Oh my goodness (aantekening #5370)

Ik merk dat ik de laatste tijd weer vaker grijp naar Another Self Portrait. Dat overkomt me wel vaker, grofweg een jaar na release een album herontdekken na een periode van stilte. Ik zit momenteel dus in zo'n periode. De favorieten van de weken vlak na release zijn nog steeds favoriet. Het aardige is dat er steeds meer schoonheid opvalt. Tijdens "These Hands", om er eens eentje te noemen, heb ik het liefst dat niemand praat. Dat moet even binnenkomen en hard ook. En hoe mooi dit nummer vandaag ook weer klonk, het was vandaag "Days of '49" dat me echt bij de strot greep. Waarom? Dat is altijd moeilijk in woorden te vangen. Die stem is er in ieder geval schuldig aan. Wat een stem! Het is een stem die mij het verhaal, de muziek in trekt. Meeneemt naar de dagen van toen. En dan dat moment, wat is het, een seconde? Twee misschien? Het moment waarop Dylan zegt "Oh my goodness," alsof hij zelf niet kan geloven welke schoonheid hij aan de tape toevertrouwt.

Na "Days of '49" ben ik wel even aan een adempauze toe en dus zet ik de muziek even uit. Maar al staat de muziek uit, het laat me niet los en dus duik ik in het archief wat oude recensies van Another Self Portrait op. De eerste die ik onder ogen krijg stond in Heaven #6 (november / december 2013) en is geschreven door August Hans den Boef. Die lees ik. Daarna heb ik er ook al weer genoeg van. Den Boef schrijft over Self Portrait, veel over Dylan - het album uit 1973 - en over Dylan-de-schilder, maar eigenlijk niet tot nauwelijks over de muziek op Another Self Portrait. Deze recensie kan geschreven zijn zonder ook maar een minuut naar Another Self Portrait te hebben geluisterd.
Zie daar, ik mopper weer. Ik wil helemaal niet mopperen en dus sluit ik het archief weer af. Ik heb genoeg gelezen voor vandaag. Ik moet luisteren. Vooral luisteren.

"Je draait Bob Dylan zo vaak dat ik de refreinen van sommige liedjes al mee kan zingen," zei zoonlief net tegen mij. Ik weet niet of dat een goede zaak is. Misschien overvoer ik hem wel.

Na de korte adempauze zap ik een beetje door de nummers op Another Self Portrait. Een van de nummers die ik in ieder geval wil horen is "Minstrel Boy". Niet alleen is dit een van de vele hoogtepunten op Another Self Portrait, het is ook een prima voorbereiding op het volgende deel van The Bootleg Series dat over grofweg anderhalve maand uitkomt.
En natuurlijk "Thirsty Boots". Die ruimte scheurende mondharmonica. Soms op het randje van het valse maar daarom nou juist zo mooi. Perfectie gaat snel vervelen, schoonheid nooit.
O, en "Annie's Going To Sing Her Song" en natuurlijk - houd me vast - "Tattle O'Day". En, en... Ik kan wel met titels blijven strooien.

"When I Paint My Masterpiece"
          "If Not For You"
                    "Wallflower"
                             "Only A Hobo"
                                        "Spanish Is The Loving Tongue"
                                                  "Went To See The Gypsy"

Later. De zon zakt uit het zicht. De stereo-installatie zwijgt. Zoon- en dochterlief kijken een film. Ze willen dat ik ook kijk, maar het lukt me niet. De beelden komen niet binnen. In mijn hoofd draait de muziek verder.
Mogen sta ik om 6 uur op. Daar zet ik de wekker voor. Ik sta om 6 uur op en dan sluip ik naar beneden. Dan zet ik koffie en draai ik nogmaals Another Self Portrait. Tegen de tijd dat die plaat is afgelopen, komen 'mevrouw Tom' en de kinderen zo ongeveer naar beneden.
"Wat was jij er vroeg uit," zal 'mevrouw Tom' dan zeggen.
"Ja," zeg ik dan, "het moest even."

Geen opmerkingen: