hoe hij tekeergaat als een razende
op zijn mondharmonica. [1]
Bob Dylan in Newcastle, de stad van The Animals en Detective Sergeant Lewis, de sidekick van inspector Morse uit de gelijknamige serie. Vanuit mijn geboortedorp stapt men op de boot naar Newcastle, iets wat ik nog nooit heb gedaan.
Associaties zijn belangrijk om tot een nieuwe gedachte te komen.
Goed, Newcastle, het is 21 mei 1966. Bob Dylan speelt in het Odeon Theatre, gelegen aan Pilgrim Street. Richard Alderson maakt deze avond een perfect klinkende opname van het concert. Eerst Dylans solo-set, daarna Dylan, the Hawks en een soms woest publiek.
Helaas ontbreekt het begin van “She Belongs To Me” op de opname van dit concert, net als het staartje van “Visions Of Johanna” en een deel van “Desolation Row”.
Deze avond in Newcastle herdefinieert Bob Dylan de betekenis van het woord ‘zingen’, luister maar naar “Visions Of Johanna”. Dit is voorbij het laten ontsnappen uit de mond van klanken op de melodie, dit is hogere kunst. Dit is betekenis leggen in de klank en klank in de betekenis van de gezongen woorden vinden.
Er is meer klank, er is het opmerkelijke, steeds verder uitdijende harmonicaspel van Bob Dylan tijdens tournee 1966. De klanken die Dylan in Newcastle uit zijn harmonica blaast en zuigt grenzen aan de psychedelica, de geestverruimende muziek die de luisteraar voor even het hier en nu laat vergeten en meeneemt door de rookringen van de geest.
“Just Like A Woman” krijgt in Newcastle de nieuwe naam “Hamlet Revisited”. Niemand heeft nog Blonde On Blonde gehoord en weet dat Bob Dylan slechts tijdelijk aan het stuk van Shakespeare denkt.
Bob Dylan is vanavond scherp op de woorden en minstens net zo scherp op zijn harmonicaspel. Dylans solo-set van vanavond is er eentje voor de eeuwigheid. Stop een opname van deze set maar in een raket, schiet ‘m de Melkweg uit. Wie weet wordt ‘ie gevonden door groene mannetjes op een planeet hier ver, ver vandaan. Hebben zij ook wat.
Ik kom woorden tekort om te beschrijven hoe mooi ik dit vind. Niks geschiedenis, of het belang voor de ontwikkeling van de popmuziek, of legendarisch of zo. Ik vind dit onvoorstelbaar mooi, dáár gaat het uiteindelijk toch om, steeds weer. Niet meer, niet minder.
Is dit ’t beste concert van tour ’66? Geen idee, misschien. Misschien ook niet. Ik wil niet kiezen. Wie kiest maakt zichzelf doof voor alle afvallers. Ik wil alles horen.
Na de pauze starten Bob Dylan en The Hawks – zoals ieder concert tijdens tour ’66 – met “Tell Me, Momma” waarna al de eerste opstand vanuit het publiek hoorbaar is.
Garth Hudsons orgel is dieper in de mix weggestopt dan op andere opnames in The 1966 Live Recordings, mede hierdoor is de piano van Richard Manuel beter te horen.
Zo veel en zo mooi als Dylan tijdens zijn solo-deel op zijn harmonica speelde, zo weinig speelt hij op het instrument tijdens het Hawks-deel. Het Hawks-deel in Newcastle begint redelijk bescheiden, redelijk ingetogen wanneer je het vergelijkt met andere concerten. Pas bij “Ballad Of A Thin Man” en vervolgens “Like A Rolling Stone” knallen Dylan en de mannen van the Hawks dwars door de remmen heen. Vol gas vooruit.
Tijdens het stemmen van de instrumenten voor “Leopard-Skin Pill-Box Hat” reageert Dylan met “You’re talking to the wrong person” op klachten uit het publiek. Vervolgens zegt Dylan “fire”, althans zo hoorde ik het de eerste keer, maar bij een tweede keer luisteren denk ik dat het een echo van het concert in Manchester is: “liar”, dit keer niet boos, zoals in Manchester. Het is een grap. De jongens onder elkaar, per ongeluk door de microfoon opgepikt en op de tape van Richard Alderson terecht gekomen.
Wat is “Leopard-Skin Pill-Box Hat” toch een heerlijk nummer. Een lijfschudder. En dan direct daarna “One Too Many Mornings”, het enige nummer met backing vocals.
“Sssst,” zegt Dylan in de microfoon voor hij “Ballad Of A Thin Man” echt loslaat op het publiek in Newcastle en nu, tijdens dit door toetsen gedreven nummer, is Hudsons orgel wel naar voren geschoven in de mix.
“Ballad Of A Thin Man” is de muzikale explosie voor de aardverschuiving “Like A Rolling Stone”. Het publiek kent “Like A Rolling Stone”, het was een single, een hit. Zouden ze elkaar hebben aangestoten, daar in het publiek in Newcastle? “Luister, dit ken ik, dit is ‘Like A Rolling Stone’.” En dan het innerlijke conflict: een half concert geklaagd over het kabaal en nu – helemaal aan het eind – een stukje herkenning, een beetje waardering.
Op de dvd No Direction Home is een opname van “Like A Rolling Stone” van dit concert als een bonustrack te vinden, voor wie beeld bij het geluid wil.
Dylan flipt “Like A Rolling Stone” er uit. Bats! In your face.
En dan is het concert voorbij, dan kan ik op de ferry terug naar mijn geboortegrond.
Mijn oren tuten nog na.
[1] Bart Meuleman – Mijn soort muziek; Em. Querido’s uitgeverij bv; Amsterdam, 2015; blz. 31