Pressing On (1980) - door Jochen

Pressing On (1980)

Als Modern Times uitkomt, in augustus 2006, heeft de oude meester inmiddels zo’n status bereikt dat een nieuw album meteen naar de toppen van de hitlijsten vliegt en breaking news is in de meest uiteenlopende media. Over dat album valt genoeg te melden, maar trending topic wordt de verrassing dat het sterretje Alicia Keys bezongen wordt, in het openingsnummer “Thunder On The Mountain”:

I was thinking about Alicia Keys, couldn't help from crying
When she was born in Hell's Kitchen, I was living down the line
I'm wondering where in the world Alicia Keys could be
I been looking for her even clean through Tennessee.

Het houdt de gemoederen nogal bezig. Het zou een liefdesverklaring zijn, sommigen vinden het zelfs wat creepy, een ander verbaast zich over Dylans feitenkennis – Keys komt inderdaad uit de New Yorkse probleemwijk Hell’s Kitchen en is in 2006, na het overlijden van haar grootmoeder, drie weken lang verdwenen.
Alicia zelf heeft ook geen idee waaraan ze de namecheck te danken heeft en is sympathiek-beduusd en vereerd. Dylan moet grinniken en beperkt zich tot een summiere toelichting als Rolling Stone’s Jonathan Lethem ernaar vraagt: “Ik zag haar bij de uitreiking van de Grammy’s. Ik heb haar verder niet ontmoet of zo, maar ik dacht bij mezelf: 'There's nothing about that girl I don't like.'”
Veel meer hoeven we er vermoedelijk echt niet achter te zoeken. De meester recyclet hier, zoals hij überhaupt veel oppoetst en hergebruikt op dit album, een paar regels uit “Ma Rainey”, een ode van en door Memphis Minnie uit 1940:

I was thinking about Ma Rainey, wonder where could Ma Rainey be
I been looking for her, even been 'n old Tennessee
She was born in Georgia, traveled all over this world

En ook de woorden living down the line en couldn’t keep from cryin’ komen nog langs in dat lied. Dat het Alicia Keys-couplet dus niet veel meer dan een speelse parafrase is, moge wel duidelijk zijn. Desalniettemin mag Keys zich vereerd voelen, natuurlijk, en ze spreekt herhaaldelijk de hoop uit dat ze Dylan eens zal mogen ontmoeten. Half en half verwachten de volgers nu een antwoord op een van haar volgende platen, maar dat vindt zij toch wat al te pedant. Haar smoesje is kinderlijk charmant: “Er rijmt niet zoveel op ‘Dylan’.”



Haar reverence is uiteindelijk eleganter dan een gezongen weerwoord in een liedje. Voor de documentaire Muscle Shoals (2013) over de legendarische Muscle Shoals Sound Studio in Alabama kiest Keys voor een interpretatie van Dylans “Pressing On”, een lied dat hij daar in 1980, wederom met producer Jerry Wexler, opnam voor zijn tweede evangelische album, Saved. Het is een smaakvolle, en eigenlijk ook wel dappere keuze. Uit de rijke geschiedenis van de studio had zij tientallen andere, bekendere en wellicht ook beter bij haar passende liedjes kunnen pikken, maar zij gaat voor een vergeten pareltje van een van Dylans meest verguisde albums. En levert dan een prachtige cover daarvan, trouwens – behalve een leuke dame is zij beslist ook een begaafde muzikante.

Van het evangelische trio is Saved het meest afgefakkeld, op beide fronten. Sommige recensenten gaan wel erg eendimensionaal tekeer, maar gefilterd is de kritiek wel gerechtvaardigd. Muzikaal halen de meeste liedjes niet het gemiddelde peil van Slow Train Coming en Shot Of Love, tekstueel is het album over het algeheel prekerig, drammerig zelfs, en te fundamentalistisch om de mantel der liefde eroverheen te kunnen trekken. Dat lukt dan nog wel bij die paar momenten dat de muziek de boodschap overschaduwt; bij “In The Garden” bijvoorbeeld. En bij “Pressing On” dus.

