hans, bovenstaande reactie van mij is een antwoord op de reactie van Tom. Ik had jouw reactie nog niet gelezen toen ik hem schreef...

Grappig dat voor jou Blind Willie Mc Tell zijn definitieve vorm maar niet lijkt te vinden terwijl voor mij de versie op Bootleg Series vol. 3 niet te overtreffen is.

M&A

tom zei

@Hans en M&A (ik moest even nadenken over de afkorting, mooie film!) Dank voor jullie reacties. Het is inderdaad - zoals Hans schrijft - mooi om te lezen wat dit allemaal losmaakt. En ja, M&A, over smaak valt inderdaad niet te twisten (of juist alleen maar te twisten zonder dat er overeenstemming bereikt wordt :-))
Ik heb altijd het idee gehad dat 'Man in the long black coat' live niet te overtreffen was. Daar kwam plotsklaps verandering in toen ik het Dylan tijdens een concert hoorde brengen, zo mooi, dat ik al mijn oude overtuigingen rond dit nummer meteen overboord diende te zetten.
Het stuk 'Maar een kenmerk van veel covers van Dylan is dat ze te dicht bij het origineel blijven en geen eigen interpretatie leveren, hoewel diegenen die dat wel doen ook zelden mij raken (The Byrds vind ik een slap, braaf aftreksel leveren).' van Hans wil ik bij deze graag onderschrijven.
In een grijs verleden heb ik ooit een collectie covers van nummers van Dylan aangelegd. Ik merkte echter dat ik die steeds minder draaide en wanneer ik een cover draaide, kreeg ik bijna altijd gelijk de behoefte om het origineel (studio of live) van Dylan te horen. Dat is voor mij zo'n beetje de maatstaf geworden: wanneer een cover me niet doet verlangen naar het horen van Dylans versie, is de cover - voor mij - geslaagd. Voor mij geldt dat maar voor zeer weinig covers.
Om even terug te komen op Hendrix' versie van 'All along the watchtower': natuurlijk heeft deze opname kwaliteit, natuurlijk zit 't goed in elkaar, maar ik kom niet los - wanneer ik het hoor - van het verlangen om Dylans versie van AATW te horen.
Met betrekking tot Time out of mind: Ik heb altijd het gevoel gehad dat Dylan wel tevreden was (is) over de nummers op dit album, maar niet over de productie van dit album. Dit is - althans zo heb ik het altijd geïnterpreteerd - reden voor Dylan geweest om een groot aantal nummers van TOOM in een live-versie op cd-singles e.d. uit te brengen. Alsof hij een nieuwe 'blauwdruk' van nummers van TOOM de wereld in wilde slingeren. Natuurlijk is dit allemaal speculatie, ik kan (gelukkig) niet in Dylans hoofd kijken, alleen maar mijn eigen idee plakken op wat ik zie / hoor.

Ik heb ook nog een vraag voor jullie: met dit allemaal in het achterhoofd, hoe moeten we - volgens jullie - aankijken tegen de officieel uitgebrachte live-albums? Deze lijken te zweven tussen de studio-albums en de concertopnamen. Zijn de nummers op die live-albums 'nieuwe' blauwdrukken (in het verlengde van de studioalbums) of een momentopname van wat er met een blauwdruk gedaan kan worden (in het verlengde van concertopnamen)?

hans altena zei

Ik geloof dat Dylan nooit anders heeft gedaan dan momentopnames maken, waarbij hij al naar gelang hij er in geloofde soms meer streefde naar meer dan alleen blauwdruk, een song voor de eeuwen, in de trant van de toevallige opnamen van Robert Johnson. Toeval speelt een grote rol in Dylans leven en hij kent daaraan een magische waarde toe. Terwijl wij Highway 61, Blonde on Blonde en Blood on the tracks definitieve meesterwerken lijken, kwamen deze toch op een manier tot stand die bol stond van chaos en bijna mislopen of ineens goed uitvallen. Like a Rolling Stone, hoewel hij er haast direct van overtuigd was dat het nummer zijn hoogtepunt was, had kunnen uitmonden in een wals, maar vond zijn ware piek met Al Kooper en zelfs toen probeerden ze nog menige versie uit zonder die te overtreffen. Blonde on Blonde was niet zo kwikzilverachtig mooi geworden als Bob Johnston, het zaakje niet van New York, waar de Highway 61 sound teveel werd nagestreefd maar niet meer gehaald, naar Nashville had verhuisd. Bij Blood on the Tracks is het een wonder dat de normaal al amper communicerende, maar nu wel heel autistisch opererende Dylan in twee totaal verschillende sessies iets met coherentie tot stand bracht, de nummers waren te goed om om zeep te brengen zullen we maar zeggen (hoewel het allemaal prachtig klinkt is er op muziektechnisch gebied van alles op aan te merken, en toch werkt het). Albums die werden geproduceerd enkel omdat Columbia iets nieuws van hem wilde, kenmerken zich dan ook door nogal wat slordigheid die minder gunstig uitvalt, Dylan was dan meer geïnteresseerd in neer zetten wat hij later zou uitwerken of zelfs gewoon vergeten. Over de andere kant kenmerken elpees waar hij zijn ongrijpbaarheid meer trachtte te stroomlijnen, zich vaak door enige krampachtigheid die zijn magie indammen (Infidels in mijn opinie, en ook het nummer Blind Willie, dat een potentie heeft die nog is gerealiseerd, wat bij Like a Rolling Stone wel is gebeurd ;-). De live albums zijn wat dat betreft een apart verhaal. Ik vraag me af hoe vaak hij die zelf heeft gewild, omdat voor hem wat op podium gebeurde altijd het belangrijkst is geweest in verband met de interactie met het publiek (niet zozeer hun applaus of geschreeuw!), en die vind je slechts gedeeltelijk terug in de registratie die wordt gemaakt (Royal Albert Hall, destijds niet gereleased omdat hij van zijn popgod imago afwilde, een uitzondering par excellence; Before the Flood, zijn gewilde comeback, een minder mooi maar wel effectief voorbeeld). Hard Rain is een twijfel geval, er was moeite nog kosten gespaard om iets te vereeuwigen van de mythische Rolling Thunder Revue die toen al over zijn hoogtepunt heen was, en het dreigde letterlijk en figuurlijk in het water te vallen, maar de spanning die er van afspat red het geheel en rechtvaardigt de plaat volkomen. Pas in de box Tell Tale Signs tref ik iets aan waarbij het erop lijkt dat er een duidelijke keuze is gemaakt voor iets dat hij naar buiten gebracht wilde hebben. In ieder geval ben ik van mening dat al die live albums getuigen van zijn onbedwingbare zucht naar verandering, exploratie, en hoe ruw ook, of soms zelfs halfslachtig (Dylan en The Dead), zijn ze mijlpalen in die zoektocht, net als de studio opnamen trouwens, geslaagd of niet.
Pfioei, dat is er uit, wist niet dat ik hier zo belanden, en dat moet Dylan ook vaak gedacht hebben, alleen dan met iets wat toch van wat meer waarde was dan deze losse gedachten van mij... En om nog een laatste duitje in het zakje te doen, ik vind Hendrix' versies van Dylan inderdaad heel spannend en zie ze eigenlijk los van Dylans nummers, maar niet als mooier... Blind Willie McTell beluister ik zelf het liefst in de live versie op The Additions to the Bootleg series 1989-2005, zeker niet volmaakt, want mompelend begonnen, maar dan tot hoogten stijgend die een intensiteit en dreiging bezitten die de akoestische opname met Mark Knopfler (ik houd niet van zijn te gelickte, beheerste spel) niet haalt in mijn ogen...

