Born In Time - door Jochen Markhorst

Born In Time (1989) 

 

In 1983, voorafgaand aan een altijd beladen staatsbezoek aan Israël, leent bondskanselier Helmut Kohl de uitdrukking Die Gnade der späten Geburt, om duidelijk te maken dat met zijn generatie een omslagpunt in de Duitse relatie met de Joodse staat bereikt wordt. Zijn generatie (Kohl is van 1930) is immers te laat geboren om aan oorlogshandelingen of nazimisdaden te hebben deelgenomen en kan de Israëlische premier een schone hand reiken, hoewel de Bundeskanzler een erfschuld niet negeert.  

 

De intellectuele insteek met bijbelse woordkeus van de pragmatische machtspoliticus Kohl, die zich tot dan toe op het gebied van zijnsvragen niet bepaald heeft onderscheiden, zal Dylan bekoord hebben, of op zijn minst opgevallen zijn. Hij verblijft net in Israël ter gelegenheid van de verlate Bar Mitswa van zijn zoon Jesse en heeft kort geleden "Neighborhood Bully" opgenomen, een zionistische satire die uithaalt naar de omringende antisemieten en de passieve internationale gemeenschap.  

 

De eenvoud van de uitdrukking en de tegelijkertijd moeilijk doorgrondelijke betekenis daarvan, is koren op de molen van de taalkunstenaar Dylan. Voor een pro-Israëllied is het te laat, maar hij onderkent de mystieke ondertoon en slaat het op. Ongetwijfeld hoort de dichter nog een echo van de Bijbellessen, tien jaar geleden, waar hij gehoord zal hebben dat de Christus er altijd is geweest ("buiten de tijd") en alleen voor zijn aardse jaren in de tijd geboren werd.  

 

Dat born in time komt weer bovendrijven als een oude favoriet, de klassieker "Stardust" (1927) van de bewonderde Hoagy Carmichael door zijn hoofd spookt. "Stardust" is een prachtige song met een dubbele raamvertelling, een lied over een lied over een verloren liefde en opent met de inspirerende regels: 

 

Sometimes I wonder why I spend
The lonely nights dreaming of a song
The melody haunts my reverie
And I am once again with you


 

"Born In Time" concentreert zich op het tweede raam, op de bitterzoete herinnering en besluit met de spijtige vaststelling dat het noodlot een mistig web spint. 

 

Beelden zoals dat noodlottige web leent de dichter uit een wat minder waarschijnlijke bron: de negentiende-eeuwse dichteres Lucy Larcom (1824-1893): 

 

"Alas! the weft has lost its white.
    It grows a hideous tapestry,
That pictures war's abhorrent sight: -
    Unroll not, web of destiny!
Be the dark volume left unread, -
The tale untold, - the curse unsaid!" 

 

… uit "Weaving" (1869), een complex werk waarin de overpeinzingen van een jonge weefster sociale bewogenheid, maatschappelijke kritiek, Godsbesef, lotsverbondenheid van blanke en zwarte weefsters en individuele verantwoordelijkheid uitdrukken. Ver van deze Dylansong "Born In Time", allemaal, maar helemaal in het straatje van de jonge Dylan - wat wel een vonk van herkenning zal hebben ontstoken.  

 

Doorbladerend in de collectie van Larcoms poëzie, Poetical Works (vermoedelijk), is de dichter Dylan kennelijk ook blijven hangen bij het elegante "Across The River": 

 

Saying, "I will go with thee,
That thou be not lonely,
To yon hills of mystery;
I have waited only
Until now, to climb with thee
Yonder hills of mystery.
" 

 

… waaruit Dylan dat hills of mystery dan leent, zoals überhaupt Larcoms toon, woordkeus en beeldspraak een van de sjablonen van Dylans latere werk lijkt te leveren. Songs als "Workingman's Blues #2" en "'Cross The Green Mountain" hebben eenzelfde statige elegantie, maar eigenlijk zien we door Dylans gehele oeuvre wel hints dat de negentiende-eeuwse Larcom behalve een bron ook een verwante geest lijkt te zijn. Larcom heeft een vergelijkbare fascinatie voor scheeps- en waterrampen ("The Sinking Of The Merrimack", bijvoorbeeld, over een scheepsramp die herhaaldelijk in Larcoms werk langskomt), levert versfragmenten als the best is yet to come (dat Dylan in "If Dogs Run Free" gebruikt) en kan dodelijk sneren als een Dylan in de midjaren 60: 

 

I am not yours, because you love yourself:
Your heart has scarcely room for me beside.
I could not be shut in with name and pelf;
I spurn the shelter of your narrow pride! 

("A Loyal Woman's No", 1863)  

 

 

Alles bij elkaar, de religieuze referenties, "Stardust" en de negentiende-eeuwse lyriek, leidt tot een stijlvolle, bijna melodramatische liedtekst waarbij als vanzelf de filmbeelden binnenkomen: grijstinten, Humphrey Bogart en Lauren Bacall, filmstudiodecors en sigaretten.  