“Pressing On” heeft de tand des tijds goed doorstaan, en Keys is niet de eerste die dat opvalt. In de integrerende film I’m Not There (Todd Haynes, 2007) vergast de Dylanafsplitsing Jack Rollins/Father John een deerniswekkend treurig zaaltje op een meesterlijke versie van het lied – acteur Christian Bale playbackt overtuigend de prestatie van John Doe (heel wat overtuigender dan de musici van de begeleidende band, in elk geval). Ook die versie grijpt terug op het origineel, dat destijds, bij verschijnen, door de meeste critici tot de weinige lichtpuntjes van de plaat werd gerekend.
Die albumversie is prachtig. Effectief gearrangeerd; na de eenzame, stuwende piano druppelen drums, dameskoor, orgel, bas en gitaar binnen. Geen al te originele opbouw, natuurlijk – maar bij de juiste melodie onweerstaanbaar opwindend. De hoofdrol is voor de gospeldames, de glansrol voor meesterdrummer Jim Keltner, die deze evangelische jaren Dylans trouwe – en devote – compagnon zal blijven. Keltner pareert de kritiek op het album met verwijzingen naar de kwaliteit van de live-uitvoeringen; de opwinding en intensiteit van sommige avonden “konden we in de studio niet te pakken krijgen.”
Nu is Keltner een gecertificeerd hypersensitief gevoelsmens, een uiterst innemende man die te pas en te onpas zit te snikken achter de drumkit, overmand door de schoonheid of de inhoud van een (Dylan)song. Dat is al zo sinds zijn derde Dylansessie (na “Watching The River Flow” en “When I Paint My Masterpiece”), sinds “Knockin’ On Heaven’s Door” in 1973: “It was such a touching song. It was the first time I actually cried when I was playing.” En zeker niet de laatste keer, dus.
Maar hier heeft hij zeker een punt. Live-opnames van vóór de studio-opname (het schitterende Warfield ’79, bijvoorbeeld) illustreren wel dat dit echt een lied voor de bühne, of vooruit, voor de zondagse mis in houten kerkje ergens in Alabama is.

Covers in overvloed, vooral in christelijke kringen. Het gospelkoor Chicago Mass Choir met Regina McCrary is indrukwekkend en de vele krakkemikkige amateuropnames van kerkorkestjes op YouTube demonstreren dat ”Pressing On” nauwelijks te verpesten valt. Hoewel… de Ierse songwriter Glen Hansard is een getalenteerde Dylandiscipel, heeft in diens voorprogramma gespeeld (Australië ’07), maar is ook een vrome volgeling van Hare Krishna. En prompt mist zijn, verder kundige, versie das gewisse Etwas (op Bob Dylan In The 80s, een erg sympathieke tribuutplaat uit 2014).
Maar boven alle covers schittert dan toch de ‘seculiere’ Alicia Keys – misschien ook omdat de droge, warme sound van de Muscle Shoals Sound Studio haar opname weer thuisbrengt.

Pressing On

Well I’m pressing on
Yes, I’m pressing on
Well I’m pressing on
To the higher calling of my Lord

Many try to stop me, shake me up in my mind
Say, “Prove to me that He is Lord, show me a sign”
What kind of sign they need when it all come from within
When what’s lost has been found, what’s to come has already been?

Well I’m pressing on
Yes, I’m pressing on
Well I’m pressing on
To the higher calling of my Lord

Shake the dust off of your feet, don’t look back
Nothing now can hold you down, nothing that you lack
Temptation’s not an easy thing, Adam given the devil reign
Because he sinned I got no choice, it run in my vein

Well I’m pressing on
Yes, I’m pressing on
Well I’m pressing on
To the higher calling of my Lord




2 opmerkingen:

Anoniem zei

Smaken verschillen. Wat mij betreft kan de cover van Alicia Keys echt niet in de schaduw staan van de verpletterende gospel-versie van Regina McCrary, vriendin van Dylans ex Carolyn Dennis, en samen met Dennis een van de achtergrondzangeressen op Slow Train Coming, Saturday Night Live 1979 en tijdens de eerste gospel Tour van Dylan (van 1 November t/m 9 December 1979).

M&A

Anoniem zei

Overigens is Regina McGrary ook in de daaropvolgende gospeltours achtergrondzangeres gebleven evenals tijdens de opnames van Saved en Shot Of Love.

M&A