tom zei

@Hans: Dank voor je reactie op mijn vraag over de live-albums. Iets mijn zegt dat de kern te vinden is het volgende (ik citeer je): 'In ieder geval ben ik van mening dat al die live albums getuigen van zijn onbedwingbare zucht naar verandering, exploratie, en hoe ruw ook, of soms zelfs halfslachtig (Dylan en The Dead), zijn ze mijlpalen in die zoektocht, net als de studio opnamen trouwens, geslaagd of niet.'
Wat we krijgen - studio- of live-albums - zijn dus 'snapshots' van de exploratie.
We krijgen 'kiekjes' van Dylan-de-muzikale-ontdekkingsreiziger op zijn albums voorgeschoteld.
Hoewel ik in die gedachte wel iets zie, zou de piskijker eenvoudig de conclusie kunnen trekken dat Dylan een zéér belabberde ontdekkingsreiziger is aangezien hij na zoveel jaar zoeken nog steeds zijn doel niet gevonden heeft (waarom zou hij immers nog zoeken wanneer hij reeds aangekomen is?).
Op dit punt ben ik geen piskijker, het doel van Dylans reis lijkt steeds te verschuiven.
Ik wilde nog iets schrijven over wat dat doel dan mogelijk zou kunnen zijn en hoe tijdens minder geslaagde concerten / platen / opnamen mogelijk de reis het doel is geworden etc. maar dat wordt allemaal wel héél erg koffiedik kijken en pretenderen dat ik in Dylans hoofd kan kijken. Het uitgangspunt voor die gedachtestroom is verkeerd, simpelweg omdat ik nooit en te nimmer kan (of wil of denk te kunnen) achterhalen wat Dylans motieven zijn.
Het uitgangspunt moet datgene zijn waar ik wel bij kan: de luisteraar, in dit geval ondergetekende.
Het probleem is dat ik niet de illusie heb mijzelf te begrijpen of volledig te doorgronden.
Laat ik een voorbeeld geven, 'snapshots' uit mijn luisteraar-zijn (en daarvoor blijf ik bij 'Blind Willie McTell' om aan te sluiten bij voorgaande reacties).
In 1991, enkele maanden na de release van The Bootleg series 1 - 3 had ik eindelijk voldoende geld bij elkaar weten te verdienen met een weekendbaantje om deze 3 cd box te kopen. (Ik had toen nog lang niet alle albums van Dylan, laat staan dat ik bekend was met het fenomeen bootleg. Alles op deze 3 cd's was nieuw voor mij.) Eenmaal thuis luisterde in één sessie naar de drie cd's (zo'n vierenhalf uur). Echter, niet lang na het opzetten van cd 3 viel ik in slaap om wakker te schrikken tijdens 'Blind Willie McTell'. De eerste keer dat ik dat nummer hoorde was ik ergens tussen waken en slapen in. In de jaren daarna lag mijn focus vooral op de eerste twee cd's van The Bootleg series.
Fast forward: Er zijn tijden geweest - zo'n tien jaar na de aanschaf van The Bootleg series - dat ik bijna iedere dag na thuiskomst, nog voor ik mijn jas uittrok, 'Blind Willie McTell' opzette (enkele malen), een pak koeken opat (maak je geen zorgen ik woog toen nooit meer dan 65 kilo) en daarna pas mijn jas uittrok en tot rust kwam.
Dat heb ik zo'n anderhalf jaar volgehouden, altijd diezelfde studio-versie van 'Blind Willie McTell' van The Bootleg series.
Pas daarna, na het bijna dagelijks horen van diezelfde versie van 'Blind Willie McTell' gedurende anderhalf jaar, ontstond er ruimte in mijn hoofd om waardering op te kunnen brengen voor andere versies van 'Blind Willie McTell'. Waardering voor die andere studio-versie, voor de vele live-versies.
Natuurlijk is dit een extreem geval, maar het zegt wel iets over hoe mijn luisteren verloopt (verliep). Hierdoor loop ik (de luisteraar) altijd een stuk achter ten opzicht van de muzikant (Dylan).

tom zei

vervolg - het aantal woorden dat in een reactie gebruikt kan worden is blijkbaar beperkt...

Wat we voorgeschoteld krijgen op platen zijn 'snapshots', een zéér klein percentage van wat er daadwerkelijk opgenomen is in de studio of gespeeld op de verschillende podia van de wereld. En iets in mij zegt (dat zal ik niet uniek in zijn) dat aantal 'snapshots' nooit genoeg is, ik wil meer horen, ik wil alles horen. Tegelijkertijd is dat - gezien de manier waarop ik luister - ondoenlijk. Omdat het ondoenlijk is, verlang je (ik) naar 'snapshots' die representatief zijn voor het geheel zodat je (ik) met het beluisteren van die 'snapshots' het geheel toch zo dicht mogelijk weet te benaderen.

Bovenstaande is een 'ratel-reactie' geworden, ik klets maar wat in de ruimte. Ik probeer mijn vinger dan wel achter de gedachte die ik wil verwoorden te krijgen, maar het lukt me nu niet.
Hoe dan ook: er is vaak de neiging om dat wat officieel is uitgebracht als representatief voor een groter geheel te zien, maar ik vraag me af in hoeverre dit ook het uitgangspunt is geweest bij het samenstellen van de tracklists van officiële releases. Ik heb geen antwoord, want daarvoor zou ik weer net moeten doen alsof ik in de gedachten van een ander zou kunnen kijken (en dat kan ik niet).

[het is ochtend, misschien had ik eerst een kop koffie moeten drinken voor ik een reactie plaatste...]

Anoniem zei

Beste Tom. Hierboven schrijf je o.m. het volgende: "We krijgen 'kiekjes' van Dylan-de-muzikale-ontdekkingsreiziger op zijn albums voorgeschoteld.Hoewel ik in die gedachte wel iets zie, zou de piskijker eenvoudig de conclusie kunnen trekken dat Dylan een zéér belabberde ontdekkingsreiziger is aangezien hij na zoveel jaar zoeken nog steeds zijn doel niet gevonden heeft (waarom zou hij immers nog zoeken wanneer hij reeds aangekomen is?)."

Toen ik dit las moest ik onmiddellijk denken aan een uitspraak van Dylan uit de film "No Direction Home": “An artist has got to be careful never really to arrive at a place where he thinks he’s ‘at’ somewhere. You always have to realize that you’re constantly in a state of becoming, you know? And as long as you can stay in that realm you’ll sort of be all right.”

Deze bewering van Dylan raakt de essentie van zijn kunstenaarsschap denk ik. Een rusteloze artiest die waarschijnlijk tot aan zijn dood zijn kunstenaarsschap verder zal blijven ontwikkelen, op het podium en in de studio. Zijn ontdekkingsreis heeft geen doel. Hij zal niet op zijn lauweren rusten. Hij zal doorgaan, want in het doorgaan vindt hij zingeving.

De albums die Dylan heeft uitgebracht (live albums en studio, alsmede de Bootleg Series) zie ik niet zozeer als mijlpalen in zijn oeuvre. Het zijn eerder piketpaaltjes. Ze markeren zijn loopbaan. Dit is absoluut niet denigrerend bedoeld. Veel van zijn reguliere albums zijn uiterst geslaagd en sommige zijn absolute meesterwerken. Maar de Bootleg Series tonen ook aan dat er veel goud in de mijnen is blijven liggen en verzamelaars weten dat er nog steeds veel goud in de kluizen van Sony ligt. Wat betreft de live-albums die regulier zijn uitgebracht, daar vraag ik mij af met welk doel ze zijn uitgebracht. Ik heb de indruk dat veel van die live-albums contractgebonden releases zijn. Ze roepen bij mij vooral vragen op.

Waarom “In Concert” (1963) niet uitgebracht. Waarom “Rock Solid” (1980) niet? Waarom geen beter concert van de wereldtour van 1978? Waarom geen betere en volledigere registratie van Rolling Thunder dan “Hard Rain”? Waarom werd “Real Live” uitgebracht. En waarom “Dylan en The Dead” wel en de Supper Club niet? En zo kunnen we nog wel even doorgaan.

Om een volledig beeld te krijgen van zijn oeuvre zou je alles moeten beluisteren. Maar wie wil dit? Wie wil zijn leven geheel in dienst stellen van het kunstenaarsschap van een artiest? Met alle respect.

M&A