 

De muziek is schitterend, maar past niet helemaal bij deze tekst. Dat lijkt Dylan althans zelf ook te voelen; hij worstelt flink met dit lied. Oorspronkelijk is het bedoeld voor Oh Mercy (1989). Het is zelfs de eerste song die voor die plaat wordt opgenomen – doorgaans een teken dat Dylan eraan hecht. En hoewel die eerste opname meteen al geslaagd lijkt, zit iets hem niet lekker. Producer Lanois begint met het arrangement te rommelen, Dylan schrapt woorden en herschrijft regels, er worden nog twee complete opnames voltooid, maar uiteindelijk keurt de meester het af. Het waarom is niet duidelijk – dit is een van de twee Oh Mercy-opnamen ("God Knows" is de andere) waaraan Dylan geen woord wijdt in zijn autobiografie Chronicles Vol. 1.  

 

Ook het uiteindelijk verschijnen van twee van de drie takes, op deel 8 van de Bootleg Series (Tell Tale Signs, 2008), brengt geen klaarheid: schitterend lied, prachtige opnames, niks mis mee. En, geheel in lijn met Dylans onnavolgbare zelfkritische vermogens, slaat hij ook hier weer de meest geslaagde opname over; die is alleen op illegale bootlegs te vinden (o.a. op het prachtige Deeds Of Mercy, 2001). De orkestratie op die versie is tamelijk perfect, creëert precies de droomsfeer waarom de tekst vraagt. Dylan zingt iets sentimenteler, geaffecteerder misschien ook wel – vermoedelijk heeft hij hem daarom weer verworpen en uiteindelijk vervangen door het aardige, maar beslist veel zwakkere "Where Teardrops Fall". 

 

Een jaar later probeert Dylan het opnieuw, maar nu meer uit nood. Voor de nieuwe plaat under the red sky zijn de gebroeders David en Don Was in de arm genomen en dat inspireert niet, evenmin als de stoet topmuzikanten die dagelijks in- en uitloopt (David Crosby, Stevie Ray Vaughn, Elton John, om maar een paar te noemen). De troubadour mist goede songs, begint met het opwarmen van een kliekje ("God Knows"), neemt kwalitatief mindere songs als "Wiggle Wiggle" en "10.000 Men" op en besluit dan om ook "Born In Time" weer uit de la te trekken, een tweede afdankertje van Oh Mercy. Drie volledige opnames zijn weer nodig, tekstueel schrapt en herschrijft Dylan nog radicaler dan een jaar geleden, maar dan is er eindelijk een opname waarmee hij vrede kan hebben en die dan ook op de plaat terechtkomt. Ook mooi, maar inferieur aan de Oh Mercy-opnames, zoals we inmiddels weten. 

 

Eric Clapton heeft een korte fling voor het lied. Zijn studioversie (op Pilgrim, 1998) is verzorgd, maar ook te truttig, live is hij er na vier uitvoeringen (waarvan één met Dylan, Madison Square Garden 1999) alweer op uitgekeken. De mooi-droevige interpretatie door Meg Hutchinson (op A Nod To Bob Vol. 2, 2011), slechts begeleid door een dunne pianopartij en, later in het lied, wat ijle, elektronische klankvelden, is wel raak; Meg lijkt de onderliggende emoties beter te begrijpen. De spannendste cover staat op naam van Barb Jungr, de Engelse chansonnière die al tientallen, vaak opmerkelijke, Dylancovers heeft opgenomen. Haar gekunstelde voordracht en de soms wel erg gezochte arrangementen zijn nog wel 's een struikelpunt, maar op "Born In Time" werkt het wonderwel – er ontstaat een vreemde en aantrekkelijke spanning tussen de bijna vrolijke begeleiding (hupserige piano, vrolijk fiedelende solo-viool), en Jungr's dramatische zang enerzijds en de inhoud van de liedtekst anderzijds (op Every Grain Of Sand, 2002, de tribuutplaat waarop naast de nodige missers ook die exceptionele "Is Your Love In Vain?" te vinden is).  

Het refrein is overigens tamelijk briljant gearrangeerd – een neurotische eerste helft en een pastorale tweede helft.   

 

Barb Jungr: https://www.youtube.com/watch?v=G7JmdFg1wtM 

 

Born In Time 

In the lonely night 

In the blinking stardust of a pale blue light 

You're comin' thru to me in black and white 

When we were made of dreams 

 

You're blowing down the shaky street 

You're hearing my heart beat 

In the record-breaking heat 

Where we were born in time 

 

Not one more night, not one more kiss 

Not this time baby, no more of this 

Takes too much skill, takes too much will 

It's revealing 

You came, you saw, just like the law 

You married young, just like your ma 

You tried and tried, you made me slide 

You left me reelin' with this feelin' 

 

On the rising curve 

Where the ways of nature will test every nerve 

You won't get anything you don't deserve 

Where we were born in time 

 

You pressed me once, you pressed me twice 

You hang the flame, you'll pay the price 

Oh babe, that fire 

Is still smokin' 

You were snow, you were rain 

You were striped, you were plain 

Oh babe, truer words 

Have not been spoken or broken 

 

In the hills of mystery 

In the foggy web of destiny 

You can have what's left of me 

Where we were born in time 

 

 

 

 

 


Geen opmerkingen: